Download de presentatie
GepubliceerdRosa Maes Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Verworven intracraniële pathologie bij pasgeborenen
Dr. Th. Kok Afdeling Radiologie Prof. Dr. S. Bambang Oetomo Afdeling Neonatologie Beatrix Kinderkliniek AZG
2
Verworven intracraniële pathologie bij pasgeborenen
Inleiding Techniek en normale beelden Afwijkingen bij de prematuur Afwijkingen bij de à terme zuigeling
3
Echografie is in het algemeen onderzoekersafhankelijk.
Dat geldt in zekere zin ook voor schedelechografie. Toch kan iedereen deze techniek leren! ervaring coaching
4
Aan welke voorwaarden moet de onderzoeker voldoen?
rustig scannen (minimal touch!) afbeeldingen in de coronale en sagittale vlakken kennis van anatomie gevoel voor symmetrie of asymmetrie zover mogelijk doorscannen (subduraal hygroom of bloeding subcorticaal)
5
Anterior coronal view Mid coronal view Posterior coronal view
6
Lateral sagittal view Lateral sagittal view Mid sagittal view
10
Andere belangrijke aandachtspunten
transducer (meestal 7.5 MHz) 10 MHz oppervlakkige structuren 5 MHz oedeem? field of view (FOV) de prematuriteit of de grootte van de schedel
11
Andere belangrijke aandachtspunten
een kleine fontanel of extreme hydrocephalie CT of MR beeldparameters zo weinig mogelijk veranderen afblijven van de monitorinstelling
12
Gain = 30 Gain = 15
13
7.5 MHz 5.0 MHz
14
Verworven intracraniële pathologie bij pasgeborenen
Prematuren bloedingen veneuze infarcering laesies in de witte stof À terme zuigeling met perinatale asfyxie hersenoedeem
15
Bloedingen bij Prematuren
Incidencie: % Prevalentie afhankelijk van zwanger-schapsduur: hogere incidencie bij kortere zwangerschapsduur
16
Pathofysiologisch mechanisme bloedingen
Schommeling in hersendoorstroming Art. hypotensie Art. hypertensie Ischaemische schade aan capillair Ruptuur van capillair Hersenbloeding
17
Pathofysiologisch mechanisme bloedingen
Hypertensie asfyxie hypercapnie tube reiningingsprocedure inbreng catheters pneumothorax Hypotensie sepsis persisterende ductus arteriosus
18
Klinische verschijnselen bij bloedingen
Kleine bloedingen: asymptomatisch Grotere bloedingen (graad III en IV): convulsies vegetatieve verschijnselen: apnoe, slechte perifere circulatie coma
19
Klinisch beloop bloedingen
Kleine bloedingen: resorptie vorming van porencephale cyste Grotere bloedingen (graad III en IV): hydrocefalie door afvloedbelemmering liquor hydrocefalie ex vacuo
20
Intracraniële bloedingen
Diagnostiek: Schedelechografie
21
Intracraniële bloeding
predilectieplaats: lamina germinalis (interface = caudothalamische groeve) afgerond echogeen gebied (echo-arm of echoloos resolutie)
22
Intracraniële bloeding
graad 1: subependymal 2: + doorbraak naar ipsilaterale zijventrikel 3: + acute ventrikeldilatatie 4: + uitbreiding intraparenchymateus ( porencephale cyste) op meerdere plaatsen bloedingen ( subependymaal) Cave stollingsstoornissen!
23
Graad 1 Graad 1
24
Graad 2 3
25
Graad 3 (afsluiting foramen van Monro)
26
Graad 4 Graad 4
27
resolutie + retractie
28
Trombopenie !
29
Veneuze infarcering subependymale bloeding
compressie vene veneus infarct DD veneuze thrombose
30
Veneuze infarcering focaal driehoekig echogeen gebied
met de punt gericht naar de bloedingslocus (periventriculair)
33
Prognose na intracraniële bloeding
34
Prognose na intracraniële bloeding
35
Casus: prematuur 30 wk, asfyxie, IRDS, Schedelecho 20 u postpartum
36
Posthemorrhagische ventrikeldilatatie
37
Hypotonie bij 40 wk postmenstr.
