Download de presentatie
GepubliceerdLeen Verhoeven Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Patiƫnten met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK)
2
Les 1: Symptomen hebben kan heel normaal zijn
In de geneeskunde is altijd heel veel aandacht uitgegaan naar de oorzaken van ziekte en de mogelijkheden om te genezen c.q. symptomen te verminderen. In deze cursus staat deze les vrij vooraan: symptomen hebben kan heel normaal zijn, het hoort bij het normale leven. U weet dat uiteraard wel, maar in de spreekkamer blijft dit soms onderbelicht. In de moderne geneeskunde wordt aan symptomen onvoldoende aandacht geschonken (Sharpe, 2006)
3
āAltijd moe voelenā Health and Lifestyle Survey, 1984
In een in 1984 in Groot-BrittaniĆ« uitgevoerd onderzoek bleek dat 20 ā 30 % van de mensen aangaf āzich altijd moe te voelenā. Anders gezegd: zij hadden het symptoom āmoeheidā. Health and Lifestyle Survey, 1984
4
Een derde van alle patiƫnten (polikliniek en huisarts) heeft symptomen die niet door een ziekte verklaard kunnen worden Other studies on other countries of other specialties show a similar picture It is a big problem Sharpe 2006
5
Symptomen zijn meestal
Les 2 Symptomen zijn meestal medisch onverklaard En kijk eens: dat is ook meestal het geval met symptomen!
6
Symptomen in de eerste lijn VS Kroenke and Mangelsdorff, 1989
Verreweg de meeste symptomen zijn onverklaard. In de geneeskundestudie leren we vooral heel veel over de lichtgroene stukjes, zoān 10% van wat zich voor de neus van de huisarts aandient. Dokters leren veel minder over het niet-verklaarde deel.
7
Prevalentie van onverklaarde symptomen bij nieuwe patiĆ«nten van de verschillende afdelingen in Kingās College Hospital Onze huidige manier om de klachten te classificeren reflecteert eerder de ontwikkeling van onze medische specialismen dan enig ander waarlijk verschil!! Ieder specialisme heeft zijn āeigenā lichamelijk onverklaarde klachten. Nimnuan and Wessely, 2000
8
Symptomen zijn vaak gegroepeerd per medisch specialisme waaraan ze meestal gepresenteerd worden
9
āOnverklaardeā somatische syndromen
Gastro-enterologie Irritable bowel syndroom (IBS) Gynaecologie Premenstrueel syndroom (PMS); Chronisch Bekkeninstabiliteit Reumatologie Fibromyalgie Cardiologie Atypische Pijn op de borst; Inspanningssyndroom Infectieziektes (Postviraal) Vermoeidheidssyndroom Orthopedie Chronische Lage Rugpijn Neurologie Spanningshoofdpijn, CVS, motorische en zintuiglijke symptomen Elk specialisme haar eigen āLichamelijk onverklaarde klachtā!!
10
Biopsychosociaal model
Biologisch PIJN Psychologisch Sociaal
11
FASEN IN HET CONSULT Exploreren Informeren Plannen maken
We schetsten de achtergrond van āonverklaarde klachtenā. Nu dan terug naar het consult met een patiĆ«nt met lichamelijk onverklaarde klachten. We beginnen met de basis nog eens neer te zetten. Het consult is volgens een simpele indeling te verdelen in 3 fasen: exploreren, informeren en plannen maken. Bij patiĆ«nten met lichamelijk onverklaarde klachten zijn hier misschien wat puntjes op de i te zetten.
