Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAnneleen Verhoeven Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Principes voor een rijke leeromgeving
Heleen Schoots-Wilke Heleen Schoots-Wilke
2
Wat is dan een rijke leeromgeving? Wat is hier dan nieuw aan?
Ja maar? Hoezo 7 ? Wat is dan een rijke leeromgeving? Wat is hier dan nieuw aan?
3
Wat zijn onze bronnen? De praktijk (Ortho)didactiek
Leer- en ontwikkelingspsychologie Motivatieleer Neurowetenschappen
5
Vier inzichten Minder verbindingen tussen hersendelen
Risicovol gedrag behoefte aan kicks De invloed van de peergroep wordt steeds groter Periode van risico’s en van kansen Multitasken kan niet
6
Strategisch Handelingsmodel
De vraag is steeds: Wat heeft deze leerling nodig? Rijke leeromgeving en en/of 2. Training en/of coaching 3. Compensaties en dispensaties Op kpc is het hetzelfde als in de school. Er zijn specialisten die zich verdiepen in stoornissen terwijl het een zaak is voor iedereen om te zorgen dat het zoveel mogelijk geïntegreerd is.
7
7 principes voor een rijke leeromgeving
8
Goed of fout? Hersenen veranderen tijdens het leren.
Er is verschil in functie tussen de linker- en de rechterhersenhelft
9
Bewijs dat het brein verandert
Voor (links) Na (rechts, 12 weken later)
10
Principe 1 PRINCIPE 1 Leren is ‘state managing’
Om te leren moet je in de juiste stemming zijn ???? Hè wat? Ssst, ik ben bezig Yes hebbes Monique Boekaerts Eric Jensen Eveline Crone Muziel en beweging stimuleren de hersenen en creeren een krachtig stat change (overtreden li-re, integratie van de hersenen, ze creeren nieuwe verbindingen en vergroten de opnamecapaciteit, Motivatie is de brandstof voor het leren Nieuwsgierigheid Verwachting verwarring Hoe kan ik de stof aardig maken zodat je meer wilt weten??? Link het aan emoties; leren gaat beter als het leuk is School should be the best party in town Whatever affects the hart affects the brain Leren is als soep maken het balletje gaat eerst naar de bodem, op een bepaald moment komt het boven, soms heeft het tijd nodig om te stijgen De attitude van de docenten is een beslissende factor voor het slagen van geintegreerd /inculsief onderwijs. Het laatste gaat niet alleen over waar maar ook hoe het onderwijs moet worden ingericht zodat er geen leerlingen uit de boot vallen. Wat goed is voor deze leerlingen is goed voor alle leerlingen De 7 principes hebben mede betrekking op deze doelgroep Omgaan met verschillen in de klas is moeilijk te realiseren als niet de hele school mee gaat. Maar ook methoden, werkwijzen, kennis vaardigheden en materialen. We willen wel, maar vertel ons eens hoe Goed onderwijs wordt gekenmerkt door: Het stellen van doelen Het registreren van vorderingen Evaluatie van de voortgang En het hebben van verwachtingen Teamteaching: samenwerking tussen de docent en de specialisten, structureel overleg en een goede planning Samenwerkend leren; tussen docenten onderling en leerlingen onderling, ook peer tutoring, peer-coaching, buddy Systhematische aanpak van gedragsproblemen; gewenst en ongewenst gedrag, regels en grenzen Heterogeen groeperen Voorwaarden: Docenten Flexibele ondersteuning binnen de school Directeur is sleutelfiguur in het aanjagen van nieuwe ontwikkelingen Soms tijdelijk kleine speciale groepten
11
Het puberbrein in de klas
Mix van drie hormonen Dopamine; je krijgt zin om je in te zetten voor iets Opioiden; lichaamseigen en zorgt dat je je lichamelijk en mentaal goed voelt Oxytocine: knuffelhormoon, je voelt je verbonden met anderen
12
Gemotiveerde leerlingen
Wat is er nodig om dit te genereren? Sociale acceptatie en persoonlijke waardering Erkenning waardering en feedback Hier ligt een grote uitdaging Cruciaal zijn ouders, docenten en medeleerlingen
13
Principe 2 PRINCIPE 2 Ontwikkeling van het brein verschilt sterk per persoon Brein zoekt naar betekenis Iedereen leert anders Jan Vermunt David Kolb Jelle Jolles Hersenscan laat zien welke strategie wordt gebruikt Onderzoek laat zien:Stimuleer het gebruik van verschillende leerstijlen Hersenontwikkeling gaat paralel aan de ontwikkeling van de taal Op het moment dat de persoon de taak goed kan uitvoerenis er geen extra activiteit meer zichtbaar in het brein
14
De invloed van de omgeving
Ieder stel hersenen is uniek: zelfs bij identieke tweelingen is bv. een groot deel van het brein verschillend. De omgeving is van meer invloed op de structuur van de hersenen dan genetische factoren.
