Download de presentatie
GepubliceerdFrank Desmet Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Techniek in beademingstoestellen voor de anesthesie
Fysiologie en farmacologie Gastoedingsystemen Spirometrie technieken Gasanalyse technieken
2
Hoe denkt u dat het werkt?
3
Thorax fysiologie Fysiologisch model Thorax: zuiger/cilinder
Longweefsel: spons met cellen (er worden ook andere modellen gebruikt!)
4
Volumina, drukken, ventilatie-perfusie
Het verschil tussen spontaan ademen en beademd worden Invloed van druk op perfusie- weerstand en op bloedvolume Het gevaar van een hoge beademingsdruk
5
Volumina (en hun namen)
6
Ventilatie - perfusie
7
āEchteā compliance loops
Is niet hetzelfde als PV loop! P 0 hPa 0 ml 100 ml V=Vc V=Vt PV loops weergegeven tijdens beademing Compliance wordt gemeten bij een verslapte patiƫnt in het uitademingstraject!
8
Compliance curve
9
Weerstand en Impedantie
Van een adem-systeem
10
Spontaan ademen Zuigt bloed de thorax in
11
Beademen Perst bloed de thorax uit
12
Beademen met hoge druk Perst de circulatie dicht
13
Gastoedieningsystemen
Eigenschappen
14
Mapleson-C Half open (gasvoorraad) Versgas Stroom ca. 15 l/min
Rebreathing Weinig weerstand, alleen in de uitademing
15
Waters Half gesloten (sodalime) Versgas Stroom ca. 0,5 l/min
Rebreathing, maar niet van CO2 Veel weerstand
16
Cirkelsysteem Half gesloten (sodalime) Versgas stroom ca. 0,5 l/min
Rebreathing, maar niet van CO2 Veel weerstand
17
CCA (closed circuit anaesthesia) systeem
Gesloten (versgas stroom) Versgas Stroom = verbruik patiƫnt Rebreathing, maar niet van CO2 Weinig weerstand (turbine)
18
Volume reflector Cirkelsysteem met met speciaal ontwikkelde bufferruimte Getinge-Maquet Flow-i
19
Het ideale ademgas mengselā¦
Is 35oC Heeft 100% rel. hum. Bevat 20% - 25% O2 Ralph Waters zei ooit: āGases are ice-cold and bone-dryā Er zal dus altijd condens in slangen vormenā¦ Zo niet, dan mishandel jij de patiĆ«nt!
20
Zuurstof is giftig! Bij een FiO2 van:
(Prof. Dr. Jan Klein, 1986) 25% Roodkleuring trachea epitheel na 6 uur 30% Roodkleuring trachea epitheel na 4 uur 40% Roodkleuring trachea epitheel na 2 uur, begin cornea schade 50% Roodkleuring trachea epitheel na 1/2 uur, fibrotisering longweefsel, cornea schade 60% Roodkleuring trachea epitheel, fibrotisering en necrotisering longweefsel, cornea schade irreversibel >60% Alle bovenstaande effecten verhevigd en op kortere termijn
21
Wat stelt u in? De FiO2 (bij de Physioflex of de DrƤger Zeus) of
De FFGFO2 (alle andere toestellen) Dan moet u gaan rekenen!
22
Rekenen aan VGFā¦ Zuurstofopname patiĆ«nt: 200 ml/min
Systeemlekkage: (verbruik IR analyser + lek) 250 ml/min Gewenste FiO2: 25% Gewenste VGF: 1000 ml/min 250 ml/min O2 en 750 ml/min Air
23
Hoe zie ik dat ik genoeg geef?