12
Ezelsbrug: SCEGS S (somatisch) C (cognitief) E (emotioneel)
G (gedragsmatig) S (sociaal)
13
Exploreren Actief luisteren Stimulerende technieken
Verhelderende technieken Ordenende technieken
14
Oefeningen: Werkwijze
Patiƫntrol: speelt eigen patiƫnt Artsrol: oefent met techniek Observator: let op oefeninstructies, geeft feedback, bewaakt tijd Per rollenspel kort nabespreken Vragen en opvallende observaties noteren (zie ook papieren instructie in owp)
15
Oefening 1: Exploreren Vraag de patiƫnt zoveel mogelijk facetten van [S] C, E, G en S. Speel uw eigen patiƫnt: vertel de anderen kort wie het is en wat de klachten zijn. Wissel als de vragen echt op zijn. (zie ook papieren instructie in owp)
16
Informeren Anamnese en L.O. Verklaring voor de klachten
Oorsprong en beloop van de klachten Bijstellen cognities / verwachtingen Rol van vicieuze cirkel
17
Symptomen zijn vaak gekoppeld aan
Les 3 Symptomen zijn vaak gekoppeld aan angst en/of depressie Ik ga u weer iets vertellen wat u al lang weet: symptomen zijn vaak gerelateerd aan angst en/of depressie.
18
Rol van neuro-endocriene ontregeling
chronische stress => ontregeling CZS (limbisch systeem) Hormoonstelsel (cortisol / ACTH) Immuunsysteem (cytokinen) sensitizatie + sickness behaviour
19
Sensitizatie (Ursin & Eriksen)
limbisch systeem steeds gevoeliger voor prikkels onschuldige signalen uit lichaam en omgeving geĆÆnterpreteerd als teken van gevaar vermijdingsgedrag
20
Sickness Behaviour Blijvende ontregeling HPA-as en cytokinen
Geringe fysieke of psychische prikkel geeft: Neiging tot sociaal terugtrekken Lusteloos, slaperig Concentratie minder, geheugen minder Eetlust minder Lichte koorts Pijn- en drukgevoeligheid hoger
21
3 soorten factoren die een rol spelen
Aanleg - genetisch? - persoonlijkheid - affectieve verwaarlozing Uitlokkende factoren - ziekte, ongeval, operatie - trauma, stress Instandhoudende mechanismen - over- en onderbelasting, coping - angst, catastroferen - verlies sociale rollen
22
Les 4 Het kan een belangrijk verschil maken welke woorden de arts gebruikt om de klachten te verklaren
23
Medische beschrijvingen van symptomen zonder pathologie
āTussen de orenā / āPsychischā āHysterischā āMedisch onverklaardā āPsychosomatischā āFunctioneelā Dit is of was het soort typering of verklaring voor een reeks symptomen waar de dokter niet goed raad mee weet.
24
Helpt een positieve verklaring?
Is een positieve verklaring en prognose geven beter dan zeggen āIk weet āt nietā? Een gerandomiseerde trial in de eerste lijn in Groot BrittaniĆ«
25
Een onderzoek naar het effect van een positieve verklaring
200 patiĆ«nten werden willekeurig ingedeeld in een groep die een positieve verklaring kreeg en een groep die te horen kreeg āik weet het nietā. Een positieve verklaring kon zijn in de vorm van āhet komt doordat uw lichaamā, [Thomas et al BMJ 1987]
26
Het effect van de verklaring op symptomen twee weken later
Positieve verklaring Ik weet āt niet Het percentage patiĆ«nten dat zich na twee weken beter voelt is bij een positieve verklaring 20% groter. Kennelijk maakt het een belangrijk verschil wat je zegt tegen de patiĆ«nt. [Thomas et al BMJ 1987]
27
Mogelijke verklaringen: Instandhoudend, hoe werkt dat?
De rol van vicieuze cirkels Een positieve verklaring zou (deels) gevonden kunnen worden in de rol van vicieuze cirkels.
29
VICIEUZE CIRKELS
30
Voorbeelden van vicieuze cirkels Rugklachten
31
Voorbeelden van vicieuze cirkels Jeuk
32
Voorbeelden van vicieuze cirkels Blozen
33
Voorbeelden van vicieuze cirkels Hartkloppingen
34
Informeren doe je zĆ³ Voor de patiĆ«nt begrijpelijk
Aansluitend bij wat patiƫnt weet/kan (uit exploratieve fase) Gedoseerd zodat patiƫnt kan reageren Mondeling Ʃn schriftelijk
35
Oefening 2: Informeren Informeer de patiƫnt: geef uw verklaring voor de klachten, leg uit hoe evt. een vicieuze cirkel bij deze patiƫnt werkt bij het in stand houden van de klacht. Gebruik evt. pen en papier. Speel dezelfde patiƫnt als bij oefening 1.