15
Leerstijlen van Jan Vermunt
Reproductiegericht Betekenisgericht Toepassingsgericht Ongericht
16
Vraag: Wat had u vroeger voor leerstijl in het voortgezet onderwijs?
Hoe houdt u met dit principe rekening tijdens uw lessen?
17
Veranderbaarheid Jung Kolb Vermunt
Leerstijl is een in de persoon (nature) verankerde persistente (hardnekkig) neiging Jung Kolb Organisatie-psychologie LSI: (1975) leerstijl-inventaris Vermunt Wetenschap-pelijk ILS: inventaris LS test Mensen hebben een voorkeur om de leercyclus in te gaan
18
Principe 3 Je onthoudt de stof makkelijker door er met
Je leert het meest als je het uitlegt aan anderen Leerlingen zijn gevoelig voor de peergroep Eveline Crone Norm Green Spencer Kagan
19
Samenwerkend Leren: vijf sleutelbegrippen
Positieve wederzijdse afhankelijkheid Individuele aanspreekbaarheid Directe interactie Aandacht voor sociale vaardigheden Aandacht voor groepsprocessen
20
Maar: doe het altijd zélf!!
Groepen samenstellen Genummerde hoofden Heterogeen, op leer- stijlen Heterogeen, op type intelligentie Vaardigheden Heterogeen, op cijfers Op samenwerkings-type Op.. .. Maar: doe het altijd zélf!!
21
Oefening: Bedenk iemand waar je bijzonder goed mee kan samenwerken;
Wat is jouw kracht in die samenwerking? En van de ander? Ken je iemand waar je bijzonder slecht mee kunt samenwerken? Wat is het verschil tussen jullie?
22
Principe 4 Het gaat er niet om hoe intelligent je bent, maar hoe je intelligent bent Horen, zien en doen Howard Gardner
23
Vraag: Bedenk iemand in Uw omgeving waarvan U vindt dat hij/zij zeer intelligent is. In welk opzicht is die persoon intelligent?
24
Meervoudige Intelligentie
“ Het gaat er niet om hoe intelligent je bent, maar hoe je intelligent bent” Toelichting De theorie van Meervoudige Intelligentie van Howard Gardner is gebaseerd op een brede kijk op intelligentie. Voor Gardner is de vraag die gesteld wordt middels de IQ-test “Hoe intelligent is een leerling” te beperkt. Er is volgens hem geen sprake van een algemene intelligentie-factor, die te vangen zou zijn in een enkel cijfer. Het gaat hem meer om de vraag “Hoe je intelligent bent”, waarbij hij voorlopig uitgaat van acht verschillende intelligenties. Wil je de mens, de leerling, in de volle breedte waarderen dan zou je daar ook vanuit deze brede visie op intelligentie naar moeten kijken.
25
Howard Gardner Neuropsycholoog
* 1943 Neuropsycholoog Professor of Cognition and Education in Harvard 1983: Frames of mind 1993: Multiple Intelligences
26
Meervoudige Intelligentie
Howard Gardner: “Leren is het vermogen van de mens om problemen op te lossen ……en ook het vermogen om nieuwe problemen te bedenken” ..met als doel zich aan de omgeving aan te passen!! Om te overleven
27
Meervoudige intelligentie
Taalkundig: spreek-, lees- en schrijf-vaardigheid Intrapersoonlijk: zelfbeeld, karakter, levensloop, passie, droom, ideaal, leerstijl Interpersoonlijksamenwerken, communicatie, relaties Logisch/ mathematisch: analyseren, logisch denken, gevoel voor cijfers Natuurlijk: ontleden/determinatie, gevoel voor planten en dieren, betrokkenheid bij de wereld Lichamelijk/ motorisch; vrijheid van bewegen, ritmegevoel, leren door doen Howard Gardner Visueel/ruimtelijk: ruimtelijk inzicht, vorm, kleding, kleurgevoel Muzikaal/ritmisch: muzikaliteit, stemgebruik/ zang, ritmegevoeligheid
28
Kernpunten in de theorie MI
Iedereen is in het bezit van alle intelligenties De meeste mensen ontwikkelen de intelligenties tot een adequaat niveau Intelligenties werken samen Er zijn verschillende manieren om intelligent te zijn binnen een bepaald gebied Toelichting Iedereen is in het bezit van alle intelligenties Sommige mensen zijn heel ruim bedeeld met een bepaalde intelligentie (zoals bijvoorbeeld Mozart wat betreft de muzikale intelligentie) en bij andere is een intelligentie slechts in rudimentaire vorm aanwezig. De meeste mensen bevinden zich ergens tussen twee uitersten in. De meeste mensen ontwikkelen de intelligenties tot een adequaat niveau De meeste mensen ontwikkelen de intelligenties tot een adequaat niveau, maar het is juist voor het onderwijs van belang dat de ontwikkeling van een bepaalde intelligentie bij sommige leerlingen achtergebleven kan zijn en extra aandacht verdient. Sommige