De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kinderarbeid in Engeland (19e eeuw)

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kinderarbeid in Engeland (19e eeuw)"— Transcript van de presentatie:

1 Kinderarbeid in Engeland (19e eeuw)

2 Bron 1 Andrew Ure Andrew Ure, geboren in Glasgow in 1778, kwam uit een welgestelde familie. Hij kreeg een dure opleiding. Hij werd professor in de chemie en de filosofie in Glasgow. Als chemicus deed hij onderzoek voor de regering en prive bedrijven. Ik heb, gedurende verschillende maanden, veel fabrieken bezocht, zowel in Manchester als in de omliggende districten en ik heb niet een keer gezien dat een kind geslagen werd. De kinderen leken altijd vrolijk en vlug, zij hadden er duidelijk plezier in om hun spieren te gebruiken. Het werk van deze levendige elfjes leek op het bedrijven van sport. Zich bewust van hun vaardigheid, waren ze verrukt deze aan elke vreemdeling te laten zien. Op het eind van de dag toonden zij geen teken van uitputting. Andrew Ure, The Philosophy of Manufactures (1835)  

3 Bron 2 Dokter Thomas Turner  Vraag: Kunt u, op basis van uw ervaring, een vergelijking maken tussen de gezondheid van kinderen in katoenfabrieken en in andere beroepen? Antwoord: Ja Vraag: Wat zijn de resultaten van uw observaties op dit punt? Antwoord: Dat mensen die in fabrieken werken veel gezonder zijn dan wevers en evengoed als mensen in andere beroepen. Vraag: Heeft u , in de afgelopen maand, de fabrieken van MaConnell and Kennedy in Manchester geïnspecteerd? Antwoord: Ja Vraag: Hoeveel mensen werkten er in die fabriek? Antwoord: 1125 Vraag: Hoe was in het algemeen gesteld met hun gezondheid? Antwoord: Het algemene beeld was goed en gezond. Vraag: Denkt u dat het de gezondheid van kinderen van acht jaar ten goede komt als zij twaalf uren op hun benen moeten staan? Antwoord: Ik niet voorbereid om u daaro[ een antwoord te geven Vraag: Is uw medische kennis zo gering dat u zich er geen mening over kunt vormen, of dit schadelijk is of niet? Antwoord: Men kan erover van mening verschillen.

4 Vraag: Ik vraag naar uw mening
Vraag: Ik vraag naar uw mening. Antwoord: Omdat ik niet over feitelijke gegevens beschik durf ik u geen antwoord te geven. Vraag: Denkt u dat het gevaarlijk is om een kind van acht jaar veertien uur te laten staan zonder pauze? Antwoord: Ik denk dat het kind er moe van zou worden. Maar ik durf niet te zeggen of de gezondheid er schade door zou leiden. Vraag: U kunt er zich geen mening over vormen of het schadelijk voor de gezondheid is om een kind van acht jaar veertien uur te laten staan zonder pauze? Antwoord: Ik kan u daarop geen antwoord geven. Vraag: Verwacht u niet dat mensen die katoen moeten slaan , waarbij veel stof en vuil vrijkomt hier schade van ondervinden? Antwoord: Ik heb geen reden om dat te denken Bron: ondervraging van Thomas Turner door het Hogerhuis in 1819

5 Bron 3 Robert Owen Zeventien jaar geleden kochten een aantal personen, onder wie ik zelf, de fabriek van meneer Dale in New Lanark. Ik trof er 500 kinderen aan, afkomstig uit armenhuizen, voornamelijk in Edinburgh, in de leeftijd van 5 à 6 tot 7 à 8. Zij werkten dertien uur per dag. Hoewel deze kinderen goed gevoed waren waren hun ledematen zeer misvormd, de kinderen waren onvolgroeid en hoewel een van de beste schoolmeesters elke avond aan deze kinderen les gaf, maakten zij slechts langzaam vorderingen, zelfs bij het leren van het alfabet. Ik kwam tot de conclusie dat de kinderen gewond waren omdat zij op zo jonge leeftijd gedurende zoveel uren in de fabrieken tewerk werden gesteld. Daarom nam ik, zodra ik daartoe de macht had, maatregelen om een eind te maken aan een zo schadelijk systeem. Robert Owen voor Robert Peel's commissie van het Lagerhuis over New Lanark. (26 april 1816)

