Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJulia Verbeke Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Kinderarbeid in Engeland (19e eeuw)
2
Bron 11 Dokter Michael Ward
Vraag: Wat kunt u zeggen over de gezondheid van de arbeiders in katoen fabrieken? Antwoord: Ik heb vaak mensen uit fabrieken zien komen en af en toe patienten bezocht. Vorige zomer bezocht ik drie katoen fabrieken met dr. Clough uit Preston en meneer Barker uit Manchester en we konden het er nog geen tien minuten uithouden zonder naar adem te snakken. Hoe kunnen mensen die gedoemd zijn hier twaalf tot vijftien uur door te brengen dit verdragen? Als we rekening houden met de hoge temperatuur en de luchtvervuiling verbaast het mij zeer hoe de arbeiders deze opsluiting zo lang kunnen volhouden. Vraag: Wat kunt u zeggen over de gezondheid van kinderen in katoen fabrieken als u die vergelijkt met die van kinderen in andere beroepen? Antwoord: De gezondheid van kinderen in katoen fabrieken is veel slechter dan die van kinderen in andere beroepen. Vraag: Wat kunt u de commissie verder nog vertellen? Antwoord: Katoenfabrieken zijn slecht, zowel voor de lichamelijke als de geestelijke gezondheid van arbeiders. Het zijn broedplaatsen van ziektes en ondeugd. Vraag: Hebt u ongelukken met kinderen in de fabrieken waargenomen? Antwoord: Toen ik arts was in het ziekenhuis werden er regelmatig slachtoffers van ongelukken binnengebracht. Handen en armen van kinderen waren door de machines gepakt. In veel gevallen lagen de spieren en de botten bloot. Soms waren een of twee vingers verdwenen. Vorige zomer bezocht ik Lever Street School. 106 kinderen die op dat moment de school bezochten werkten in de fabriek. Bijna de helft van hen (47) had verwondingen opgelopen door de machines. Bron: ondervraging van Michael Ward door het Hogerhuis in 1819
3
Bron 12 John Fielden John Fielden, de derde zoon van Joshua Fielden werd op 17 januari 1784 geboren in Todmorden. Joshua Fielden was eigenaar van een kleine textiel fabriek. Toen John tien was werd hem gevraagd dagelijk tien uur in de katoenfabriek te komen werken.Na zijn leertijd werd John samen met vier broers partners in Joshua Fielden en Zonen. In Derbyshire, Nottingham en meer in het bijzonder in Lancashire werden de nieuw uitgevonden machines gebruikt in grote fabrieken die gebouwd waren op de oevers van rivieren om gebruik te kunnen maken van de waterwielen. Duizenden arbeidskrachten waren hier, ver van de steden, plotseling nodig. Vooral de kleine en vlugge vingers van kleine kinderen waren gevraagd. John Fielden, The Curse of the Factory System (1836) Op een bijeenkomst in Manchester beweerde een man dat een kind in een fabriek zo'n veertig kilometer per dag aflegt. Ik was verbaasd door deze opmerking en toen ik naar huis ging liep ik naar mijn fabriek en met een klok in de hand keek ik naar een kind dat aan het werk was en nadat ik een tijd naar haar had gekeken berekende ik de afstand die zij in een dag moest afleggen. Tot mijn verbazing kwam ik op zo'n 32 kilometer uit. John Fielden, rede in het Lagerhuis (9 mei 1836)
4