leerlingen meer dan normaal moeite met taal (dislexie), rekenen (discalculie), hebben moeite met sociale vaardigheden of zijn slecht in staat tot zelfreflectie (intrapersoonlijke intelligentie). Het is goed ons als onderwijsgevenden te realiseren dat dergelijke ‘achterstanden’ in bepaalde intelligenties op evenveel begrip en aandacht moeten kunnen rekenen als een matige aanleg voor een vak als natuurkunde. Intelligenties werken samen Door de intelligenties apart te presenteren ontstaat de indruk dat zij geïsoleerd een rol spelen, maar dat is natuurlijk niet het geval. Intelligenties werken met elkaar samen. Denk maar aan het bereiden van een het spelen van een partijtje voetbal. Het lijkt te gaan om lichamelijk motorische intelligentie, maar er komt veel meer bij kijken: je hebt strategisch inzicht in het spel nodig (logisch), ruimtelijk inzicht (visueel), je communiceert met medespelers (taalkundig en interpersoonlijk), je moet kunnen leren van je ervaring (intrapersoonlijk). Evenals bij leerstijlen worden de intelligenties apart benoemd om ze kunnen onderzoeken op hun karakteristieken. Intelligenties werken samen, maar je kunt onderscheid maken tussen de ‘doelintelligentie’ en de ‘ondersteunende intelligenties’. Het is belangrijk om je bij het ontwerpen van onderwijsmodules af te vragen welke ‘doelintelligentie’ je wilt ontwikkelen. Sommige jongens zijn erg goed in de exacte vakken (logische intelligentie), maar hebben een achterstand op het gebied van sociale vaardigheden. Door hen samen met anderen aan wiskundesommen te laten werken stimuleer je de interpersoonlijke intelligentie (doelintelligentie) en gebruikt daarbij de logische intelligentie (ondersteunende intelligentie). Er zijn verschillende manieren om intelligent te zijn binnen een bepaalde categorie Een bepaalde intelligentie kan op verschillende manieren tot uiting komen. De taalkundige intelligentie bijvoorbeeld kan zich manifesteren in schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid of in luistervaardigheid. Het is voor het onderwijs van belang om ook het talent te (h)erkennen als het zich manifesteert op formele manier (zoals onderwezen en getoetst in het curriculum) maar ook oog te hebben voor ínformele manifestaties van een intelligentie. Misschien is een leerling niet zo sterk in het schrijven van een opstel of een verslag, maar blijkt zij wel verbaal sterk op het schoolplein tussen andere leerlingen. Daarom is het van belang om per intelligentie te omschrijven op welke verschillende manieren die zich uit en dat ook te betrekken in het onderwijzen en beoordelen.
29
Oefening: interpersoonlijke intelligentie
Schrijf op voor uzelf: Van welke collega’s, die hier aanwezig zijn, kent U de hobby ? Doel Klein onderzoekje van het ‘sociale web’ van dit groepje. Interpersoonlijke mensen praten veel met veel verschillende mensen. Vaak niet alleen over werk en zaken maar ook over meer persoonlijke dingen. ‘Hobby’ is een veilig onderwerp om te testen hoe interpersoonlijk je bent. Reflectie Wie kent van meer dan n collega’s de hobby? (x is afhankelijk van de groepsgrootte; Neem voor n de helft van het totaal). Daarna het aantal steeds verhogen/verlagen om de kampioen ‘hobby’s kennen er uit te selecteren. Kennen jullie de ‘kampioen’ inderdaad als iemand met een sterke interpersoonlijke intelligentie? Hoe merk je dat?
30
Voorbeelden van opdrachten
Overleg met elkaar: Voor wie is deze opdracht het meest geschikt en waarom Teken uit het hoofd de kaart van Europa Een poster van gezonde voeding Maak een limerick Bestudeer een kaart en geef instructies hoe er te komen Maak een levende grafiek Speel de processen in de cel na Maak een fotoserie over relaties
31
Principe 5 Maak van de losse feiten een samenhangend geheel Mindmap
Project Opbouw boek Transfer Tony Buzan Gerard Westhoff
33
Principe 6 Herhalen, herhalen, herhalen
En neem letterlijk en figuurlijk ruimte Reflectie Focus Timemanagement plannen Stephen Covey
34
Feiten Hersenen Bestaan voor 80% uit water Gebruiken 20% van onze energie Hippocampus: opslagplaats feiten en info Thalamus: filtert de informatie
35
Vorm een groep met je directe collega’s
Wat heb je nog onthouden van vanmorgen? En wissel de antwoorden van de expertgroepen uit.