38
40 wk p.m.:toegenomen nek extensor tonus en immature Moro-reflex
39
Leeftijd 7 maanden
40
Leeftijd 7 maanden: persisterende hypotonie
41
Leeftijd 18 maanden
42
Prematuur 28 wk 2e levensdag: bleek, hypotensie, convulsies, bomberende fontanel
43
Status bij 36 weken p.m. toegenomen flexie linker arm
toegenomen extensie benen spontane extensie teen
44
Status bij 36 weken p.m. te geringe extensie van hoofd
te geringe extensie benen
45
Status bij 18 maanden
46
Status bij leeftijd 3 jaar
47
Laesies aan de witte stof
Leukomalacie (letterlijk: verweking van de witte stof) Localisatie periventriculaire subcorticaal
48
Verschil optreden bloedingen en PVL
49
Laesies aan de witte stof
Oorzaak: hypoperfusie bij asfyxie, shock, hypocapnie ontstekingsreactie: cytokines endotoxine E. Coli
50
Leukomalacie Kliniek: Diagnostiek: asymptomatisch
hypotonie overgaand in hypertonie Diagnostiek: echografie 7,5 MHz kop vaak aanvankelijk echodensiteiten
51
Periventriculair leucomalacie (PVL)
predilectieplaats : periventriculair in de regio van de occipitaalhoorn echogeen gebied parallel aan het trigonum stadium 1. homogeen echogeen 2. cysteuze veranderingen 3. verlittekening atrofie ventrikeldilatatie
52
“flaring”
53
? PVL Cysteuze leucomalacie
54
? Cysteuze leucomalacie
55
Betekenis periventriculaire echodensiteiten
56
Prognose periventriculaire en subcorticale leukomalacie
57
Samenvatting: Intracraniële afwijkingen van de prematuur
Hoge incidencie Symptomatologie divers en moeilijk te herkennen Schedelechografie speelt een centrale rol bij de diagnostiek
58
Perinatale asfyxie Optredende hypoxaemie, hypercapnie en acidose als gevolg van acute onderbreking gaswisseling rond de partus Verschillende definities: APGAR score na 5 min< 5 Navelstreng pH< 7,00 Incidencie: 3-10% van alle geboortes
59
Oorzaken van perinatale asfyxie
maternale factoren shock, ernstig longlijden placentaire factoren navelstreng foetaal: wanverhouding hoofd-baringskanaal ernstige infecties ernstige congenitale afwijkingen
60
Pathofysiologie van intracraniële afwijkingen na asfyxie
hypoperfusie gevolgd door hyperperfusie van hersenen productie van zuurstof radicalen beschadiging endotheel L-glutaminezuur stimuleert de NMDA receptor
61
Pathofysiologie van intracraniële afwijkingen na asfyxie
depolarisatie van hersencelmembraan transport Na+ ionen cel in en K+ ionen de cel uit passief watertransport celinwaart: vorming van Hersenoedeem onder invloed NMDA receptor influx Ca++ ionen cascade leidend tot celdood
62
Kliniek van perinatale asfyxie: Indeling volgens Sarnat
Lichte encefalopathie: hyperalertheid, prikkelbaarheid en versterkte Moro-reflex Matige: lethargie, verminderde spontane motoriek en convulsies Ernstige: coma afwezigheid spontane motoriek, extreme hypotonie en vegetatieve verschijnselen
63
Schedelechografische afwijkingen bij perinatale asfyxie
hersenoedeem hersenbloedingen
64
Asfyxie (à terme neonaat)
hersenoedeem moeilijk herkenbare sulci diffuus hyperechogene witte stof (‘fuzzy brain’) ‘bright’ thalami slitlike ventricles verminderde penetratie van het geluid (frequentie omlaag)
65
Asfyxie (à terme neonaat)
vroegtijdig optreden van periventriculaire bloedingen (plexus choroideus) leucomalacie (subcorticaal, periventriculair of mengvorm)
66
Witte asfyxie oedeem Witte asfyxie oedeem
67
7.5 MHz 5.0 MHz
68
Meconiumaspiratie Asfyxie Status epilepticus Vlak EEG
PVL SCL Fuzzy brain
69
Slitlike ventricles < 24 uur
70
Perinatale asfyxie oedeem
7 maanden : geen medicatie en moeder is tevreden
71
Prognose van perinatale asfyxie
72
Prognose van perinatale asfyxie
73
Samenvatting perinatale asfyxie
Ondanks toename obstetrische kennis en behandelmogelijkheden nog hoge incidencie Schedelechografie speelt belangrijke rol bij monitoring van intracraniële afwijkingen Prognose is afhankelijk van de ernst van de asfyxie
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.