Bij toestellen met een staande balg: de balg komt weer helemaal bovenin Sommige toestellen hebben hiervoor een indicatiesysteemā¦ (DrƤger Primus)
24
CO2 absorberen Chemie en interactie
25
Binden van CO2 CO2 + H2O = H2CO3 Sodalime = NaOH en Ca(OH)2
H2CO3 + 2NaOH = Na2CO3 + H2O H2CO3 + Ca(OH)2 = CaCO3 + 2H2O Exotherme reactie
26
Interactie met DA Isoflurane Desflurane Sevoflurane
Bij DA met chloor kan fosgeen (COCl2) worden gevormd Isoflurane Bij Desflurane kan koolmonoxide (CO) worden gevormd Desflurane Bij Sevoflurane kan Compound A (nefrotoxisch) worden gevormd Sevoflurane
27
Giftige gassenā¦ Ontstaan in droge sodalime (laat sodalime dus nooit drogen) Ontstaan in warme sodalime (als het ademgas er stilstaat, verwarm het ademgas niet om het te drogen)
28
Er is progressie!
29
Invloed van vers gasstroom
Fysiologische waarden voor bevochtiging (100% rel. hum.) en verwarming (t = 35oC) bij VGF < 500ml/min. Geen ākunstneusā nodigā¦ Wel BACTERIEFILTER nodig!
30
Invloed constructie gassysteem 1
Kleppen āklevenā indien nat weerstand bij SR (neonaten!) verwarming geeft meer āgifgasā Hangende balg āzuigtā bij expiratie (NEEP) Zuiger/cilinder oscilleert bij expiratie (NEEP) EEP afhankelijk van luchtweg-weerstand patiĆ«nt
31
Invloed constructie gassysteem 2
Staande balg ātegendrukā in expiratie (PEEP) demping van oscillatie EEP onafhankelijk van luchtwegweerstand patiĆ«nt APL ventiel lekt altijd iets onnauwkeurig, weerstand druk afhankelijk van de stroom
32
Natuurkunde en pneumatiek
Beademingslangen Natuurkunde en pneumatiek
33
Natuurkundige eigenschappen
Geen uitzetting onder druk Soepel en buigzaam Thermisch isolerend
34
Tegenstrijdige eigenschappen
Lage doorstromingsweerstand (grote effectieve doorsnede, kleine lengte Rf = C x A2 x l) Klein volume (kleine doorsnede, kleine lengte V = A x l)
35
Chemische eigenschappen
Laat geen gas of damp door (latex- neopreen- en siliconenrubber doen dat wel, pe en pu minder, pfte bijna niet) Waterbestendig
36
ā Effectief verplaatst volume
Compressible volume = het volumeverlies door het āinverenā (inkrimpen) van het gasmengsel door de druktoename in het beademingsysteem Slang compliance volume = het volumeverlies door het āuitverenā (uitzetten) van de slangen door de druktoename in het beademingsysteem
37
Er is verschil!
38
Aandrijven van de gasvoorraad bij beademingsmachines
Natuurkunde en de sturing van de beademing
39
Wet van Boyle-Gay Lussac 1
P1 x V1 / t1 = P2 x V2 / t2 De druk of het volume wordt hoger/groter als de temperatuur verhoogd Bij verhoging van de druk wordt het volume kleiner of de temperatuur hoger
40
Wet van Boyle-Gay Lussac 2
Verwarming en bevochtiging doen het volume toenemen STPD = Standard Temperature and Pressure, Dry is 90% van ATPS = Ambient Temperature and Pressure, Saturated is 90% van BTPS = Body Temperature and Pressure, Saturated
41
Wet van Boyle-Gay Lussac 3
Houdt de spirometrie hier wel rekening mee? Drukdifferentiaal spirometrie is afhankelijk van de viscositeit (en dus de temperatuur) van het gas! Drukdifferentiaal spirometrie is afhankelijk van de samenstelling (en dus van de vochtigheid) van het gas
42
Tijdsturing Als je een ademfrequentie kunt instellen, is er sprake van tijdsturing (bij alle moderne toestellen, dus)
43
Volumesturing Levert een vooraf ingesteld volume af, ongeacht de druk die daarvoor nodig is. Heeft een drukalarm nodig!
