Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdKoenraad Hendrickx Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen
Sadi Podevijn HIAF
2
Overzicht Toepassingsgebied Definities Invoed van betekenis
‘Equity’-methode Toepassing van de ‘equity’-methode Enkelvoudige jaarrekening
3
Toepassingsgebied Administratieve verwerking van investeringen in geassocieerde ondernemingen, tenzij Deze deelnemingen worden aangehouden door venture capitalists of soortgelijke ondernemingen Opname aan reële waarde conform IAS 39 At fair value through profit and loss Wijzigingen in P/L Dus venture capitalists moeten deze aandelen opnemen aan reële waarde met wijzigingen in P/L. Het IASB gaat er immers van uit dat de informatie die zou worden gegeven door toepassing van de equity-methode op deze deelnemingen geen relevante informatie zou opleveren voor de lezers van de jaarrekening. De opname van deze deelnemingen aan fair value geeft betere informatie. Bovendien zou de wijziging van waarderingsmethode bij een wijzigend deelnemingspercentage de bruikbaarheid en leesbaarheid van de jaarrekening niet ten goede komen. Dit in tegenstelling met wat IAS 27 zegt: daar moeten wel alle dochterondernemingen door venture capitalists worden opgenomen
4
Definities (1/2) Geassocieerde onderneming
In geval van invloed van betekenis Participeert in de financiële en operationele beslissingen Geen echte controle, dus geen dochter noch joint venture Wanneer een geassocieerde onderneming op haar beurt ook dochters heeft, wordt met het resultaat van deze dochters slechts rekening gehouden voor zover het werd opgenomen in het resultaat van de geassocieerde onderneming.
5
Definities (2/2) ‘Equity’-methode
Een administratieve verwerkingsmethode waarbij de investering aanvankelijk tegen kostprijs wordt geboekt, en vervolgens wordt aangepast om rekening te houden met de wijziging van het aandeel van de investeerder in de nettoactiva van de deelneming na overname. De winst- en verliesrekening van de investeerder weerspiegelt het aandeel van de investeerder in de winst / het verlies van de deelneming.
6
Invloed van betekenis (1/3)
Wordt weerlegbaar vermoed van zodra een onderneming, direct of indirect, meer dan 20 % van de stemrechten van een andere onderneming aanhoudt A contrario bestaat er een weerlegbaar vermoeden dat er geen belangrijke invloed bestaat met minder dan 20 % Rekening houden met het bestaan van onmiddellijk uitoefenbare potentiële stemrechten Invloed van betekenis: deelnemen aan financiële en operationele beleidsbeslissingen, geen (gezamenlijke) zeggenschap Men veronderstelt ook vanaf 20% van de stemrechten in handen, maar is slechts een indicatie Steeds een weerlegbaar vermoeden! Substance over form Potentiële stemrechten: SIC 33
7
Invloed van betekenis (2/3)
Indicatoren van invloed van betekenis zijn: Vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur of equivalent orgaan; Participatie in de processen die strategie bepalen; Bij materiële transacties tussen investeerder en geassocieerde onderneming; Bij uitwisseling van management staf; Bij uitwisseling van essentiële technische informatie Dat een investeerde een invloed van betekenis heeft, kan doorgaans worden afgeleid uit: Vertegenwoordiging in de raad van bestuur Betrokkenheid bij beslissingen ten aanzien van dividenden of andere uitkeringen Materiële transacties tussen investeerder en de deelneming Uitwisselen van managementpersoneel Verschaffen van essentiële technische informatie
8
Invloed van betekenis (3/3)
Grotendeels vergelijkbaar met België: Invloed op de oriëntatie van het beleid Dit vermoeden bestaat eveneens vanaf 20 % van de stemrechten Let wel: opname in de enkelvoudige jaarrekening als “Onderneming waarmee een deelnemingsverhouding bestaat” vanaf 10 % van de stemrechten
9
‘Equity’-methode (1/3) Bij verwerving deelneming:
Boeking van de participatie aan kost Inculsief de goodwill! Wanneer een geassocieerde onderneming op haar beurt ook dochters heeft, wordt met het resultaat van deze dochters slechts rekening gehouden voor zover het werd opgenomen in het resultaat van de geassocieerde onderneming. Ook goodwill berekenen (op dezelfde manier als bij IFRS 3) , maar niet apart vermelden, maakt hier deel uit van de kostprijs. Geen afschrijvingen! Let op: Vergoedingen ontvangen van de investee verminderen de boekwaarde van de participatie: bijvoorbeeld dividenden die je ontvangt na aankoop van de participatie en die nog slaan op het vorige boekjaar (voor verwerving participatie). In België is dit niet geregeld. Voorbeeld 1: A heeft 30% van B AW deelneming bij A: 40 Netto-activa bij B: 100 100 x 30% = 30 Ontstaan goodwill van 10 Waarde in de geconsolideerde balans: Investeringen in geassocieerde ondernemingen: = 40 Boeking: Investering in geassocieerde onderneming 40 Aan deelneming in onderneming 40 Voorbeeld 2: Idem, maar A betaalde 20 bij aanschaf van de deelneming Ontstaan negatieve goodwill van 10 Waarde in de geconsolideerde balans: Investeringen in geassocieerde ondernemingen: 20, 10 in resultaat Investering in geassocieerde onderneming 30 Aan deelneming in onderneming 20 P/L negatieve goodwill
