De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De onderneming als organisatie

Verwante presentaties


Presentatie over: "De onderneming als organisatie"— Transcript van de presentatie:

1 De onderneming als organisatie
Hoofdstuk 7 De onderneming als organisatie

2 Inhoud Waarom zijn er ondernemingen?
1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen 1.2 De reikwijdte en grenzen van de onderneming 1.3 Waar komen ondernemingen vandaan? 1.4 Beslissingen van ondernemingen De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief 2.1 De balans 2.2 De resultatenrekening 2.3 Winst of verlies

3 Inhoud Maximaliseert de onderneming haar winst?
3.1 Definitie van economische winst 3.2 Controle op het management: het principaal-agentprobleem 3.3 Controlemechanismen en incentives 3.4 Marktdiscipline De ‘make or buy’-beslissing in personen- versus goederentransport

4 1. Waarom zijn er ondernemingen?
1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen 1.2 De reikwijdte en grenzen van de onderneming 1.3 Waar komen ondernemingen vandaan? 1.4 Beslissingen van ondernemingen

5 1. Waarom zijn er ondernemingen?
Fundamentele vraag In principe mogelijk transacties te organiseren tussen individuen Ondernemingen even belangrijk als markten Veel economen bogen zich over vraagstuk Stigler Coase Williamson Hart…

6 1. Waarom zijn er ondernemingen?
1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen 1.2 De reikwijdte en grenzen van de onderneming 1.3 Waar komen ondernemingen vandaan? 1.4 Beslissingen van ondernemingen

7 1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen
Kmo’s vs. multinationals Drie criteria Aantal werknemers Jaaromzet Balanstotaal Kmo’s Minder dan 250 werknemers Minder dan 50 miljoen euro jaaromzet Minder dan 43 miljoen euro balanstotaal België is een land van kmo’s

8 Tabel 7.1: structuur van de Belgische ondernemingen op 31 maart 2016
aantal werkgevers arbeidsplaatsen voltijdse equivalenten werknemers aantal procent aantal procent aantal procent minder dan 5 68,0 9,3 8,4 5 tot 9 32 348 14,9 7,5 7,2 10 tot 19 18 079 8,3 8,7 8,7 20 tot 49 11 986 5,5 13,1 13,5 50 tot 99 3 602 1,7 8,9 9,1 100 tot 199 1 780 0,8 8,7 9,1 200 tot 499 1 068 0,5 11,6 12,0 500 tot 999 350 0,2 8,5 8,7 1 000 en meer 245 0,1 23,7 23,4 totaal 100 100 100 Bron: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

9 Tabel 7.2: een selectie uit de FT500 voor 2015
rang rang marktwaarde (in r aantal 2015 bedrijf 2014 land miljarden dollar) sector werknemers e 1 Apple 1 VS 724,8 technologie 92 600 2 Exxon Mobil 2 VS 356,5 olie en gas 75 300 3 Berkshire Hathaway 5 VS 356,5 holding 4 Google 4 VS 345,8 technologie 53 600 5 Microsoft 3 VS 333,5 technologie 6 PetroChina 16 China 329,7 olie en gas 7 Wells Fargo 7 VS 279,9 bank 8 Johnson & Johnson 6 VS 279,7 farma 9 Industrial & Commercial Bank of China 21 China 275,4 bank 10 Novartis 14 Zwitserland 267,9 farma 14 Nestlé 11 Zwitserland 243,7 voeding 19 Samsung Electronics 18 Zuid-Korea 214,0 technologie 99 927 25 Anheuser-Busch InBev 32 België 196,6 drank 26 Royal Dutch Shell 12 VK 192,1 olie en gas 94 000 32 Coca-Cola 31 VS 177,1 drank 33 Amazon.com 35 VS 172,8 internet 49 Volkswagen 50 Duitsland 124,3 auto 113 BNP Paribas 75 Frankrijk 75,7 bank 477 KBC Group 431 België 25,8 bank 36 258 500 Devon Energy 404 VS 24,8 olie en gas 75 300 Bron: Financial Times (

10 1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen
Nauw verband tussen omvang en organisatie EBVBA: eigenaar en bedrijfsleider BVBA: aandelen op naam NV: overdraagbare aandelen Algemene vergadering Raad van bestuur Directie of management Ondernemingen hebben doorgaans drie soorten leden Werknemers Managers (of directie) Eigenaars (of aandeelhouders)

11 1. Waarom zijn er ondernemingen?
1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen 1.2 De reikwijdte en grenzen van de onderneming 1.3 Waar komen ondernemingen vandaan? 1.4 Beslissingen van ondernemingen

12 1.2 De reikwijdte en grenzen van de onderneming
Waarom zeer veel kleine bedrijven en klein aantal zeer grote? Ronald Coase (1937): The Nature of the Firm Omvangrijke en complexe organisaties hebben belangrijk voordeel Minimaliseren transactiekosten Transacties vereisen belangrijke randinvesteringen Veel tijd en geld nodig om bv. vertrouwen op te bouwen Onderhandelingskosten Contracten zijn steeds onvolledig Ook binnen onderneming bestaan transactiekosten tussen eigenaars, managers en werknemers Afdwingkosten ‘Make or buy’?

