Hoofdstuk 1: Nederland en de wereld

Presentatie over: "Hoofdstuk 1: Nederland en de wereld"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 1: Nederland en de wereld

2 Internationale handel, omdat
- Bepaalde producten worden en/of kunnen niet gemaakt worden in een land In andere landen kan het product goedkoper gemaakt worden Internationale concurrentiepositie De mate waarin het bedrijfsleven in een land beter of slechter kan concurreren (wedijveren) met het bedrijfsleven in een ander land.

3 Internationale concurrentiepositie is afhankelijk van;
1. Natuurlijke omstandigheden - Klimaat - Aanwezigheid grondstoffen Geografische omstandigheden 2. Loonkosten per product -  Totale loonkosten Aantal gemaakte producten - Arbeidsproductiviteit 3. Infrastructuur Aanvoer grondstoffen kan sneller & soepeler tussen bedrijven door betere infrastructuur

4 Internationale concurrentiepositie is afhankelijk van;
4. Historische oorzaken - Landen produceren van oudsher al bepaalde producten en zijn dit blijven doen. - Gehechtheid van consumenten aan een product

5 Uitbreiding Europese Unie
Finland Zweden Ierland Denemarken Groot-Brittanië Nederland Luxemburg België Duitsland Frankrijk Oostenrijk Portugal Spanje Italië Griekenland

6 Landen van de Europese Unie

7 Animatie Uitbreiding EU
De EU heeft nu 27 landen, waarvan 15 landen met de euro…

8 Eurolanden per 1 januari 2002
DING FLOF BIPS óf BIG FLIP FONDS Duitsland Ierland Nederland Griekenland Finland Luxemburg Oostenrijk Frankrijk België Italië Portugal Spanje

9 Eurolanden per 1 januari 2002
DING FLOF BIPS Duitsland Ierland Nederland Griekenland Finland Luxemburg Oostenrijk Frankrijk België Italië Portugal Spanje 1 januari  Slovenië 1 januari 2008  Cyprus & Malta 1 januari 2009  Slowakije Je kan dus nú in 16 landen met de euro betalen…

10 ██ Eurozone ██ EU-lidstaat met als doel de euro in te voeren op 1 januari 2009 (Slowakije)‏ ██ EU-lidstaten met verplichting de euro in te voeren ██ Referendum over de euro te houden in de nabije toekomst (Denemarken)‏ ██ EU-lidstaten die een opt-out hebben op het invoeren van de euro ██ Gebieden buiten de EU die de euro gebruiken middels een overeenkomst met de EU de euro gebruiken zonder een overeenkomst met de EU

11 ██ Eurozone ██ EU-lidstaten die aan het ERM-II deelnemen ██ EU-lidstaten met munt met een vaste wisselkoers ten opzichte van de euro ██ EU-lidstaten met munt met een zwevende wisselkoers ten opzichte van de euro ██ niet-EU-lidstaten met munt met een zwevende wisselkoers ██ niet-EU-lidstaten met munt met een vaste wisselkoers ██ niet-EU-lidstaten die niettemin de euro gebruiken Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad zijn niet op de kaart aangeduid

12 Euromunten

13 Vreemde valuta of deviezen
Buitenlands geld. Wisselkoers De prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt. $ 1,0 = € 0,80 en dus is € 1,00 = $ 1,25.

14 GWK Travelex wisselkoersen geldig op: woensdag 6 mei 2009
Valuta U verkoopt U koopt Amerika - dollar 1,4611 1,2418 China - yuan renminbi 10,0000 7,8000 Groot Brittanie - pond 0,9645 0,8172 Marokko - dirham 12,4800 9,3400 Nieuw-Zeeland - dollar 2,5170 2,0180 Japan - yen 144,4200 116,7300 Turkije - Turkse Lira (nieuw) 2,2911 1,7870 Turkije - Turkse lira (oud) ,0000 n.v.t.

15 Turkse Lira… Na de inflatie tijdens de jaren 1970 tot 1990 was de Turkse munteenheid bijna niets meer waard. Van 9 lira per dollar in de late jaren 1960 devalueerde de lira tot ongeveer 1,65 miljoen lira per dollar in 2001. De reden hiervoor was dat de toenmalige president om de buitenlandse schulden af te betalen in grote hoeveelheden geld liet drukken. Het drukken van dit geld had als gevolg dat de munteenheid devalueerde. Eerste minister Recep Tayyip Erdoğan noemde het probleem een nationale schande. In december 2004 keurde het parlement een plan goed om 6 nullen te schrappen, en een nieuwe munteenheid te creëren.

16 Wisselkoers Wisselkoers is de prijs van een valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. Voorbeeld: Kopen Verkopen Amerikaanse dollar 1,2418 0,6844 De biedkoers is de koers. Het is de prijs die de bank voor je buitenlandse valuta wil betalen. Geld dat je overhoudt van je vakantie en die je terugbrengt naar de bank…  De laatkoers is de koers. Het is de prijs die jij voor buitenlandse valuta moet betalen. laagste hoogste Je gaat op vakantie en je wilt alvast wat buitenlands geld meenemen, dan moet je dit betalen aan de bank

17 Rekenen met wisselkoersen…
GWK Travelex wisselkoersen geldig op: woensdag 6 mei 2009 Valuta U verkoopt U koopt Amerika - dollar 1,4611 1,2418 Je wilt op vakantie en koopt voor € Amerikaanse dollars bij de bank  Hoeveel Amerikaanse dollars krijg ik? 1.000 x $1,2418 = $ 1.241,80 Helaas de vakantie kan niet doorgaan en wisselt je dollars weer om in euro’s  Hoeveel euro krijg ik? . 1 1, = 0,6844 0,6844 x $1241,80= € 849,91 De bank verdient dus geld aan het kopen/verkopen van valuta, dit is de winst!!!  € 150,09

18 Multinationals: Bedrijven met fabrieken in verschillende landen

19

20 Indexcijfers waarde uit de betreffende periode Indexcijfer = waarde uit het basisjaar x 100 Een indexcijfer is een verhoudingsgetal, dus géén procenten… Indexcijfer 104,5 Betekent dat iets met 4,5 % is gestegen tov het basisjaar. Indexcijfer 97,3 Betekent dat iets met 2,7% is gedaald tov het basisjaar.