44
Druksturing Levert een vooraf ingestelde druk af, ongeacht welk volume hierbij verplaatst gaat worden Heeft een volume alarm nodig
45
Volume Controlled Pressure Regulated
Is druksturing! Volumetrie en volume bewaking is noodzakelijk Continue meting van uitgeademd volume en aanpassen van de druk om het volume te garanderen DrƤger noemt het āautoflowā Het is ādruksturing met volume garantieā
46
PEEP Verhinderen van totale uitstroming van gassen uit de long door tegendruk Voorkomt atelectase vorming door handhaven FRC
47
(Inspiratoire) trigger
Mogelijkheid om de beademing te synchroniseren met de spontane ademwens van de patiĆ«nt Bij volumesturing heet dit āassistā Bij druksturing heet dit āpressure supportā
48
(Expiratoire) trigger
Zet bij daling van de inspiratoire (peak) flow, het expiratieventiel open Voorkomt overrekken van de longen (shear trauma)
49
(bi level) CPAP Als bij PEEPā¦
Bij gebruik van pressure support, schakelt het toestel tussen 2 (bi) drukniveaus
50
Spirometrie technieken
Turbine spirometrie Druk differentiaal spirometrie Hittedraad spirometrie Klok spirometrie Spirometrie technieken
51
Wat wordt uitgeademdā¦ is in elk geval ingeademdā¦ De basis van spirometrie monitoring
52
Turbine spirometrie Peak flow meting + (heel goed)
Volumina meting ā (slecht) Meetfout + (groot) Invloed vervuiling + (groot)
53
Druk differentiaal spirometrie
Peak flow meting +/- (redelijk) Volumina meting ā (slecht) Meetfout +/- (redelijk) Invloed vervuiling + (groot) Weerstand met meetopening aan āloef- en lijzijdeā.
54
Hittedraad spirometrie
Peak flow meting + (goed) Volumina meting + (goed) Meetfout +/- (klein) Invloed vervuiling - (iets)
55
Klok spirometrie Peak flow meting +/- (redelijk)
Volumina meting (goed) Meetfout (klein) Invloed vervuiling (klein) PhysioFlex was het enige toestel met āklok spirometrieā
56
Monitoren van druk, volume en flow
57
Monitoren van druk, volume en flow
58
Monitoren van druk, volume en flow
PV loop
59
Monitoren van druk, volume en flow
60
Monitoren van druk, volume en flow
61
Monitoren van druk, volume en flow
62
Monitoren van druk, volume en flow
63
Gasanalyse (infrarood)
Werkt goed voor alle gassen van het ābroeikas effectā Gasanalyse (infrarood)
64
IR spectrum Absorptie curven in het infrarood (hoe groter de dip, des te minder IR-licht er door heen valt) blauw: 100% N2O, rood: 5% Halothane, oranje: 5% Enflurane, paars: 7% Isoflurane, groen 0,5% CO2
65
Chopper analyser voor CO2
Meetwaarde afhankelijk van de druk Meetwaarde relatief aan de CO2 inhoud van het referentiegas Snelle respons Samplegas verlies
66
Single beam analyser (multi gas)
Meting afhankelijk van druk Referentie in lichtfilter Snelle respons
67
Elektrolyse cel Meting afhankelijk van de druk Trage respons
Slijtage (vooral door hoge O2 concentraties) + -
68
Paramagnetisch 1 Meting afhankelijk van de druk Referentiegas is lucht
Snelle respons Samplegas verlies
69
Paramagnetisch2 Meting afhankelijk van de druk Snelle respons N S
70
Massa spectrometer Raman Scattering analyser
All gases analyser
71
Massa spectrometer Alle gassen! Samplegas verlies Snelle respons
72
Raman scattering analyser
Bijna alle gassen (geen edelgassen) Snelle respons Rayleigh scattering, ānormaleā verstrooiing Raman scattering, Raman verstrooiing Foton uit een laser Gasmolecuul
73
Wat te doen als het misgaatā¦
Dit moet je kunnen zonder na te denken, als reflex āBold faced textā heet dat in de luchtvaart
74
Er komt rook en/of vlammen uit het toestelā¦
Koppel de patiƫnt af en neem deze over op de resuscitatieballon. Plug alle gassen en elektriciteit uit. Roep hulp in of laat dat doen. Blus het toestel en/of duw het uit de operatiekamer. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie of maak de patiƫnt gereed voor evacuatie.
