Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMagdalena Meijer Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Ser en Estar Ser = zijn + een eigenschap ( langdurig, altijd)
Estar = zijn + een toestand (tijdelijk, op een bepaald moment geldend) + zich bevinden
2
De rijtjes Ser Estar Soy Estoy Eres Estás Es Está Somos Estamos Sois Estáis Son Están
3
Ser Eigenschap; Beroep; Nationaliteit, afkomst; Eigendom;
Tijd en datum. Dus: permanente eigenschappen en kenmerken
4
Por ejemplo: María y Pedro son de España. (nationaliteit)
Hoy es miércoles. (datum) La nieve es blanca (eigenschap) Soy profesora (beroep) El libro es de Pedro (eigendom)
5
Estar Gevoelens; Gezondheid; Toestand; Ligging van plaatsen;
Dus: tijdelijke of eenmalige situaties, situaties die kunnen veranderen.
6
Por ejemplo: Jesse está enfermo. (gezondheid)
Amsterdam está en Holanda. (ligging) Están muy bonitos hoy. (toestand) Estoy muy furiosa (gevoelens)
7
Ser vs Estar Wanneer gebruik je estar nog meer? En wanneer ser?
8
Aan het werk Maken oef 15, 16, 17 hst 3
Internet opdracht Ga naar de site: Kies: Spaans Vul bij zoeken (rechts boven) ser en estar in. Scroll naar: C1 Unidad 2. Klik daarop en maak alle oefeningen met ser en/of estar.
9
Internet opdracht: ser en estar Eerst laten zien, dan oefenen op de computer
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.