De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wat?! Waar?! Wanneer?! Wie?! 1997: Kyoto (Japan) 2000: Den Haag (Nederland) 2001: Bonn (Duitsland) 2001: Marrakesh (Marokko) 2003: Moskou (Rusland)

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wat?! Waar?! Wanneer?! Wie?! 1997: Kyoto (Japan) 2000: Den Haag (Nederland) 2001: Bonn (Duitsland) 2001: Marrakesh (Marokko) 2003: Moskou (Rusland)"— Transcript van de presentatie:

1

2

3 Wat?! Waar?! Wanneer?! Wie?!

4 1997: Kyoto (Japan) 2000: Den Haag (Nederland) 2001: Bonn (Duitsland) 2001: Marrakesh (Marokko) 2003: Moskou (Rusland) 2004: Buenos Aires(Argentinië) 2009: Kopenhagen (Denemarken) 2011: Durban (Zuid-Afrika) 2012: Qatar

5 * Verenigde Staten

6 1.5 Maatregelen en doelstellingen

7 2.1. Voorziene reducties in het Kyotoprotocol 2.2. Reductiemechanismen 2.3. De Belgische bijdrage

8 * 1997 * Minstens 55 landen die samen minstens 55% van de totale CO 2 -uitstoot vertegenwoordigen voor inwerkingtreding * Reductie altijd minstens 5% binnen 2008 – 2012 (5 jaar) * Reductienorm afh. van economie van dat land * Referentiejaar is altijd 1990 2.1 Voorziene reducties

9 * Voorbeelden van reducties: * VS (nu 33% van alle uitstoot) moet 7% inleveren * Japan: - 6% * EU (geheel): - 8% * EU: grote onderlinge verschillen * Denemarken: - 21% en Luxemburg: -28% * Portugal: + 27% en Griekenland: + 25% * Doelstelling niet halen? Extra reduceren: 1,3*norm * Tabellen: zie cursusblaadjes 2.1 Voorziene reducties (2)

10 * Een land kan de uitstootnorm verhogen m.b.v. de reductiemechanismen. * Dus niet altijd reductie nodig… * 3 mechanismen: * Emissiehandel (‘the carbon market’) * CDM * JI 2.2 Reductiemechanismen

11 * Land X stoot minder uit dan toegelaten en land Y meer dan toegelaten? X verkoopt uitstootrechten aan Y. * ‘Schone lucht kopen’ * Voorbeeld: Hongarije max. 12 ton CO 2 (maar slechts 5 ton effectief). België max. 24 ton CO 2 (maar 30 ton effectief). Hongarije verkoopt voor 6 ton uitstootrechten aan België. 2.2.1 Emmissiehandel

12 * Mechanisme tot schone ontwikkeling * Groene investeringen leveren credits op van elk 1 ton CO 2. * Investeren in bv. windmolens, waterkrachtcentrales of biomassacentrales * Armere landen geven na investeringen uitstootrechten automatisch door 2.2.2 Clean Development Mechanism

13 * Gezamenlijke uitvoering * Land X geeft reductie door aan land Y via ERU’s (Emission Reduction Units), elk goed voor 1 ton CO 2. Land Y haalt doelstelling, X krijgt geld. 2.2.3 Joint Implementation

14 * Te behalen: 7,5%. * Geslaagd in 2009 en 2010 2.3.1. De werkelijke reductie 2009: extra marge van 7% Stijging in 2010 door industrie en huishoudens: heroplevende economie en strenge winter 2.3 De Belgische bijdrage

15 Emissie in Vlaanderen 1990 – 2010 (ETS = Emission Trading System) 2.3.1 De werkelijke reductie

16 * Nauwelijks door rechtstreekse reductie * CDM (162 miljoen €; 11,3 miljard kg lucht) * Wind-, waterkracht- en biomassacentrales DUURZAAM? * Neen: slechts sommige sectoren in België reduceren zelf * Neen: landen waarin we investeren zijn zelf rijk genoeg * Ja: duurzame investeringen 2.3.2 Hoe halen we de doelstellingen?

17 * We werken niet aan onszelf: lapwerk * 2009 – 2010: norm niet met glans gehaald * Probleem hier blijft bestaan 2.3.3 Is onze methode duurzaam?