75
Het toestel stoptā¦ Koppel de patiĆ«nt af en neem deze over op de resuscitatieballon. Roep hulp in of laat dat doen. Gebruik de externe zuurstofvoorziening om de FiO2 van de resuscitatieballon te verhogen. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling.
76
Het beeldscherm wordt zwartā¦ (1)
Kijk of het toestel blijft beademenā¦ Nee Koppel de patiĆ«nt af en neem deze over op de resuscitatieballon. Roep hulp in of laat dat doen. Gebruik de externe zuurstofvoorziening om de FiO2 van de resuscitatieballon te verhogen. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling.
77
Het beeldscherm wordt zwartā¦ (2)
Kijk of het toestel blijft beademenā¦ Ja Roep hulp in of laat dat doen. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling.
78
Netspanning valt uitā¦ Bij een accu back-up van een uurā¦ is dit is geen acute noodsituatie.
79
Centrale zuurstofdruk weg, zuurstofslang lek of kapotā¦
Open noodzuurstoffles op het toestel. Roep hulp in of laat dat doen. Stel de laagst mogelijke, veilige vers gasflow in. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie.
80
Centrale persluchtdruk weg, persluchtslang lek of kapotā¦
Roep hulp in of laat dat doen. Stop de luchttoevoer naar het beademingsysteem en stel de laagst mogelijke, veilige vers gasflow met alleen zuurstof in. Pas verdamperinstelling aan. Neem de patiƫnt over op handbeademing. (dit verminderd het gebruik van O2 voor de aandrijving van het toestel) Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie.
81
Centrale vacuĆ¼mvoorziening valt uit, vacuĆ¼mslang lek of kapot...
Geef dit door aan de andere operatiekamers of laat dat doen. Gebruik het chirurgisch zuigsysteem indien dit nog functioneel is.
82
Narcosegas afzuiging valt uitā¦
Stel de laagst mogelijke, veilige vers gasflow in. Roep hulp in of laat dat doen. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie. (Ga over op TIVA indien van toepassing.)
83
Elektronische gasmixer defectā¦
Roep hulp in of laat dat doen. Schakel externe vers gasregeling in en pas de verdamperinstelling aan. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling.
84
Infrarood analysator defect (CO2 en dampanesthetica concentratie)ā¦
Roep hulp in of laat dat doen. Stel een versgas flow van tenminste 2 lit/min. In en pas de verdamperinstelling hier op aan. Verhoog het minuutvolume tot (0,1 x lichaamsgewicht in kg) in l/min. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling.
85
Paramagnetische analysator defect (O2 concentratie analyse)ā¦
Roep hulp in of laat dat doen. Stel een veilige vers gasflow van tenminste 1 lit/min. O2 in. Sluit de toevoer van alle andere gassen. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling.
86
Groot lek in het interne beademingsysteemā¦
Koppel de patiƫnt af en neem deze over op de resuscitatieballon. Roep hulp in of laat dat doen. Gebruik de externe zuurstofvoorziening om de FiO2 van de resuscitatieballon te verhogen. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling. (Ga over op TIVA indien er dampanestheticum werd gebruikt.)
87
Blokkade van het interne ademsysteemā¦
Koppel de patiƫnt af en neem deze over op de resuscitatieballon. Roep hulp in of laat dat doen. Gebruik de externe zuurstofvoorziening om de FiO2 van de resuscitatieballon te verhogen. Volg de Standard Operating Procedure voor het in stand houden van de anesthesie en/of toestel wisseling. (Ga over op TIVA indien van toepassing.)
88
Uit het hoofd lerenā¦ Dit is een z.g. āminimal safety requirementā
āOpzoekenā in het manual duurt te lang en is gevaarlijk voor de patiĆ«nt en mogelijk ook voor jezelf!
89
Bronnen Kijk op voor het schriftelijk materiaal in de module āRespiratieā
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.