13 1. Waarom zijn er ondernemingen?
1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen 1.2 De reikwijdte en grenzen van de onderneming 1.3 Waar komen ondernemingen vandaan? 1.4 Beslissingen van ondernemingen

14 1.3 Waar komen ondernemingen vandaan?
Bedrijven met ongeveer zelfde activiteiten kunnen sterk verschillen in grootte Inschatting van verwachte winst alvorens markt te betreden Zolang winst groter is dan verwacht, blijft onderneming uitbreiden Na tijd ontdekt ondernemer de ware productiviteit en fluctueert winst rond constant niveau Veel ondernemingen passen in dit model Kans markt te verlaten is negatieve functie van leeftijd en grootte Bedrijven die groter starten, groeien wat sneller Groeivoet convergeert na paar jaar naar nul Creatieve destructie (Schumpeter)

15 Figuur 7.1: overlevingskansen en groeivoeten van nieuwe ondernemingen
kans op exit (in %) groeivoet (in %)** 25 25 20 20 15 15 10 10 5 5 leeftijd leeftijd 2 3 4 5 6 6+* 2 3 4 5 6 6+* aantal werknemers e 1 4-7 16-31 2-3 8-15 32+ Bron: Geurts, K., Van Biesebroeck, J. (2016). Firm Creation and Post-entry Dynamics of de novo Entrants. International Journal of Industrial Organization, 49,

16 1. Waarom zijn er ondernemingen?
1.1 De omvang en organisatie van ondernemingen 1.2 De reikwijdte en grenzen van de onderneming 1.3 Waar komen ondernemingen vandaan? 1.4 Beslissingen van ondernemingen

17 1.4 Beslissingen van ondernemingen
Toetreden of niet? Uitbesteden of niet? Eigen vermogen of geleend geld? Hoe produceren? Veel of weinig arbeid? Veel of weinig machines? Welke combinatie minimaliseert de kosten? Welke hoeveelheid? Welke prijs? Investeren in productietechnologie? reclame?

18 Figuur 7.2: overzicht hoofdstukken producentengedrag
kostenminimaliserende inputbeslissing gegeven het outputniveau HOOFDSTUKKEN 7 en 9 winstmaximaliserende outputbeslissing HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 11 HOOFDSTUK 10 outputbeslissing bij outputbeslissing bij outputbeslissing bij perfecte mededinging onvolmaakte mededinging monopolie (oligopolie)

19 2. De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
2.1 De balans 2.2 De resultatenrekening 2.3 Winst of verlies

20 2.1 De balans Situatie van bedrijf op bepaald moment
Tabel met twee kolommen Activa/bezittingen Passiva/schulden Som activa = som passiva = balanstotaal Elke bezitting wordt gefinancierd, dus balanstotaal aan actiefzijde = balanstotaal passiefzijde Elke zijde heeft verschillende onderverdelingen

21 Tabel 7.3: balans van een onderneming
activa passiva vaste activa schulden aan eigenaars of eigen vermogen immateriële eigen kapitaal materiële ingehouden winsten financiële vlottende activa schulden aan derden of vreemd vermogen voorraden op lange termijn vorderingen op korte termijn geld balanstotaal

22 2. De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
2.1 De balans 2.2 De resultatenrekening 2.3 Winst of verlies

23 2.2 De resultatenrekening
Balans = foto (voorraadvariabelen) Resultatenrekening = film (stroomvariabelen) Twee kolommen Credit/opbrengsten Debet/kosten Resultaat = opbrengsten – kosten Winst Verlies Resultaat Bedrijfsresultaat Financieel resultaat Uitzonderlijk resultaat

24 Tabel 7.4: de resultatenrekening
debet credit saldo bedrijfsresultaat aankoop grondstoffen verkopen bedrijfswinst of -verlies lonen en wedden afschrijvingen financieel resultaat te betalen intresten op schulden te ontvangen intresten financiële winst of verlies aan derden uitzonderlijk resultaat aankoop van vaste activa verkoop van vaste activa uitzonderlijke winst of verlies resultaat alle kosten alle opbrengsten winst of verlies

25 2. De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
2.1 De balans 2.2 De resultatenrekening 2.3 Winst of verlies

