Vliegen via een netwerk. Dit heeft de volgende deelnemers •Éen Host: Dit kan zijn een bestaand netwerk via internet(IVAO, VATSIM) of de flightsimulator.

Presentatie over: "Vliegen via een netwerk. Dit heeft de volgende deelnemers •Éen Host: Dit kan zijn een bestaand netwerk via internet(IVAO, VATSIM) of de flightsimulator."— Transcript van de presentatie:

1 Vliegen via een netwerk

2 Dit heeft de volgende deelnemers •Éen Host: Dit kan zijn een bestaand netwerk via internet(IVAO, VATSIM) of de flightsimulator zelf. •Één of meerdere clients: Dit zijn de overige vliegers die via een netwerk op de host inloggen.

3 Host •Via multiplayer maakt deze een sessie aan eventueel voorzien van een paswoord. •Stelt de naam van de sessie, zijn IP adres, en het wachtwoord bekend aan zijn medespelers.

4 Client Deze zoekt m.b.v. het IP adres naar de sessie en neemt deel aan de sessie(joint).

5 Regels •Plaats je vliegtuig altijd op een parkeerplaats of bij een gate. •De vliegtuigtypen, waarmee wordt gevlogen, moeten op alle PC’s zijn geïnstalleerd. •Ieder deelnemend vliegtuig moet een uniek callsign hebben. •Zet crashdetectie uit.

6 IP- adres Internet Protocol adres Ieder apparaat in een netwerk heeft een uniek IP-adres, dit zijn vier getallen die de waarden 0 t/m 255 kunnen bevatten(b.v. 172.16.254.1). Bij gegevenstransport over het netwerk wordt de data in stukjes gehakt(IP pakketjes), welke worden voorzien van het IP adres van de afzender en van de geadresseerde. M.b.v. deze gegevens worden de pakketjes over het netwerk gerouteerd.

7 DHCP Dynamic Host Communication Protocol Dit is een protocol, waar bij het aansluiten op het netwerk en opstarten van het apparaat automatisch de juiste netwerkinstellingen worden ingesteld. Het apparaat krijgt hierbij zijn IP-adres toegewezen.

8 Internet Bij het aansluiten van een PC of router krijgt deze via het DHCP protocol van de provider één IP adres toegewezen. Dit adres is uniek op het internet en alleen voor jouw bestemd en er kan alleen via dit adres met jouw op het internet worden gecommuniceerd.

9 Breedband Router De router splitst het net in het wide area netwerk (de router maakt gebruik van het door de provider toegewezen IP adres) en het local area netwerk. In dit gedeelte deelt de router IP adressen uit. Voor dit doel beschikt de router over een blok IP adressen. Meestal loopt dit van 192.168.0.0 t/m 192.168.0.255. Hierbij is meestal het adres 192.168.0.1 voor de router zelf gereserveerd.

10

11

12 Functies Router •Vormt de verbinding met het internet(gateway). Zorgt voor het transport van de gegevens tussen de op het LAN aangesloten apparatuur en het internet. •Verzorgt het transport van de gegevens tussen de op het LAN aangesloten apparatuur onderling. •Deelt IP adressen aan de op het LAN aangesloten apparatuur uit.

13 Gateway Netwerk Adres Translation(NAT) •Als een IP pakketje via de gateway het internet op gaat dan wordt het IP adres van de afzender vervangen door het toegewezen internet adres. •De router onthoudt wie het IP pakket heeft verzonden. •Komt er een antwoord terug dan vervangt de router het internet adres door het adres van de vraagsteller en zend het door naar de vraagsteller. •Communicatie kan dus alleen plaatsvinden op initiatief vanuit het local area netwerk. Hierdoor is het in principe niet mogelijk om vanuit het internet op een PC in het lokale netwerk in te loggen( dus geen hosting)

14 Poortnummers Om verschillende processen tegelijkertijd van het netwerk gebruik te laten maken, wordt gebruik gemaakt van poortnummers. Hierbij wordt aan elk proces een poortnummer toegekend, welke aan het IP pakket wordt toegevoegd. Als ik bijvoorbeeld vlieg en gebruik maak van spraak, dan hebben de pakketten met spraakinformatie een ander poortnummer dan de pakketten. Hierdoor gaat de vlieginformatie naar de flightsimulator en de spraakinformatie naar Skype.

15 Poortnummers in gebruik bij de flightsimulator •23456 UDP FS2004/FSX •6073UDPFS2004/FSX •2302-2400 UDP FS2004/FSX

16 Portforwarding Hierdoor is het mogelijk om toch achter de router een flightsim host op te zetten Hierbij wordt in de router een lijstje gezet met de door de flightsimulator gebruikte poortnummers en het IP nummer van de PC waarop de host draait. Hierdoor is het mogelijk voor de van uit het internet op host in het lokale netwerk in te loggen.

17 Een host opzetten in het lokale netwerk voor internet vliegen. •Bepaal het IP nummer van de PC waarop de host draait. •Log in op de router en ga vanuit de firewall instelling naar portforwarding, activeer portforwarding en maak het lijstje. •Kijk in de router wat het WAN adres is. •Maak het WAN adres, sessienaam en paswoord bekend aan de spelers.

18 Inloggen op de Router Typ in de internetbrowser het volgende in: http://IP adres van de router/ (b.v. http://192.168.0.1/). http://192.168.0.1/ Je logt hiermee in op de router na invullen van accountnaam en pasword. Hierna heb je toegang tot de router.

19 Eigen IP adres detecteren Ga via windows start naar Programma’s, Bureau accessoires, uitvoeren en klik op uitvoeren. Type cmd gevolgd door enter. Type ipconfig gevolgd door enter. Bij IPv4 vind je het IP adres

20 Spraak tijdens het vliegen •Bij een bestaand netwerk wordt vaak gebruikgemaakt van de Teamspeak software. Hiermee log je in op de teamspeak server behorende bij het netwerk. •Voor je eigen netwerk is Skype een goed alternatief(conference mogelijkheid). •FSX bezit een eigen spraakmodule.