Hindoeïsme.

Presentatie over: "Hindoeïsme."— Transcript van de presentatie:

1 Hindoeïsme

2 Wat is hindoeïsme?? Het hindoeïsme is een verzamel naam die werd gegeven begin 19 eeuw aan meerdere Indiase godsdiensten. De naam hindoeïsme is afgeleid van het Perzische woord hindoe dat 'rivier' betekend. De hindoes noemen hun geloof niet in het hindoeïsme die naam hebben de westerse mensen bedacht, ze noemen het zelf het 'Santana d harma' dat betekent eeuwige leer! De meeste mensen worden als hindoe geboren. hindoes geloven dat er meerdere levens na de dood zijn, ze geloven dat als je voor je 1e dood goed leeft kom je in een rijker en beter leven als je daar weer goed in leeft kom je in een nog beter leven en zomaar door. De meeste hindoes wonen in India en andere landen van Zuidoost Azië. Er zijn meer dan 660 miljoen hindoes over de wereld

3 ♥♥♥♥♥PLAATJES♥♥♥♥♥

4 Hindoe Goden De meeste hindoes geloven in een oppergeest Brahman. Maar hindoes bidden niet tot Brahman zoals christenen tot God of moslims tot Allah bidden. In plaats daarvan vereren zij honderden goden en godinnen, die verschillende kanten van Brahman laten zien. Sommige hindoes vereren vele goden, andere alleen een speciale god, weer andere helemaal geen goden. De belangrijkste drie hindoe-goden zijn Brahma (de schepper), Vishnu (de beschermer) en Shiva (de verwoester). Vishnu en Shiva zijn heel geliefde goden; er zijn veel tempels aan hen gewijd. De god Vishnu is de beheerder van het heelal, de oorsprong der dingen. Volgens de mythologie groeide tijdens zijn slaap uit zijn navel een lotusbloem. In deze lotusbloem werd Brahma geboren, die de wereld schiep. Nauwelijks was de wereld ontstaan, of Vishnu ontwaakte uit zijn slaap, om in Valkuntha, de hoogste hemel te regeren. Volgens de hindoeïstische mythologie heeft Vishnu zich negen keer op aarde geïncarneerd, dat wil zeggen dat hij negen keer in verschillende gedaanten ter wereld is gekomen. Deze avatars (incarnaties) zijn matsya (de vis), kurma (de schildpad), varaha (het wild zwijn), narasinha (de leeuwmens), vamana (de dwerg), Parashurama ('Rama met de bijl'), Krishna en Boeddha. Vishnu is de universele god en alle andere goden zijn uit hem geschapen. Zo ook Shiva, die een soort pendant van Vishnu vormt. Terwijl Vishnu de schepper van het heelal is, is Shiva de verwoester en vernieuwer van alle dingen. Alle andere goden zijn in de grond 'aspecten' of 'eigenschappen' van Vishnu. Zo is bijvoorbeeld Ganesha, de dikbuikige olifantgod, de god die de mensen behulpzaam is bij hun ondernemingen en alle hindernissen uit de weg ruimt. Een andere belangrijke godin is Kali. Zij wordt in de hindoe-mythologie zwart voorgesteld, met veel armen waarin zij wapens vasthoudt. Een andere naam voor Kali is Durga, en de Durga-puja (verering van Durga) is het grootste religieuze feest van Calcutta, waarvan zij de beschermvrouwe is. Ook Lakshmi is een geliefde godin. Zij is de godin van geluk en welvaart. Ze geldt als de vrouw van Vishnu en is meestal staande afgebeeld met een lotusbloem, en met twee olifanten die met hun slurven water over haar uitsproeien. De meeste hindoes bidden tot een 'lievelingsgod'. Hun keuze wordt beïnvloed door plaatselijke tradities. Bovendien kunnen in bepaalde situaties goden worden aangeroepen, waaraan onder normale omstandigheden verder geen aandacht wordt besteed. Elk van de vrijwel ontelbare goden van het hindoeïsme duikt in verschillende tradities of streken onder een veelheid van verschillende namen op.

5 Plaatjes van de goden!!!!

6 Feesten Het hindoeïsme kent verschillende soorten vieringen. Zo zijn er de seizoensfeesten zoals Holi (hindoeïstisch nieuwjaar) in de lente en Divali (hindoeïstisch lichtjesfeest) in het najaar, waarbij de goden een belangrijke rol spelen. Daarnaast zijn er feestdagen die uitsluitend aan de goden gewijd zijn. In totaal vinden we op de hindoekalender maar liefst 174 festiviteiten voor het hele jaar vermeld. Doorgaans worden er achtentwinitg tot dertig daarvan gevierd; de meesten thuis in besloten kring. Dat geldt ook voor een aantal herdenkingen en jaardagen. De buitenstaander zal er niet veel van merken: hindoes zullen die dag bepaalde vereringen doen of speciaal voedsel nuttigen. Vaak hebben die vieringen het welzijn van voorouders, familie en vrienden als thema. Andere festiviteiten krijgen iets meer algemene aandacht. Hindoeïstische festiviteiten vinden het gehele jaar door plaats, maar de nadruk ligt op het voor- en najaar. Daarbij staan Holi en Divali in een bijzondere verhouding tot elkaar. Divali is een feest in de herfst, vlak voor het begin van de winter, terwijl Holi vlak na de winter de komst van de lente inluidt. Deze twee feesten worden enerzijds met elkaar verbonden door een periode van betrekkelijke rust in de natuur en anderzijds gescheiden door een tijdvak van groei, bloei, oogst en allerhande activiteiten van plant, dier en mens.

7 EINDE