26 2.3 Winst of verlies Bedrijfsresultaat + financieel resultaat + uitzonderlijk resultaat Onderscheid tussen opbrengsten/kosten geïncasseerde ontvangsten/werkelijk gedane uitgaven Bedrijf dat veel winst maakt, kan toch liquiditeitsproblemen hebben Cashflow Balans en jaarrekening zijn oa. met elkaar verbonden via ingehouden winst: doet solvabiliteit stijgen schulden van derden

27 3. Maximaliseert de onderneming haar winst?
3.1 Definitie van economische winst 3.2 Controle op het management: het principaal-agentprobleem 3.3 Controlemechanismen en incentives 3.4 Marktdiscipline

28 3.1 Definitie van economische winst
Boekhoudkundige winst is verschil tussen totale opbrengsten en totale kosten Opportuniteitskost ≠ boekhoudkundige kost Economische kost of opportuniteitskost is de waarde van de input in de beste alternatieve aanwending Bv. eigenaar krantenwinkel Bv. koffiebrander Bv. opportuniteitskost inzetten van eigen vermogen Maximalisatie van rentabiliteit op eigen vermogen Hefboomeffect

29 Tabel 7.5: boekhoudkundige en economische winst van een krantenhandelaar
opbrengsten kosten omzet: aankoop: €40 000 loon verkoper: €30 000 boekhoudkundige winst: €40 000 toegekende huur: €10 000 toegerekend eigen loon: €40 000 economische winst: -€10 000

30 3. Maximaliseert de onderneming haar winst?
3.1 Definitie van economische winst 3.2 Controle op het management: het principaal-agentprobleem 3.3 Controlemechanismen en incentives 3.4 Marktdiscipline

31 3.2 Controle op het management: het principaal-agentprobleem
Kritiek op model van onderneming als winstmaximaliserende economische agent Gedragstheorieën: beperkte rationaliteit Managementtheorieën: probleem van controle Twee groepen met mogelijk tegenstrijdige objectieven Aandeelhouders Managers Staat bekend als principaal-agentprobleem Manager kan meer belang hechten aan vrije tijd meer belang hechten aan voordelen in natura streven naar prestige, bv. forse interne groei

32 3. Maximaliseert de onderneming haar winst?
3.1 Definitie van economische winst 3.2 Controle op het management: het principaal-agentprobleem 3.3 Controlemechanismen en incentives 3.4 Marktdiscipline

33 3.3 Controlemechanismen en incentives
Interne controle Rechtstreeks: raad van bestuur Onrechtstreeks: incentieven, zoals variabel loon Vergoedingen obv prestaties heeft beperkingen Aandelenmarkt werkt niet perfect Vrijbuiterprobleem Risicoschuw Externe controle Mogelijke overname: markt voor bedrijfscontrole Werkt evenmin perfect Financiële gifpillen Vrijbuitersprobleem

34 3. Maximaliseert de onderneming haar winst?
3.1 Definitie van economische winst 3.2 Controle op het management: het principaal-agentprobleem 3.3 Controlemechanismen en incentives 3.4 Marktdiscipline

35 3.4 Marktdiscipline Een bedrijf dat beslissingen neemt die de winst niet maximaliseren, kan het moeilijk krijgen Zeker als er concurrentie is = tweede extern controlemechanisme Meeste bedrijven zullen winstmaximalisatie nastreven Uitzonderingen Monopolies Vzw’s Staatsbedrijven

36 4. De ‘make-or-buy’-beslissing in personen- versus goederentransport
Transportsector kende enorme omwenteling Personenvervoer: Uber is exponentieel gegroeid Goederenvervoer: zelfstandigen sterk gedaald Waarom dit verschil? Twee opties voor goederentransport: Make (bedrijf is eigenaar van vrachtwagen) Buy (chauffeur is eigenaar) Wat geschiktst is, verschilt per situatie Rijstijl Niet alle transporten even gewild Baker & Hubbard (2004) ICT maakt het makkelijker om te zien hoe chauffeur rijdt Logistieke keten erg complex geworden Minder chauffeurs zijn zelf eigenaar van truck

37 4. De ‘make-or-buy’-beslissing in personen- versus goederentransport
Taxibedrijven maken zelfde afweging Vroeger werknemers Shifts om dure licenties optimaal te benutten Uber heeft situatie doorheen geschud ‘Oude’ model Specialiseert zich in koppelen van vraag aan aanbod Eigenlijke rit geoutsourcet Tegengestelde ontwikkeling is niet statisch Hangt oa. af van technologische evolutie

38 Figuur 7.3: evolutie personen- en goederentransport
(a) passagierstransport (b) goederentransport aandeel chauffeurs aandeel chauffeurs dat voor dat als zelfstandige Uber rijdt (in %) werkt (in %) 50 25 40 20 30 15 lange afstand (> 200 mijl) 20 10 korte afstand (< 200 mijl) 10 5 2012 2013 2014 2015 2016 1987 1992


Download ppt "De onderneming als organisatie"

Verwante presentaties


Ads door Google