De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

T3. Energie B1. Vrije en gebonden energie B2. Enzymen B3. Aërobe dissimilatie van glucose B4. Fotosynthese B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "T3. Energie B1. Vrije en gebonden energie B2. Enzymen B3. Aërobe dissimilatie van glucose B4. Fotosynthese B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen."— Transcript van de presentatie:

1 T3. Energie B1. Vrije en gebonden energie B2. Enzymen B3. Aërobe dissimilatie van glucose B4. Fotosynthese B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen B6. Kringlopen EB7. Leren onderzoeken: Respiratoir quotiënt bepalen EB8. ANW: Duurzame energie EB9. Leren en werken: Onderzoeker in opleiding V1. Chromatografie V2. Stofwisseling bij sport V3. Leren en werken V4. Ideeën voor onderzoek V5. Werken met de computer Practica

2 T3/B1. Vrije en gebonden energie
Vrije energie: direct te gebruiken Gebonden energie: zit opgeslagen in bijv. glucose Verschillende typen reacties: Endotherm: in energie bij nodig Exotherm: komt energie bij vrij Wet van behoud van energie: Energie voor reactie = energie na reactie bv. Auto: Benzine (100%) = beweging (45%) + warmte (55%) bron:

3 T3/B1. Vrije en gebonden energie
Organische stoffen: (herhaling thema ordening) Grote moleculen Bevatten altijd koolstof (C) en waterstof (H) atomen Meestal ook zuurstofatomen (O) Vaak ook stikstof (N), zwavel (S) en fosfaat (P) atomen Soms metalen; ijzer (Fe) of magnesium (Mg) Vb. glucose en DNA

4 T3/B1. Vrije en gebonden energie
Stofwisseling (metabolisme): Assimilatie; Het opbouwen van energiehoudende stoffen. fotosynthese: 6CO2 + 6H2O + energie  C6H12O6 + 6O2 Hierover meer in het volgende deel v/h hoofdstuk.

5 T3/B1. Vrije en gebonden energie
Stofwisseling (metabolisme): Dissimilatie; Het afbreken van energiehoudende stoffen. verbranding: (omgekeerde fotosynthese) C6H12O6 + 6O2  6CO2 + 6H2O + energie

6 T3/B1. Vrije en gebonden energie
ATP (adenosine tri-fosfaat): Belangrijke stof bij overbrengen van energie. Is een tijdelijke energie opslag.

7 T3/B1. Vrije en gebonden energie
ATP  ADP + Pi + energie (warmte, beweging, enz) + + energie bioplek ATP

8 T3/B1. Vrije en gebonden energie
Energierijke elektronen Moleculen: elektronen (negatief geladen) protonen (positief geladen) neutronen (geen lading)

9 T3/B1. Vrije en gebonden energie
Energieoverdracht via elektronen

10 T3/B2. Enzymen B2. Enzymen (eiwitten) Versnellen van reacties, hebben een lagere activeringsenergie waarbij de energiedrempel omlaag gaat. Hierbij worden de enzymen zelf, niet verbruikt. Werken in op één stof => enzymen zijn reactiespecifiek. Enzymactiviteit: hoe snel werkt een stof.

11 T3/B2. Enzymen

12 T3/B2. Enzymen co-enzym: ion/molecuul of vitamine (uit voedsel) dat nodig is om de reactie plaats te laten vinden. "co" = samen. Invloed van de temperatuur:

13 T3/B2. Enzymen Activering/remming enzymactiviteit Activator: exhibitor
Remmer: inhibitor (blokkeert het enzym)

14 T3/B2. Enzymen Negatieve terugkoppeling
Voldoende produkt? --> remming afbraak glucose

15 T3/B3. Aërobe dissimilatie van glucose
Verbranding waarbij zuurstof aanwezig is. C6H12O6 + 6O2  6CO2 + 6H2O Hierbij komt 2870 kJ/mol aan energie vrij. Van belang voor cellen: Geleidelijke dissimilatie anders?? Wegvangen van vrije elektronen  door acceptormolecuul (het acceptormolecuul is NAD+) Vrijgekomen energie moet worden omgezet naar ATP.

