Download de presentatie
GepubliceerdThijs Jansen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Koninklijke Militaire School Studiecenttum voor Stress en Trauma
OMGAAN MET AGRESSIE van zorgverlener tot problem solver Erik LJL de Soir
2
PROGRAMMA 1. Intuïtieve benadering 2. Theoretische benadering
Definitie agressie Agressie en communicatie Determinanten van gedrag Determinanten van agressief gedrag 3. Omgaan met agressie 4. Conclusies
3
‘Laten wij het probleem vooral niet opblazen!’
door MICHIEL SCHRADER 6 OKTOBER NOORDWEST-OVERIJSSEL - Is er tijdens de laatste ‘long hot summer’ van 2006 een trend ontstaan? De trend van toenemende agressie richting hulpverleners? Van lastige omstanders? Je leest het veel: ambulancepersoneel dat steeds vaker het werken onmogelijk lijkt te worden gemaakt door aangeschoten, sensatiezoekend publiek in de uitgaanscentra.
4
INTUITIEVE BENADERING
Denk aan je meest agressieve ervaring als “slachtoffer” als “agressor” Wat denk je dat de oorzaak was? Hoe verliep het proces tussen begin en einde? Was, achteraf bekeken, een andere oplossing mogelijk geweest?
5
DEFINITIE Agressie = gedrag van een bepaalde persoon (groep)
gericht tegen een andere persoon (groep) met de bedoeling te kwetsen en dat door deze als een letsel wordt ervaren
6
INTERPRETATIE DEFINITIE
1. Emotioneel aspect: = Onvermogen om op een andere manier te communiceren = dikwijls uitdrukking van onmacht 2. Instrumenteel aspect = Wijze om gedrag van de andere te beïnvloeden - proactief - reactief
7
COMMUNICATIE Vier communicatiekanalen dus : vier vormen van agressie!
Verbaal Paralinguaal Houding Handelingen dus : vier vormen van agressie!
8
AGRESSIE & COMMUNICATIE
Verbale agressie bedreigingen uiten scheldwoorden gebruiken (“ontmenselijken”) Paralinguale agressie roepen “gekapte” toon Houding voorover leunen armen voor de borst kruisen Handelingen wijzen met de vinger/aanraken op tafel slaan met de vuist
9
Gedrag is functie van de wijze waarop de P de S waarneemt, ervaart !!
DETERMINANTEN GEDRAG B = f(P, S) P = kenmerken van de persoon S = kenmerken van de situatie Gedrag is functie van de wijze waarop de P de S waarneemt, ervaart !!
10
PERSOONSKENMERKEN 1. Biologische 2. Psychologische 3. Morele
11
Biologische kenmerken
Uiterlijke verschijning Autonoom zenuwstelsel Parasympatisch: routine situaties Orthosympathisch: stress situaties Alcohol - Drugs - Medicatie Geslacht Hormonen Hersenstructuren
12
Psychologische kenmerken
Kennis (gebrek aan info, ambiguë info,...) Cognitieve complexiteit (zwart-wit-denkers) Perceptie van de relatie meerderwaardig vs. minderwaardig Verwachtingen t.a.v. effect van agressie op Reactie van de andere(n) Eigen gedrag Emotionele stabiliteit Angst
13
Morele kenmerken Maatschappelijke waarden en normen
ideeën over rechten vs. plichten ideeën over middelen/doel verhouding banalisering van geweld (TV) racisme xenofobie ... Belang nagestreefde doel
14
SITUATIE KENMERKEN (1) Probabiliteit “aanval” op integriteit
fysieke (bvb. verbod te betreden) psychologische (bvb. denigreren) morele (bvb. inbreuk op rechten van de mens) = ervaren als crisissituatie Fight/Flight-reactie
15
SITUATIE KENMERKEN (2) Niveau van “frustratie”
door beperking vrijheid van handelen van zichzelf van dierbare anderen
16
SITUATIE KENMERKEN (3) Voorbeeldgedrag van andere(n)
Sociale activatie risicogedrag Grootte van de “groep” anonimiteit Cohesie in de groep conformisme Wij-zij-gevoel vijandbeeld
17
SITUATIE KENMERKEN (4a)
Stimuli met “trigger”-waarde o.b.v. vroegere (negatieve) ervaringen werken dikwijls onbewust lokken “dominante respons” uit (fight/flight)
18
SITUATIE KENMERKEN (4b)
Voorbeelden (gevechts)uniform, wapenstok & schild elke uitdrukking van macht sensoriële (over)stimulatie (geluiden, geuren,...) hoge temperatuur grote drukte ongezonde lucht
19
SITUATIE KENMERKEN (5) Lichaamstaal der woede uitzetten neusvleugels
opgetrokken of gefronste wenkbrauwen open gesperde of dichtgeknepen ogen wit of rood aanlopend gezicht versnelde ademhaling geklemde kaken gespannen spieren benadrukte “tic nerveux”
20
agressie lokt agressie uit
INTERACTIE P-S Ik (wij) andere(n) risico op geweldspiraal: agressie lokt agressie uit
21
AGRESSIE ALS PROCES Opbouw spanning Agressief gedrag
psychologisch hormonaal Agressief gedrag verbaal niet-verbaal Terugkeer tot kalmte
22
OMGAAN MET AGRESSIE Ken u zelf !! Kennis van oorzaak-gevolg-relaties
Kennis van de concrete situatie Communicatieve vaardigheden Reactie met geweld Noodzaak = geen alternatief Wettigheid = opportuun Wettelijkheid = formeel toegelaten Evenredigheid = gepast antwoord
23
DO & DONT Observeer nauwkeurig Analyseer de situatie
Vermijd agressie uit te lokken (cf 2 hierna): door woorden (blijf beleefd) door houding (kordate houding) door daden (correct gedrag)
24
gelijk hebben gelijk krijgen
DO & DONT (2) Desescalerend gedrag blijven communiceren (cf 3 hierna) meegaan in de stemming (empathische feedback) afleiding - defuzing (humor) even laten domineren isoleren van bystanders tijdelijk terugtrekken gelijk hebben gelijk krijgen
25
DO & DONT (3) D.w.z. wees Wees duidelijk in wat je zegt of doet
in wat je bereiken wil over uw eigen emoties D.w.z. wees specifiek (wat kan wel en wat kan niet) precies (geef duidelijk grenzen aan) assertief (zelfzekerheid - bekwaamheid) eerlijk t.o.v. jezelf & t.o.v. de andere(n) positief
26
DO & DONT (4) Bewaar oogcontact Respecteer “privé-territorium”
culturele verschillen !! (fysieke) afstand
27
BESLUITEN Agressie = destructief B= f(P,S), ook voor agressie
Effect P << Effect S Interactie spiraal van geweld Agressie = communicatie Omgaan met agressie kan geleerd worden
28
Vragen? Bedenkingen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.