Download de presentatie
GepubliceerdSandra Meyer Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 5 t/m 7
2
Sommige stadsbewoners blijven achter in de kenniseconomie.
Wie zijn dat?
3
Opleidingsniveau Vroeger werkten veel lageropgeleiden in de stad
Nu zie je juist meer yuppen in de stad, rijke, hoger opgeleiden Hierdoor ontstaat ruimtelijke polarisatie er ontstaan wijken waar bijna alleen arme mensen wonen en wijken waar Bijna alleen rijke mensen wonen
4
De duale arbeidsmarkt is in de wijken van de stad herkenbaar.
Er is ruimtelijke polarisatie.
5
Duale arbeidsmarkt Someone told me Monday, someone told me Saturday Wait until tomorrow and there's still no way Read it in a book or write it in a letter Wake up in the morning and there's still no guarantee
6
In de ene wijk: goedkope huurwoningen slecht bouwmateriaal te hokkerig en klein slechte kwaliteit van de woonomgeving
7
Zo´n wijk is niet meer aantrekkelijk voor koopkrachtige inwoners
8
In de andere wijk: Dure appartementen Mooie winkels Veel voorzieningen
9
Probleem? Waarom is ruimtelijke polarisatie eigenlijk niet wenselijk?
10
Polarisatie Ruimtelijke polarisatie kan leiden tot sociale polarisatie er ontstaan conflicten tussen bevolkingsgroepen
11
Probleemwijken / Achterstandwijken / Prachtwijken / Krachtwijken
De oudere wijken met veel lager opgeleiden hebben vaak te lijden onder sociale polarisatie ze worden probleemwijken
12
Stadsvernieuwing Sloop of renovatie? Of toch herstructurering?
13
Herstructurering Dure huurwoningen en koopwoningen vervangen sociale huurwoningen De arme lageropgeleiden kunnen niet meer in de wijk wonen, rijkere hogeropgeleiden nemen hun plaats in dit noem je gentrificatie
14
Rotterdam, vele herstructureringswijken
Kop van Zuid
15
Kop van Zuid: herstructurering
16
Huidig huurbeleid De overheid wil meer beweging in de markt
Sociale huur tot € 652,52 per maand Vrije sector meestal duurder (vraag en aanbod) Verdien je meer dan euro per jaar, dan mag je niet gaan wonen in een sociale huurwoning Je moet dan kopen of huren in de vrije sector
17
Hoofdvraag: Waardoor ontstaat ruimtelijke polarisatie?
Wat kun je doen om sociale polarisatie te voorkomen?
18
De bouwtechnische kwaliteit van woningen in de stad is al sterk verbeterd.
Door welke beleidsmaatregelen kwam dat?
19
Asociaal gedrag ondertussen in de probleemwijken: asociaal gedrag
sociale en etnische spanningen (polarisatie) afname aantal voorzieningen
20
Problemen aanpakken in de multiculturele stad
21
Paragraaf 5 in het kort Wat is een duale arbeidsmarkt?
Wat is het verschil tussen ruimtelijke en sociale polarisatie? Wat is het doel van herstructurering? Waarom leidt dit tot gentrificatie?
22
Inbreiding of uitbreiding?
Buiten de huidige bebouwde kom Binnen de huidige bebouwde kom
23
Paragraaf 6 Nog een hoofdvraag:
Op welke twee manieren werken bestuurders samen aan de stedelijke ontwikkeling?
24
Gelaagde overheid In de ruimtelijke ordening moeten alle lagen van de overheid samenwerken Rijk structuurvisie (algemeen) Provincies structuurvisie (algemeen) Gemeenten bestemmingsplannen (specifiek)
25
Regionale samenwerking tussen bestuurders
bijvoorbeeld gemeente met gemeente, of provincie met provincie om tot meer eenduidig beleid te komen
26
Stedennetwerken en netwerksteden
27
Herindeling? Gemeentelijke of zelfs provinciale herindeling
Voorstel vier grote landsdelen: Groningen + Friesland + Drenthe = Noord Gelderland + Overijssel + Flevoland = Oost Noord en Zuid Holland + Utrecht = West Zeeland + Brabant + Limburg = Zuid
28
Publiek-private samenwerking (PPS)
De overheid legt geld bij om een nieuwbouw project te helpen financieren Dit gebeurt bijv. bij stadions of studentenwoningen
29
Wet gemeenschappelijke regelingen – plus (WGR-plus)
Extra laag in de overheid voor betere samenwerking
30
http://zembla. vara. nl/Afleveringen. 1973. html
31
Sectoren van de arbeidsmarkt
Primaire sector Landbouw, mijnbouw en visserij Secundaire sector Industrie Tertiaire sector Diensten
32
Amsterdammers wonen tegenwoordig in Stedebroec, Lelystad enz
Amsterdammers wonen tegenwoordig in Stedebroec, Lelystad enz. In hun oude woning wonen nu ……. ?
33
Paragraaf 7, 8 en 9 7 Sla dit stukje uit het blauwe boekje over
Gedeelten over eigen woonwijk (Funda) kun je overslaan, de rest is terug te vinden in de eerdere powerpoints en het boek Zie ook de powerpoint en het boek
34
Woningkenmerken en bewonerskenmerken
Waarom hangen ze zo sterk met elkaar samen? Met welke twee begrippen heeft dit te maken?
35
Paragraaf 10 Vraag 1 % eigendom % portiek / galerij % allochtonen
% uitkeringsafhankelijk % alleenwonend Vraag 2 Weinig sociale cohesie, slecht onderhoud, objectieve onveiligheid …
36
Locatievraagstuk Wel of geen asielzoekerscentrum?
Afweging van belangen
37
Vergeet ook niet … Geografische werkwijzen Geografische dimensies
Drempelwaarde, reikwijdte, verzorgingsgebied Modellen van Christaller en Burgess Sectoren van de arbeidsmarkt Buurtprofielen met bewoners- en woningkenmerken
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.