10
‘Equity’-methode (2/3) Voorbeeld
A koopt 30 % van de aandelen van B op 1/9 Prijs van de aandelen: 400 Reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen op 1/9: 1000 Aandeel A: 30% van 1000 = 300 Goodwill: 400 – (30% van 1000) = 100 Deze goodwill wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering: = 400 Ondernemingen onder equity-methode 400 Aan deelneming Wanneer een geassocieerde onderneming op haar beurt ook dochters heeft, wordt met het resultaat van deze dochters slechts rekening gehouden voor zover het werd opgenomen in het resultaat van de geassocieerde onderneming. Aandeel in resultaat: Verhoging boekwaarde participatie Aan aandeel in het resultaat investee (P/L) Let op: Vergoedingen ontvangen van de investee verminderen de boekwaarde van de participatie: bijvoorbeeld dividenden die je ontvangt na aankoop van de participatie en die nog slaan op het vorige boekjaar (voor verwerving participatie). In België is dit niet geregeld. Voorbeeld 1: A heeft 30% van B AW deelneming bij A: 40 Netto-activa bij B: 100 100 x 30% = 30 Ontstaan goodwill van 10 Waarde in de geconsolideerde balans: Investeringen in geassocieerde ondernemingen: = 40 Boeking: Investering in geassocieerde onderneming 40 Aan deelneming in onderneming 40 Voorbeeld 2: Idem, maar A betaalde 20 bij aanschaf van de deelneming Ontstaan negatieve goodwill van 10 Waarde in de geconsolideerde balans: Investeringen in geassocieerde ondernemingen: 20, 10 in resultaat Investering in geassocieerde onderneming 30 Aan deelneming in onderneming 20 P/L negatieve goodwill
11
‘Equity’-methode (3/3) Na de acquisitie: boekwaarde deelneming aanpassen aan Het aandeel van de investeerder in de resultaten van de geassocieerde onderneming Opnemen in resultatenrekening van de investeerder De wijzigingen aan eigen vermogen van de geassocieerde onderneming waarin werd geïnvesteerd die niet via de resultaten verlopen: herwaarderingen, koersverschillen, … Opnemen in eigen vermogen investeerder Vergoedingen ontvangen van de geassocieerde verminderen de boekwaarde van de participatie Opnemen in = tegenboeken in Idem toepassing vermogensmutatiemethode in België Geen rekening houden met eventuele potentiële stemrechten tgv warranten, …. Voor de berekening telt enkel het effectieve belangenpercentage! VOORBEELD bespreken
12
Toepassing van de ‘Equity’-methode (1/12)
Bij waardering van geassocieerde ondernemingen Uitzondering: niet van toepassing in geval De deelneming werd gekocht en enkel gehouden met het oog op verkoop (held for sale): waardering conform IFRS 5; Een moederonderneming (die ook een geassocieerde onderneming heeft) wordt, in het kader van subconsolidatie, vrijgesteld om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen; Voorwaarden IFRS 5: Management is werkelijk op zoek naar koper Verkoop wordt binnen het jaar verwacht Waardering: laagste van de boekwaarde of (fair value – verkoopskosten) Impairment toepassen! Opname bij andere uitzonderingen: at cost of Conform IAS 39
13
Toepassing van de ‘Equity’-methode (2/12)
Wanneer volgende voorwaarden zijn voldaan: De investeerder is een 100 %-dochteronderneming of < 100 %-dochteronderneming: mits informatieverstrekking aan en geen bezwaar van de aandeelhouders die de overige aandelen van de onderneming in handen hebben dat de equity methode niet werd toegepast De aandelen van de investeerder zijn niet beursgenoteerd en een beursintroductie is niet voorzien Een geconsolideerde jaarrekening op hoger niveau wordt opgesteld conform IAS/IFRS en is publiek beschikbaar Aandeelhouders die de overige aandelen in handen hebben: de minderheidsaandeelhouders Beursintroductie: IPO
14
Toepassing van de ‘Equity’-methode (3/12)
Een investeerder zal de ‘Equity’-methode niet langer toepassen wanneer niet langer sprake van een significante invloed De investering zal vanaf dan worden verwerkt volgens IAS 39 tenzij zij dan zou voldoen aan de definitie van dochteronderneming (IAS 27) of van een joint venture (IAS 31) De boekwaarde van de investering op de datum waarop deze geen geassocieerde onderneming meer is, zal dan de kostprijs zijn (cfr. IAS 39)
15
Toepassing van de ‘Equity’-methode (4/12)
Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties worden alleen in de jaarrekening van de investeerder opgenomen voor het aandeel van de niet-verbonden investeerders in de geassocieerde onderneming Het aandeel van de investeerder in deze winst/verlies wordt geëlimineerd Upstream: verkoop van geassocieerde aan de investeerder Downstream: verkoop van activa van de investeerder aan de geassocieerde
16
Toepassing van de ‘Equity’-methode (5/12)
Een investering in een geassocieerde deelneming wordt verwerkt volgens de ‘equity’-methode vanaf de datum waarop de deelneming aan de definitie van geassocieerde onderneming voldoet
17
Toepassing van de ‘Equity’-methode (6/12)
Bij verwerving wordt enig verschil tussen de aankoopkostprijs en het aandeel in de reële waarde van de identificeerbare nettoactiva, verwerkt overeenkomstig IFRS 3: Igv goodwill: wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering Igv negatieve goodwill: wordt opgenomen als opbrengst in P/L (maakt deel uit van ‘het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming’ van die periode)
18
Toepassing van de ‘Equity’-methode (7/12)
De investeerder past de ‘equity’-methode toe op de recentste jaarrekening van de geassocieerde onderneming
19
Toepassing van de ‘Equity’-methode (8/12)
Datum investeerder verschilt van datum geassocieerde onderneming Geassocieerde onderneming stelt voor consolidatiedoeleinden een bijkomende jaarrekening op, op dezelfde datum als de investeerder Als dit praktisch niet haalbaar is, worden jaarrekeningen gebruikt die per verschillende verslagdata zijn opgesteld: aanpassingen voor gevolgen van wezenlijke transacties of andere gebeurtenissen die plaatsvinden tussen die data en de datum per wanneer de jaarrekening van de moedermaatschappij wordt opgesteld Verschil tussen de verslagdata < 3 maanden Verschil blijft jaar na jaar gelijk
20
Toepassing van de ‘Equity’-methode (9/12)
De jaarrekening van de investeerder wordt opgesteld o.b.v. uniforme waarderingsregels Bij verschillen: waarderingsregels aanpassen!
21
Toepassing van de ‘Equity’-methode (10/12)
Erkenning van verliezen Eenmaal het aandeel van de investeerder in de verliezen van een geassocieerde onderneming de boekwaarde overstijgt, neemt de investeerder zijn aandeel in de verliezen niet langer op Als er later weer winst geboekt wordt, dan boekt men deze pas van zodra het eigen vermogen weer positief is
22
Toepassing van de ‘Equity’-methode (10/12)
Uitzondering: De investeerder kan ook nog op een andere manier deelnemen in een geassocieerde onderneming: bijvoorbeeld via Preferente aandelen Langlopende vorderingen, schulden Maken deel uit van de investering Verliezen verder opnemen
23
Toepassing van de ‘Equity’-methode (11/12)
Bijzondere waardeverminderingsverliezen Nadat de participatie is verwerkt conform de equity-methode past de investeerder de regels van IAS 36 toe om na te gaan of geen additionele waardevermindering moet worden erkend, d.i. Nagaan of de boekwaarde niet hoger ligt dan de realiseerbare waarde van de investering (IAS 36) Realiseerbare waarde: hoogste van de opbrengstwaarde of de bedrijfswaarde van de investering Gezien goodwill deel uitmaakt van de boekwaarde van de investering kan deze goodwill niet apart worden getest op impairment zoals voorgeschreven in IAS 36. In plaats daarvan wordt de totale boekwaarde (inclusief de goodwill dus) getest op impairment: We vergelijken de boekwaarde (carrying amount) met de realiseerbare waarde (recoverable amount); d.i. de hoogste van de opbrengstwaarde (fair value less cost to sell) en de bedrijfswaarde (value in use) Bedrijfswaarde: - contante waarde van de toekomstige kasstromen gegenereerd door de geassocieerde onderneming - contante waarde van de toekomstige dividenden uit deze investering
24
Toepassing van de ‘Equity’-methode (12/12)
Vaststelling opbrengstwaarde: Fair value min verkoopkosten Vaststelling bedrijfswaarde: contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen dat de deelneming zal genereren, of contante waarde van de toekomstige kasstromen die naar verwachting zullen voortvloeien uit dividenden Gezien goodwill deel uitmaakt van de boekwaarde van de investering kan deze goodwill niet apart worden getest op impairment zoals voorgeschreven in IAS 36. In plaats daarvan wordt de totale boekwaarde (inclusief de goodwill dus) getest op impairment: We vergelijken de boekwaarde (carrying amount) met de realiseerbare waarde (recoverable amount); d.i. de hoogste van de opbrengstwaarde (fair value less cost to sell) en de bedrijfswaarde (value in use) Bedrijfswaarde: - contante waarde van de toekomstige kasstromen gegenereerd door de geassocieerde onderneming - contante waarde van de toekomstige dividenden uit deze investering
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.