16 T3/B3. Aërobe dissimilatie van glucose
Bestaat uit drie verschillende stappen: Glycolyse Vindt plaats in het grondplasma van de cel. Citroenzuurcyclus (Krebscyclus) Vindt plaats in de matrix van mitochondria. Oxidatieve fosforylering (elektronentransportketen) Vindt plaats op het binnenste mitochondriamembraan. Elk proces wordt met behulp van BINAS uitgelegd.

17 T3/B3. Aërobe dissimilatie van glucose
Opdracht: Benoem de delen. 1: 2: 3: (het kleine rode bolletje) 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13:

18 T3/B3. Aërobe dissimilatie van glucose
Opdracht: Benoem de delen. 1: Kernlichaampje 2: Kernmembraan 3: Ribosomen 4: Blaasje 5: (R)ER 6: Golgi- apparaat 7: Microtubuli 8: (G)ER 9: Mitochondrium 10: Peroxisoom 11: Cytoplasma 12: Lysosoom 13: Centriolen

19 T3/B3. Glycolyse

20 T3/B3. Glycolyse 68B

21 T3/B3. Glycolyse - vragen In welk deel van de cel vindt deze reactie plaats? Hoe wordt de energie genoemd die nodig is de reactie op gang te brengen? Als je energie moet toevoegen aan een reactie, wat voor type reactie is het dan? Hoeveel ATP is er nodig om de reactie op gang te brengen? Hoeveel ATP ontstaat er bruto? Hoeveel ATP ontstaat er netto? Vindt deze reactie plaats wanneer er geen zuurstof aanwezig is?

22 T3/B3. Citroenzuurcyclus
Gaat verder waar glycolyse stopt wanneer O2 aanwezig is. Decarboxylatie: Afsplitsen van CO2 Per pyrodruivezuur ontstaan: 1 ATP 1 FADH2 4 NADH In totaal 2 pyrodruivezuur uit glycolyse dus totaal: 2 ATP 2 FADH2 8 NADH Laatste 2 gaan naar ETK!

23 T3/B3. Citroenzuurcyclus
animatie

24 T3/B3. Oxidatieve fosforylering

25 T3/B3. Oxidatieve fosforylering

26 Alive Biology

27 T3/B3. Energieopbrengst 1 glucose molecuul

28 T3/B3. Overzicht dissmilatie

29

30 T3/B4. Fotosynthese Bladgroenkorrels nemen de lichtenergie op
Opname van water (H2O) Glucose naar de bastvaten Lichtenergie Opname/afgifte van koolstofdioxide (CO2) en zuurstofgas (O2 ) door de huidmondjes Vorming van glucose

31 T3/B4. Fotosynthese Fotosynthese wordt ook wel koolstofassimilatie genoemd. 6CO2 + 6H2O + energie => C6H12O6 + 6O2 Chlorofyl in chloroplasten absorbeert licht waardoor een elektron in een hogere baan word geleid en dus meer energie bevat. Een elektron wordt ‘aangeslagen’. Éénmaal aangeslagen -> terug naar oorsprong Hiervoor zijn drie manieren mogelijk om energie af te staan: Warmte afgeven Energie overdragen op ander chlorofyl Elektron overdragen aan elektronen acceptor

32 T3/B4. Fotosynthese Absorptiespectra

33 T3/B4. Fotosynthese Absorptiespectra

34 T3/B4. Fotosynthese Absorptiespectra

35 T3/B4. Fotosynthese Absorptiespectra

36 T3/B4. Fotosynthese Lichtreactie Deze reactie vindt alleen plaats wanneer het licht is. ADP wordt omgezet naar ATP (gebruikt om CO2 te koppelen) NADP+ wordt omgezet naar NADPH (maakt een éénvoudig suiker, één lange keten) Bestaat uit twee fotosystemen die onafhankelijk van elkaar kunnen werken. Fotosysteem 1: P700 (pigment, opt 700 nm, rood) Fotosysteem 2: P680 (pigment, opt 680 nm, oranje/rood) Fotosysteem 2 doet als éérste zijn werk: fotolyse H2O -> 2H+ en ½O2