18

19 * T aardopp. > warmte-instraling + interne aardwarmte * Zonder broeikaseffect: T = -18°C >< huidige 15 °C * In stand houden evenwichtstemperatuur => Broeikaseffect maakt leven mogelijk 3.1 Voordeel van het broeikasaffect

20 * CO 2 T * CO 2 - gehalte reageert trager * T veel sneller: binnen de 40 jaar 3.2 Verband temperatuur en CO 2

21 NaamFormuleCO 2 -equivalent KoolstofdioxideCO 2 1 MethaanCH 4 25 DistikstofoxideN2ON2O310 ChloorfluorkoolstofverbindingenC x F y Cl z 5700 tot 11900 ZwavelhexafluorideSF 6 22200 StikstoftrifluorideNF 3 17000 3.3 Soorten broeikasgassen en CO 2 -equivalenten

22 MenselijkNatuurlijk Koolstofdioxide Verbranding fossiele brandstoffen Bosbranden, vulkaanuitbarstingen Methaan Veeteeltmoerassen Distikstofoxide Kunstmest/chemische industrie / Zwavelhexafluoride Elektrotechniek/ metaalverwerking / Stikstoftrifluoride LCD-schermen/ zonnepanelen / Waterdamp / • 2/3 broeikaseffect • watercyclus • Stijgende T verergert dit natuurlijke proces

23 In jaren Methaan 10 KoolstofdioxideMoeilijk te specifiëren: 30 tot 95 Lachgas100 Zwavelhexafluoride 300 tot 3200 NF 3 740 3.4 Levensduur van de gassen

24 * Vroeger 280 ppm CO 2 * Vandaag 391 ppm CO 2 * 41% gestegen! * Laatste jaren: grootste toename * 350 ppm limiet * Belang ijstijden * Concentratie daalt 4.1 Historische evolutie

25 4.2 Recente evolutie vanaf 1750

26 * Concentratie CO 2 stijgt * 2 ppm/jaar (laatste 10 jaar) * Factoren * Stijgende populatie * Gebruik fossiele brandstoffen * Bomen * Verliezen bladeren in winter * Ontbossing 4.3 Laatste decennia

27 * Belangrijke cijfers * Amerika: 5,5 mld ton * Europa: 4,2 mld ton * Azië (zonder China, Indië): 2 mld ton * China: 7,0 mld ton * OL: stijging 4.4 Jaarlijkse uitstoot (miljard ton CO 2 )

28 4.5 Evolutie van andere broeikasgassen

29

30 * Voorzetting Kyoto-protocol! (2017-2020) * Start wettelijk bindend wereldwijd akkoord! (2015  2020) * Werkplan emissiereducties! * Groene Klimaatfonds (2020  100 milj) * Verder uitvoeren Cancun! (vb. Tegengaan ontbossing) 5.1 Beslissingen Durban 2011

31 * Geen verregaande maatregelen! * Geen alternatief Kyoto-protocol (voortzetting) * Negatief  China, USA, Japan, Canada, Rusland * Wel nieuw akkoord (2015)  te laat! (onmogelijk beperking 2°C) * Groen Klimaatfonds: ontoereikend. (leningen! verhogen schulden) 5.2 Gevolgen beslissingen: Gaat het de goede weg op?

32 * Goedkeuring EU “Energie-Klimaatpakket” (  uitstoot verminderen 20 %!) * 25 % echter nodig! (IPCC) * EU: 20 % energie-efficiëntie * EU: 20 % hernieuwbare energie * Langetermijnvisie: koolstofarme economie -> lange termijn, te vrijblijvend, kosten? (ontwikkelingslanden!), globale opwarming onder 2°C 5.2 Gevolgen beslissingen: Gaat het de goede weg op?

33 * IPCC-Scenario’s * A1:globalisering, nadruk op menselijk vermogen. * A2:regionalisering, nadruk op menselijk vermogen * B1:globalisering, nadruk op duurzaamheid en eerlijke verdeling * B2: regionalisering, nadruk op duurzaamheid en eerlijke verdeling

34

35 * G: 2°C * G+: 2°C * W: 4°C * W+:4°C

36 * Adaptatie: korte termijn plan * Mitigatie: lange termijn plan

37


Download ppt "Wat?! Waar?! Wanneer?! Wie?! 1997: Kyoto (Japan) 2000: Den Haag (Nederland) 2001: Bonn (Duitsland) 2001: Marrakesh (Marokko) 2003: Moskou (Rusland)"

Verwante presentaties


Ads door Google