36
Plan van aanpak Klachtenregistratie Reattributie
Plan maken met patiƫnt Toepassen en huiswerk Afronden
37
Klachtenregistratie Klacht (Ernst) Bezigheden Gedachten (over klacht)
38
Oefening 3: Introduceer Klachtregistratie
Stel aan de patiƫnt voor een klachtenregistratie bij te houden Leg het doel uit, en Geef instructie.
39
Oefening 4 Bespreek de klachtregistratie
Zoek samen met de patiĆ«nt naar aanknopingspunten voor een verband tussen de klachten en andere factoren, of naar mogelijkheden om de klachten te beĆÆnvloeden.
40
REATTRIBUTIE ZICH BEGREPEN VOELEN AGENDA VERBREDEN LINK LEGGEN
41
ZICH BEGREPEN VOELEN Actief luisteren Doorvragen
Gericht lichamelijk onderzoek (vgl exploratieve fase basisconsult)
42
AGENDA VERBREDEN Samenvatten bevindingen
Normale bevindingen in positieve termen Benoem de klacht als reƫel Klachtenregistratie (vergelijk begin informatieve fase basisconsult)
43
LINK LEGGEN Observaties patiƫnt, legt patiƫnt link?
Observaties huisarts, legt patiƫnt link? Interpretatie huisarts Commentaar patiƫnt, bevestigt link? Patiƫnt herkent link niet, dan stoppen
44
Oefening 5 Reattributie
Voer een consult volgens reattributietechniek bij een patiƫnt met lichamelijk onverklaarde klachten.
45
Plannen maken Eerst overeenstemming tussen arts en patiƫnt over behandeldoel!!!
46
Plannen maken Schaalvragen 0-10 Waarom niet een punt lager?
Wat is nodig voor een punt hoger?
47
Plannen maken Concrete afspraken Kleine, haalbare stappen
BarriĆØres identificeren en bespreken Hulp(bronnen) inschakelen Afspraak maken voor evaluatie!!
48
Oefening 6 Bereik overeenstemming over het behandeldoel.
Gebruik schaalvragen Maak concrete afspraken over de activiteiten Identificeer en bespreek mogelijke barriĆØres Suggereer het inschakelen van hulp van anderen Maak afspraken over het evalueren van de voortgang
49
Einde deel 1 Deel 2 komt later en behandelt aanvullende technieken bij hardnekkige ongerustheid
50
Deel 2: TECHNIEKEN BIJ HARDNEKKIGE ONGERUSTHEID
Effectief geruststellen Stoppen met geruststellen Uitdagen meest alarmerende gedachte Onderhandelen over āfinal testā Exposure
51
EFFECTIEF GERUSTSTELLEN
Laat merken de bezorgdheid te horen Doe goed onderzoek Geef conclusies in positieve termen weer ( = basis van geruststelling) Benoem uw deskundigheid
52
Oefening Effectief geruststellen
Stel de patiƫnt gerust volgens de techniek van het effectief geruststellen. Anamnese en LO zijn al verricht. Als de ongerustheid niet duidelijk is, probeer deze dan eerst te bespreken.
53
Onderhandelen over āfinal testā
Wat zou patiĆ«nt geruststellen? Aanbod final test als psychologische stap Vervolgconsult na uitslag Nog weer ongerust? ā psychologisch probleem
54
Oefening āFinal testā Onderhandel met deze patiĆ«nt over een final test. Bespreek in een volgend consult de ongerustheid, als deze terugkeert ondanks negatieve final test.
55
Stoppen met geruststellen
Doel: Patroon doorbreken waar je als arts met de patiĆ«nt in zit āIk heb u nu een aantal keren proberen gerust te stellen, maar ik merk dat me dat niet lukt. Ik ga daar mee stoppen.ā (āwaar ik wel met u over praten wil, is ..ā)
56
Oefening Stoppen met geruststellen
Stop met geruststellen van deze patiĆ«nt. Maak de patiĆ«nt duidelijk dĆ t u hiermee stopt en waarom. Maak een opening voor een andere aanpak.
