De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Competitie Regelavond 2019

Verwante presentaties


Presentatie over: "Competitie Regelavond 2019"— Transcript van de presentatie:

1 Competitie Regelavond 2019
18 maart 2019

2 Nieuwe regels 2019

3 5 gebieden

4 Droppen op kniehoogte Als je verkeerd hebt gedropt, dan moet je dit herstellen (dus opnieuw droppen op de juiste manier). Hier is geen limiet voor het aantal pogingen. Heb je op een verkeerde manier gedropt, maar wel in de dropping zone, en je hebt een slag gemaakt, dan krijg je één strafslag voor het verkeerd droppen.

5 Dropzones De gedropte bal moet in de dropzone tot stilstand komen. Indien dit niet het geval is dan opnieuw droppen. Komt de bal voor de 2e keer niet tot stilstand in de dropzone, dan plaatsen op de plek waar de bal de dropzone heeft geraakt. Spelen van een gedropte bal buiten de dropzone = spelen van de verkeerde plaats  algemene straf Strokeplay 2 strafslagen Matchplay verlies van de hole

6 Dropzone hindernis Bij optie 2, markeer je punt vanaf waar je de droppingzone gaat bepalen. Anders kan het zijn dat je verkeerd dropt.

7 Diversen Bunker: extra optie om bij onspeelbare bal buiten de bunker te droppen met een extra strafslag Herstellen van beschadigingen, veroorzaakt door een persoon of invloed van buitenaf, van de green Hindernis: grounden toegestaan (niet in een bunker) Je mag de oorspronkelijk bal vervangen met een andere bal wanneer je volgens de regels een belemmering ontwijkt door te droppen of te plaatsen.

8 Competitiereglement

9 Download de R & A app (met Nederlandse spelerseditie)

10 QUIZ MATCHPLAY

11

12 Je bal ligt op 10 centimeter van de hole
Je bal ligt op 10 centimeter van de hole. Je tegenstander zegt dat hij jou de hole geeft en pakt jouw bal op. Wat zijn de gevolgen voor jullie beiden? A. Jij hebt de hole gewonnen. B. Jij moet de bal terugplaatsen. Je tegenstander krijgt een strafslag voor het opnemen van de bal. C. Jij moet de bal terugplaatsen. Je tegenstander krijgt geen straf.

13 Je bal ligt op 10 centimeter van de hole
Je bal ligt op 10 centimeter van de hole. Je tegenstander zegt dat hij jou de hole geeft en pakt jouw bal op. Wat zijn de gevolgen voor jullie beiden? A. Jij hebt de hole gewonnen. R 3.2b

14 Je bent aan het zoeken naar je bal in de rough
Je bent aan het zoeken naar je bal in de rough. Je verwacht niet dat je de bal nog gaat vinden, dus je ‘geeft de hole’ aan je tegenstander. Maar direct daarna vind je je bal alsnog. Je herroept het ‘geven van de hole’ en gaat door met het spel. Mag dat?

15 A. Ja. De bal is binnen drie minuten gevonden en dus niet verloren
A. Ja. De bal is binnen drie minuten gevonden en dus niet verloren. Je mag het spel met de gevonden bal hervatten. Het ‘geven van de hole’ mag je altijd herroepen. B. Ja. De bal is binnen drie minuten gevonden en dus niet verloren. Als je tegenstander akkoord gaat, mag je het spel met de gevonden bal hervatten en het ‘geven van de hole’ herroepen. C. Nee. Als je eenmaal de hole hebt gegeven, mag je daar niet op terugkomen. Je verliest de hole.

16 C. Nee. Als je eenmaal de hole hebt gegeven, mag je daar niet op terugkomen. Je verliest de hole. R 3.2-b

17 Je bent halverwege je matchplaywedstrijd en ontdekt dat je onderweg je putter hebt laten liggen. Wat mag je doen? A. Je mag zonder oponthoud je putter gaan halen, of door iemand op laten ophalen. B. Je mag voor een keer de putter van je tegenstander lenen en vervolgens zonder nodig oponthoud je eigen putter gaan halen. C. Je mag voor de rest van de ronde de putter van iemand anders lenen, mits diegene hem zelf verder niet meer gebruikt.

18 Je bent halverwege je matchplaywedstrijd en ontdekt dat je onderweg je putter hebt laten liggen. Wat mag je doen? A. Je mag zonder oponthoud je putter gaan halen, of door iemand op laten ophalen. R 4.1b

19 Tijdens het zoeken in het hoge gras trap je per ongeluk tegen je bal aan. Deze verrolt een klein stukje en ligt net op de fairway. Hoe ga je verder? A. Je moet de bal terugplaatsen op de plek waar hij lag en je krijgt geen strafslag. B. Je mag de bal laten liggen en van die plek verder spelen. Je krijgt wel een strafslag. C. Je moet de bal terugplaatsen op de plek waar hij lag en je krijgt een strafslag.

