4.1 Van probleem tot prototype

Presentatie over: "4.1 Van probleem tot prototype"— Transcript van de presentatie:

1 4.1 Van probleem tot prototype

2 De ontwerpcyclus

3 De ontwerpcyclus De probleemanalyse: Breng de problemen en wensen van de gebruikers in kaart Het programma van eisen: Hierin staat precies beschreven aan welke eisen het perfecte product moet voldoen (deel)uitwerkingen bedenken: De ontwerpers zoeken verschillende oplossingen voor het realiseren van de eisen

4 De ontwerpcyclus Ontwerpvoorstel formuleren: Wat is de beste combinatie van ideeën die voldoet aan zoveel mogelijk punten uit het programma van eisen Ontwerp realiseren: Het prototype wordt gemaakt Ontwerp testen en evalueren: Het prototype wordt onderworpen aan een uitgebreid testprogramma, waarin elke eis uit het ontwerpvoorstel wordt getoetst.

5 Octrooirecht Octrooirecht: het alleenrecht om een uitvinding te produceren, te verkopen of anderszins te gebruiken. Een octrooi kan betrekking hebben op een product, een inrichting, een nieuwe toepassing van een bekend product, een werkwijze of een combinatie hiervan. De octrooihouder heeft het alleenrecht op de inkomsten uit verkoop of verhuur en kan licenties aan anderen verlenen

6 Octrooirecht Octrooien zijn alleen geldig in de landen waar het octrooi is verleend Het octrooi heeft meestal een geldigheid van twintig jaar, voor medicijnen is verlenging met vijf jaar mogelijk

7 Eisen van een goed ontwerp
Functionele eisen: het product moet doen wat je ervan verwacht,b.v. op een stoel moet je kunnen zitten Ergonomische eisen: gebruiksvriendelijkheid. Een ergonomisch ontwerp houdt er rekening mee dat elke mens uniek is. Sociaal-economische eisen: producten moeten er goed uitzien, lang meegaan en liefst ook nog betaalbaar zijn. Ethische eisen: het product en de fabricage mogen het milieu zo min mogelijk belasten. Verder moeten de arbeiders eerlijk worden behandeld en mag er geen sprake zijn van kinderarbeid

8 percentielwaarden P5: voorbeeld: 5 % van de gemeten personen is kleiner dan de gemeten lichaamsmaat P95: 95 % van de gemeten personen is kleiner dan de gemeten lichaamsmaat P50: 50 % van de gemeten personen is kleiner dan de gemeten lichaamsmaat

9 Percentielwaarden De normale verdeling:

10 Percentielwaarden Laagpercentielstrategie: Hoogpercentielstrategie:
Voorbeeld: hoogte van een brievenbus Kenmerk: geschikt voor kinderen en rolstoelgebruikers Hoogpercentielstrategie: Voorbeeld: hoogte van een deuropening Kenmerk: geschikt voor lange mensen Gemiddelde percentielstrategie: Voorbeeld: hoogte van een toiletpot Kenmerk: geschikt voor lange en korte mensen

11 Percentielwaarden Verstelbaarheidsstrategie : Variantstrategie:
Voorbeeld: de hoogte van een fietszadel Kenmerk: kan aan eigen lengte worden aangepast Variantstrategie: Voorbeeld: afmetingen meubilair basisschool Kenmerk: afmetingen afhankelijk van lengte kinderen