57
Uitdagen meest alarmerende gedachte
Wat is meest alarmerende gedachte? Hoe groot schat patiƫnt in dat dit juiste hypothese is? Wat zijn argumenten daarvoor? Zijn er andere, minder alarmerende hypothesen? Hoe groot schat patiƫnt de kans in dat die juist is? Welke argumenten heeft patiƫnt daarvoor? Maak nog eens een schatting van eerste hypothese? Welke lijkt het meest waarschijnlijk?
58
Oefening Uitdagen alarmerendste gedachte
Wat is voor de patiƫnt de meest alarmerende gedachte? (vraag door) Hoe groot schat de patiƫnt de kans, dat zijn/haar hypothese de juiste is? Wat zijn argumenten voor deze hypothese? (vraag door) Zijn er andere minder alarmerende hypothesen? Welke? Hoe schat de patiƫnt de kans in op deze minder alarmerende hypothese? Wat zijn zijn/haar argumenten voor deze alternatieve hypothese? Vraag nog eens naar de kansinschatting dat de meest alarmerende gedachte de juiste is. Bespreek onder welke omstandigheden de alarmerende gedachten de kop opsteken
59
Cognitieve en Gedragstherapie
Systematische review (Kroenke and Swindle, 2000) 29 trials (27 RCTs) bij verschillende LOK CGT beter dan vergelijkingstherapie in 70%
60
Op CGT gebaseerde behandeling
Starten met somatische symptomen Het perspectief verbreden naar overtuigingen en gedrag Patiƫnten helpen om te gaan met niet-helpende overtuigingen en vermijdingsgedrag
61
CGT bij CVS [Sharpe et al 1996]
62
Onderzoek naar CGT bij chronisch vermoeidheidssyndroom
[Sharpe et al. BMJ 1996]
63
Verwijzen Welke CGT-geschoolde psycholoog zit bij u in de buurt?
Zijn er op SOLK gerichte projecten bij de GGZ?
64
Oefening Verwijzen Motiveer deze patiƫnt voor een verwijzing naar een cognitief-gedragstherapeut voor behandeling van zijn ziekteangst
65
Beleid bij patiƫnten met
Somatisch Onvoldoende Verklaarde Lichamelijke Klachten volgens multidisciplinaire richtlijn
66
UITLEG Wat is er NIET aan de hand (ziekte als oorzaak onwaarschijnlijk, ingaan op ongerustheid) en Wat is er WEL: vicieuze cirkel / gevolgenmodel Aansluiten bij patiƫnt (SCEGS) Hoe is cirkel / gevolgen bij deze patiƫnt te doorbreken
67
STEPPED CARE stap 1 bij SOLK <6 wk zonder prognostisch ongunstige factoren tweesporenbeleid huisarts uitleg + positieve prognose activerende behandeling evalueren effect na max 6 weken
68
STEPPED CARE stap 2 Bij SOLK > 6 weken en/of meerdere SOLK en/of ernstige functionele beperkingen SCEGS, lichamelijk onderzoek en uitleg herhalen Tijdcontingent hervatten werk / functioneren Aanpak eventuele angst of depressie Aanpak eventuele somatische comorbiditeit Verwijzing 1e lijn (FT, CGT, stressmanagement) Consultatie 2e lijn (psycholoog, psychiater)
69
STEPPED CARE stap 3 Bij SOLK > 3-6 maanden met ernstige functiebeperking en/of DSM-IV somatoforme stoornis Multidisciplinaire aanpak met casemanager = meestal huisarts SCEGS, lichamelijk onderzoek en uitleg herhalen Regelmatig contact met huisarts Verwijzing 2e lijn GGZ Revalidatie Afstemming met bedrijfsarts /verzekeringsarts Somatische verwijzing alleen gericht + terugverwijzing Ernstigste gevallen opname 3e lijns centrum
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.