Semantisatieverhaal:

Presentatie over: "Semantisatieverhaal:"— Transcript van de presentatie:

1 Semantisatieverhaal:
Ken je het tv-programma ‘Bommetje XXL’? In dat programma doe je wedstrijdjes in het water. Je moet bijvoorbeeld van een hoge glijbaan glijden. Omdat de glijbaan zo hoog is, is het gevolg dat je door de lucht vliegt voordat je in het water plonst. Het gevolg betekent iets dat na iets anders gebeurt. Ik laat het je even zien (klik voor de link). Dit was in de zomer, zie je dat? Het was zonnig en mensen zwommen in het water. Het klimaat in Nederland is nat. Het klimaat is het weer dat bij een land of streek hoort. Het regent vaak in Nederland. We hebben een nat klimaat. Maar in de zomer regent het gelukkig veel minder. Dus in de zomer werd dit spel gespeeld. Het was in Den Haag. Die stad is dichtbevolkt. Dat betekent dat er veel mensen bij elkaar wonen. Mark Rutte woont ook in Den Haag. Mark Rutte is premier en zit in de regering. De regering zijn de mensen die zeggen wat er in een land moet gebeuren. Er was ook een meneer die probeerde vals te spelen bij dit programma. Hij had een motortje op zijn rug gebonden. Zo zou hij nóg sneller kunnen glijden. Ze zagen natuurlijk meteen dat motortje. En ze roken het ook! Dat motortje stootte veel gas uit. Uitstoten betekent het gas dat naar buiten wordt gebracht. Dat is schadelijk voor het milieu. Dat is slecht voor het milieu. Het spel lag een tijdje stil. Stilliggen betekent niet verder gaan. Bij Bommetje XXL controleren ze altijd goed of er mensen zijn die willen valsspelen. Ze willen het valsspelen beperken. Beperken betekent minder maken. De man moest uit het spel verdwijnen. Dat betekent dat hij niet meer in het spel mocht zijn. Hij mocht niet meer meedoen. De man werd boos en riep dat hij naar de rechter zou gaan! De rechter is iemand die beslist of iemand straf krijgt of wie er gelijk krijgt. Ik ben benieuwd of hij dat echt gedaan heeft.. de regering = de mensen die zeggen wat er in een land moet gebeuren Schadelijk = slecht dichtbevolkt = waar veel mensen bij elkaar wonen de uitstoot = het gas dat naar buiten wordt gebracht het gevolg = iets wat na iets anders gebeurt Verdwijnen = er niet meer zijn het klimaat = het weer dat bij een land of streek hoort Beperken= minder maken de rechter = iemand die beslist of iemand straf krijgt of wie er gelijk krijgt Stilliggen = niet verdergaan

2 Week 39 – 24 september 2019 Niveau A
Gerarda Das Mariët Koster Mandy Routledge Francis Vrielink Week 39 – 24 september 2019 Niveau A

3 het gevolg

4 het klimaat

5 dichtbevolkt

6 de regering

7 uitstoten

8 schadelijk

9 stilliggen

10 beperken

11 verdwijnen

12 de rechter ------ WET

13 Op de woordmuur:

14 het klimaat = het weer dat bij een land of streek hoort
= het weer dat bij een land of streek hoort het woestijnklimaat het landklimaat het poolklimaat

15 de minister het land besturen de regering
de minister = iemand die samen met anderen een land bestuurt het land besturen = de leiding hebben over het land de regering = de mensen die zeggen wat er in een land moet gebeuren

16 de rechtbank de advocaat de rechter de getuige
de advocaat de rechtbank de rechter de getuige = iemand die beslist of iemand straf krijgt of wie er gelijk krijgt

17 Het gevolg is dat je door de lucht vliegt en in het water plonst.
de oorzaak het gevolg Deze glijbaan is de oorzaak dat je door de lucht gaat vliegen.     Het gevolg is dat je door de lucht vliegt en in het water plonst. 

18 dunbevolkt dichtbevolkt
= waar weinig mensen bij elkaar wonen     Het platteland is dunbevolkt. = waar veel mensen bij elkaar wonen     De stad Den Haag is dichtbevolkt.

19 stilliggen doorgaan = niet verdergaan Het spel lag een tijdje stil.
    Het spel lag een tijdje stil.    Gelukkig kon het spel snel weer doorgaan.

20 beperken stimuleren = minder maken = aanmoedigen
    Ze willen het valsspelen beperken. = aanmoedigen    Het volgen van de regels wordt gestimuleerd.

21 verdwijnen komen = er niet meer zijn
    De man moest uit het spel verdwijnen.    Er zijn veel mensen gekomen voor het spel.

22 gezond schadelijk = goed = slecht Fietsen is gezond voor het milieu.
    Fietsen is gezond voor het milieu. = slecht    Uitlaatgassen zijn schadelijk voor het milieu.

23 uitstoten = het gas dat naar buiten wordt gebracht
Dat motortje stootte veel gas uit.