Bron 13 Hannah Brown, geboren in 1809 Vraag: Op welke leeftijd begon je in fabrieken te werken? Antwoord: Toen ik negen was. Vraag: Hoe lang werkte je? Antwoord: Ik begon om zes uur en werkte door tot negen uur 's avonds. Vraag: Hoeveel tijd kreeg je om te eten? Antwoord: Helemaal geen tijd. Vraag: Had dit gevolgen voor je ledematen? Antwoord: Ja, ik had veel pijn in mijn benen Vraag: Zijn je ledematen hierdoor misvormd? Antwoord: Ja, mijn beide knieën staan naar binnen Vraag: Werden er ook straffen uitgedeeld? Antwoord: Ja Vraag: Heeft meneer Ackroyd je ooit mishandeld? Antwoord: Ja, hij trok mij aan mijn haar en mijn oor en duwde mij en gaf mij meer dan eens klappen. Vraag: Werden andere kinderen ook zo mishandeld? Antwoord: Ja, Ik zag hoe hij een familielid van mij aan het haar trok. Vraag: Bedoel je dat hij haar aan het haar meesleepte? Antwoord: Ja, een paar meter. Ondervraging door Michael Sadler en een commissie van het lagerhuis op 13 juni 1832
5
Bron 14 In Tyldesley, vlakbij Manchester, kregen spinners die werkten bij een temperatuur van 27 tot 30 graden celsius in 1823, tijdens een staking een pamflet met de volgende boetes: In Tyldesley werken de spinners 14 uur per dag, het uur voor de maaltijd inbegrepen. Tijdens de werkuren is de deur op slot, behalve tijdens half uur theepauze. De arbeiders mogen in de hete fabriek geen drinkwater halen. Ze kunnen zelfs niet bij het regenwater omdat ze dat anders weleens zouden kunnen drinken. Boete s d Voor een spinner met het raam open 1 Voor een vuile spinner Voor een een spinner die zich wast Voor een spinner wiens olieblik niet op de goede plaats staat Voor een spinner die reparaties verricht met brandende gas lamp 2 Voor een spinner die zijn gaslamp te vroeg uit doet Voor een spinner die 's morgens zjn lamp te lang laat branden Voor een spinner die zijn lamp te hoog zet Voor een spinner die fluit Voor een spinner die vijf minuten na de laatste bel binnenkomt etc.
6
Bron 15 Kinderarbeid in de fabriek van Richard Arkwright Om de machines van Arkwright te bedienen waren slechts weinig mensen nodig, en dan nog alleen kinderen, geassisteerd dor een opzichter. Een kind kan gemiddeld evenveel produceren als tien volwassen. Met de Spinning Jenny kun je 100, 200 of meer draden tegelijk spinnen en er is slechts een persoon nodig om de machine te bedienen. Tien jaar nadat hij niet meer had bezeten dan 5 pond kocht Arkwright een landgoed van pond, terwijl duizenden vrouwen, als zij al werk konden krijgen, lange dagen bezig waren met spinnen en kaarden waarvoor zij niet meer dan vier of vijf pennies kregen. Ralph Mather, An Impartial Representation of the Case of the Poor Cotton Spinners in Lancashire (1780)
7
Sociale wetgeving De eerste op de industrie en de mijnen gerichte sociale wetgeving in Engeland kwam tot stand in De arbeidstijd van pauperkinderen (zeer arme kinderen) werd beperkt tot 12 uur per dag, terwijl geen nachtarbeid werd toegestaan. In 1819 werden kinderen beneden 9 jaar niet langer toegelaten in de katoenfabrieken, terwijl kinderen tussen 9 en 16 jaar niet langer dan 12 uur per dag mochten werken. In 1833 werden kinderen beneden 9 jaar uit alle textielfabrieken geweerd en de werkweek voor 18-jarigen werd beperkt tot 48 à 49 uur. In deze wet van 1833 werd ook een arbeidsinspectie in het leven geroepen en op overtredingen van de wet stonden boetes. Fabriekswet De fabriekswet van 1833 was een poging om in een tak van de industrie, de textielindustrie, een normale werkdag in te stellen. Het voorstel zag er als volgt uit: De werkdag begon 's morgens om 5.30 uur en duurde tot 's avonds 8.30 uur. Een jongere (tussen 13 en 18 jaar) mocht niet meer werken dan 12 uur per dag, waarvan 1,5 uur moest worden afgetrokken voor de maaltijden.Een kind van 9 tot 13 niet meer dan negen uur. Tussen 's avonds 8.30 uur en 's morgens 5.30 uur ('s nachts dus) mocht geen van deze jongeren werken.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.