37 T3/B4. Fotosynthese Fotosysteem 1

38 T3/B4. Fotosynthese Fotosysteem 2

39 T3/B4. Fotosynthese Fotosynthetisch pigment

40 T3/B4. Fotosynthese BINAS 69B1

41 T3/B4. Fotosynthese Niet-cyclische fotofosforylering: membraanreacties BINAS 69B2

42 T3/B4. Fotosynthese Cyclische fotofosforylering: membraanreacties BINAS 69B3

43 T3/B4. Fotosynthese Donkerreactie (Calvincyclus)
Vindt plaats in de vloeistof van chloroplasten. Kan plaats vinden zonder dat er licht aan te pas komt. Stopt wanneer de lichtreactie niet heeft plaatsgevonden. Opdracht: Waarom stopt de donkerreactie wanneer de lichtreactie niet heeft plaatsgevonden?

44 T3/B4. Fotosynthese Donkerreactie (Calvincyclus) BINAS 69C

45 T3/B4. Fotosynthese Overzicht BINAS 69A

46 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen
Chemosynthese Energie niet afkomstig uit zonlicht maar uit energie afkomstig van een bepaalde chemische reactie. Bijvoorbeeld: Tubeworms

47 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen
Assimilatie van koolhydraten Aan elkaar plakken van kleine bouwstenen tot grote ketens. Het plakken gebeurd door water tussen de enkele bouwstenen uit te halen. Dit proces wordt polymerisatie genoemd.

48 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen
Assimilatie van eiwitten Het aan elkaar koppelen van aminozuren door er water tussenuit te halen. Er ontstaat een peptidebinding tussen twee aminozuren. Planten maken zelf aminozuren. Dieren kunnen dit niet!

49 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen
Assimilatie van vetten Het aan elkaar koppelen van een glycerolmolecuul met een vetzuurmolecuul door er water tussenuit te halen.

50 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen
Eiwitturnover

51 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen

52 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen
BINAS 68E

53 T3/B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen
Respiratoir quotiënt/Basaal metabolisme RQ = aantal afgegeven CO2 moleculen aantal opgenomen O2 moleculen

54 T3/B6. Kringlopen - koolstofkringloop

55 T3/B6. Kringlopen - koolstofkringloop

56 T3/B6. Kringlopen - koolstofkringloop
glucose andere organische stoffen producenten voortgezette assimilatie consumenten reducenten CO2 koolstofassimilatie (fotosynthese) dissimilatie detritus

57 T3/B6. Kringlopen - koolstofkringloop
BINAS 93G

58 T3/B6. Kringlopen - koolstofkringloop
Broeikaseffect?

59 T3/B6. Kringlopen - Stikstofkringloop

60 T3/B6. Kringlopen - stikstofkringloop
aminozuren plantaardige eiwitten producenten consumenten dierlijke eiwitten rottingsbacteriën (reducenten) eiwitten en afbraakproducten van eiwitten NH4+ NO2- nitrietbacteriën NO3- nitraatbacteriën stikstofbindende bacteriën NH3 Ureum Urinezuur N2 denitrificerende bacteriën glucose bodem stikstofassimilatie dissimilatie dode dieren dode planten

61 T3/B6. Kringlopen - stikstofkringloop
80% in de lucht als N2 ONBRUIKBAAR In sedimenten van zeeën en oceanen ook opslag. Belangrijkste proces: Stikstof fixatie door bacteriën ( & bliksem) Wortelknolletjes (symbiose)

62 T3/B6. Kringlopen - stikstofkringloop
BINAS 93H

63 Verband assimilatie/dissimilatie
H4. Planten: blz. 128 – 129: Samenhang tussen diss/ass (OB; opdracht 14 t/m 17)

64

65 Verband assimilatie/dissimilatie

66 T3/V1. Chromatografie

67 T3/V2. Stofwisseling bij sport

68 T3/V3. Leren en werken

69 T3/V4. Ideeën voor onderzoek

70 T3/V5. Werken met de computer


Download ppt "T3. Energie B1. Vrije en gebonden energie B2. Enzymen B3. Aërobe dissimilatie van glucose B4. Fotosynthese B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen."

Verwante presentaties


Ads door Google