36
Als ik niet begin met de belangrijke dingen kom ik altijd tijd tekort
Verhaal met de keien, kiezels, zand, water Als ik niet begin met de belangrijke dingen kom ik altijd tijd tekort Als je nu je activiteiten beschrijft, wat zijn dan de keien, kiezels, zand en het water En waar ben je nu dan het meeste mee bezig geweest?
37
Zoek je eigen soortgenoten op Lunchvraag:
Hoe zou voor jouw dier de ideale school/les/begeleiding er uit zien?
38
Op onderzoek gebaseerde strategieën didactische strategieën die echt goed werken
Identificeren van overeenkomsten en verschillen Samenvatten en notities maken Inspanningen bevestigen en erkenning geven Huiswerk en oefening Non-verbale representatie Coöperatief leren Doelen stellen en feedback geven Vragen formuleren en hypothesen testen Voorkennis activeren met vragen aanwijzingen en kapstokken
39
Mindmappen Vul nu de takken aan Pak een vel Draai het vel in landscape
Zet in het midden: principe 5 zet daar omheen 4 takken Schrijf op de eerste tak: wat Schrijf op de tweede tak: Hoe Schrijf op de derde tak: Waarom Schrijf op de vierde tak: voorbeelden Vul nu de takken aan
40
Wat blijft er hangen van wat we leren?
20 % van wat we horen 30 % van wat we zien 50 % van wat we zien en horen 70 % van waar we over gediscussiëerd hebben met anderen 80 % van wat we persoonlijk ervaren hebben 95% van wat we uitleggen aan anderen
41
Principe 7 Uitdaging zonder angst en vrees Feedback verwachtingen
Vygotsky Luc Stevens
42
Emotie hoort bij feedback
De boodschap komt pas binnen als die gepaard gaat met emotie Dus geen “laissez faire”. De docent heeft hierin een belangrijke rol.
43
Herwaardering van de docent
Conclusies Docent speelt cruciale rol bij kwaliteit van het onderwijs Er zijn geen kant en klare recepten De professionaliteit van de docent staat centraal
44
Tips Bied structuur en regels Heb oog voor de individuele leerling
Straal passie uit voor je vak Geef veel complimentjes als jongeren iets goed doen
45
De goede dingen doen Van leerstofgericht naar leerlinggericht Sta open voor kennis over hoe we leren Basiskennis is essentieel Werk samen Geef veel praktische(niet schriftelijk) instructie, waarbij de docent de leerling begeleidt door de stappen van het leerproces Houd rekening houden met deze 7 principes
46
Het puberbrein Hangen of meedoen: Rol van de leerling?
Balans tussen sturen en loslaten Aandachtspunten Verschuivend bioritme Plannen, organiseren, prioriteiten stellen, anticiperen en problemen oplossen Risico’s inschatten Puberbrein binnenstebuiten
47
Het puberbrein Het is denkbaar dat de prefrontale cortex in de adolescentieperiode extra kneedbaar is. Het is dus nu of nooit M.Westerberg
48
Uitdaging van het onderwijs
Vorm geven aan verschillen Aandacht geven aan talenten Zacht op de persoon en hard op de taak Keuzes beperken Helpen goede keuzes te maken Pubers willen snel resultaat
49
Feiten 61% van de jongeren wil beroemd worden
Meer dan de helft van de Ned. jongeren heeft voor het eerst sex op 17 jarige leeftijd of ouder In Nederland stuurt de gemiddelde puber 100 sms –jes per maand Vandalisme is tussen het hoogst Pubers hebben nog weinig inlevingsvermogen
50
Pubers nemen meer risico
A: Volwassenen B: Jongeren (18 –20) C: pubers Risicovolle handelingen C B A Alleen Met een ander
51
Onderwijsmanagers Toon voorbeeldgedrag
Laat zien dat je in leerlingen investeert; kantine, muziekinstallatie, buitenmeubilair Geef jongeren mogelijkheden om trots te zijn De beste adviseurs lopen op school rond Hebben een visie op: Omgaan met leerlingen en wat goed onderwijs is
52
Evidence op klassenniveau?
Conclusie: onderwijs is te complex voor eenvoudige recepten Effecten hangen af van: Mate waarin de aanpak aansluit bij de leerdoelen En bij wat leerlingen nodig hebben om deze te behalen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.