6 Bron 4a James Farington Ik liep 's avonds naar Cromford en zag hoe kinderen uit de fabriek van meneer Arkwright kwamen. Deze kinderen hadden gewerkt vanaf 6 of 7 uur 's morgens en nu is het zeven uur s' avonds. Uit het dagboek van James Farington (22 augustus 1801) Bron 4b Mr. Owen stuurde een bediende naar onze herberg. Tijdens de wandeling stelden wij hem vragen en zo hoorden wij dat hij al twintig jaar in dienst was bij Mr. Owen. Hij had een vrouw en elf kinderen, van wie er vijf in de fabriek werkten. De andere zes kinderen waren nog geen tien jaar. Hij was tevreden met zijn zware verantwoordelijkheid en was niet bang voor de toekomst. Zijn kinderen werden goed opgeleid, niet alleen wat betreft kennis, maar ook in het geloof en in goede manieren. Hij nodigde ons uit om zijn woning met goed meubilair te bekijken. Tijdens ziekte van één van zijn kinderen gedurende vier maanden kreeg hij gratis goede medische zorg en medicijnen.  Dr. Henry McNab, The New Views of  Mr Owen impartially considered, 1819

7 Bron 5 John Reed John Reed is een droevige, misvormde jonge man uit Cromford. Dit is zijn trieste verhaal: 'Ik begon in de fabriek van de Arkwrights te werken toen ik negen jaar was. Ik was toen een sterke, gezonde jongen. Ik begon met twee shilling in de week voor 72 uur werk. Ik werkte 10 jaar in deze fabriek en kreeg uiteindelijk 6 shilling en drie dime in de week, het hoogste loon dat ik ooit heb gehad. Ik werd langzamerhand kreupel tot ik op negentien jarigge leeftijd niet meer aan de machines kon staan en mijn werk op moest geven. In totaal had ik ongeveer 130 shilling verdiend en voor dit bedrag ben ik kreupel geworden, zoals u kunt zien. Ik werd aan de kant gezet door degenen die hadden geprofiteerd van mijn werk zonder dat ik ook maar een cent kreeg. Uit een interview van William Dodd met John Reed, een arbeider in de fabriek van Arkwright in Cromford (1842)

8 Sociale wetgeving De eerste op de industrie en de mijnen gerichte sociale wetgeving in Engeland kwam tot stand in De arbeidstijd van pauperkinderen (zeer arme kinderen) werd beperkt tot 12 uur per dag, terwijl geen nachtarbeid werd toegestaan. In 1819 werden kinderen beneden 9 jaar niet langer toegelaten in de katoenfabrieken, terwijl kinderen tussen 9 en 16 jaar niet langer dan 12 uur per dag mochten werken. In 1833 werden kinderen beneden 9 jaar uit alle textielfabrieken geweerd en de werkweek voor 18-jarigen werd beperkt tot 48 à 49 uur. In deze wet van 1833 werd ook een arbeidsinspectie in het leven geroepen en op overtredingen van de wet stonden boetes. Fabriekswet De fabriekswet van 1833 was een poging om in een tak van de industrie, de textielindustrie, een normale werkdag in te stellen. Het voorstel zag er als volgt uit: De werkdag begon 's morgens om 5.30 uur en duurde tot 's avonds 8.30 uur. Een jongere (tussen 13 en 18 jaar) mocht niet meer werken dan 12 uur per dag, waarvan 1,5 uur moest worden afgetrokken voor de maaltijden.Een kind van 9 tot 13 niet meer dan negen uur. Tussen 's avonds 8.30 uur en 's morgens 5.30 uur ('s nachts dus) mocht geen van deze jongeren werken.


Download ppt "Kinderarbeid in Engeland (19e eeuw)"

Verwante presentaties


Ads door Google