20 Tijdens het zoeken in het hoge gras trap je per ongeluk tegen je bal aan. Deze verrolt een klein stukje en ligt net op de fairway. Hoe ga je verder? A. Je moet de bal terugplaatsen op de plek waar hij lag en je krijgt geen strafslag. R 7.4

21 Tijdens het zoeken naar jouw bal, trapt je tegenstander per ongeluk tegen je bal, die vervolgens verrolt. Wat is juist? A. Je tegenstander verliest de hole. B. Je moet de bal terugplaatsen en je tegenstander krijgt een strafslag. C. Je moet de bal terugplaatsen en niemand krijgt een straf.

22 Tijdens het zoeken naar jouw bal, trapt je tegenstander per ongeluk tegen je bal, die vervolgens verrolt. Wat is juist? C. Je moet de bal terugplaatsen en niemand krijgt een straf. R 7.4

23 Onderweg naar zijn eigen bal trapt je tegenstander per ongeluk tegen jouw bal op de fairway. De bal verrolt. Wat nu? A. Je tegenstander verliest de hole. B. Je moet de bal terugplaatsen en je tegenstander krijgt een strafslag. C. Jij moet je bal terugplaatsen en niemand krijgt straf.

24 Onderweg naar zijn eigen bal trapt je tegenstander per ongeluk tegen jouw bal op de fairway. De bal verrolt. Wat nu? B. Je moet de bal terugplaatsen en je tegenstander krijgt een strafslag. R 9.5b

25 Je slaat de bal tegen een boom
Je slaat de bal tegen een boom. De bal kaatst terug, tegen je eigen tas aan. Wat nu? A. Je moet de bal spelen zoals hij ligt. Je krijgt een strafslag. B. Je moet de bal spelen zoals hij ligt. Je krijgt geen straf. C. Je verliest de hole.

26 Je slaat de bal tegen een boom
Je slaat de bal tegen een boom. De bal kaatst terug, tegen je eigen tas aan. Wat nu? B. Je moet de bal spelen zoals hij ligt. Je krijgt geen straf. R 11.1a/b

27 Je bal ligt in de rough. Je neemt een los takje weg, dat vlak naast je bal ligt. Daardoor beweegt de bal. Wat is juist? A. Je moet de bal spelen zoals hij ligt. Je krijgt een strafslag. B. Je moet de bal spelen zoals hij ligt. Je krijgt geen straf. C. Je moet de bal terugplaatsen met een strafslag.

28 Je bal ligt in de rough. Je neemt een los takje weg, dat vlak naast je bal ligt. Daardoor beweegt de bal. Wat is juist? C. Je moet de bal terugplaatsen met een strafslag. R 15.1-b

29 Je bal ligt op de green en je vraagt je tegenstander om de vlaggenstok te bewaken. Je put de bal, maar de bal raakt de vlaggenstok omdat je tegenstander deze per ongeluk niet snel genoeg uit de hole haalt. Wat nu? A. Je bal mag de vlaggenstok niet raken. Je verliest de hole. B. Speel de bal zoals hij ligt en er volgt geen straf. C. Je tegenstander maakt een fout en verliest daardoor de hole.

30 Je bal ligt op de green en je vraagt je tegenstander om de vlaggenstok te bewaken. Je put de bal, maar de bal raakt de vlaggenstok omdat je tegenstander deze per ongeluk niet snel genoeg uit de hole haalt. Wat nu? B. Speel de bal zoals hij ligt en er volgt geen straf. R 13.2b(2)

31 Je hebt je bal 30 centimeter te kort geput
Je hebt je bal 30 centimeter te kort geput. Je bent in de veronderstelling dat je tegenstander de volgende slag wel zal geven en daarom neem je je bal op. Je tegenstander heeft echter niets gezegd en is ook niet van plan jou de hole te gunnen. Wat nu? A. Je moet je bal terugplaatsen en krijgt geen straf. B. Je moet de bal terugplaatsen en krijgt een strafslag. C. Je hebt de hole verloren.

32 Je hebt je bal 30 centimeter te kort geput
Je hebt je bal 30 centimeter te kort geput. Je bent in de veronderstelling dat je tegenstander de volgende slag wel zal geven en daarom neem je je bal op. Je tegenstander heeft echter niets gezegd en is ook niet van plan jou de hole te gunnen. Wat nu? B. Je moet de bal terugplaatsen en krijgt een strafslag. R 9.4b

33 Je speelt een matchplaywedstrijd en per ongeluk sla je je bal tegen de tas van je tegenstander. Wat zeggen de Regels? A. Je mag de bal spelen zoals hij ligt of je mag de slag laten vervallen en opnieuw spelen. In beide gevallen krijg je een strafslag. B. Je mag de bal spelen zoals hij ligt of je mag de slag laten vervallen en opnieuw spelen. In beide gevallen krijgt je tegenstander een strafslag. C. Je moet de bal spelen zoals hij ligt. Niemand krijgt straf. 

34 Je speelt een matchplaywedstrijd en per ongeluk sla je je bal tegen de tas van je tegenstander. Wat zeggen de Regels? C. Je moet de bal spelen zoals hij ligt. Niemand krijgt straf.  R11.1a/b

35 Je staat op het punt je tweede slag naar de green te slaan
Je staat op het punt je tweede slag naar de green te slaan. Nadat je hebt geadresseerd, net in je backswing, beweegt de bal. Je kunt niet meer ‘terug’, en je raakt de bal terwijl deze in beweging is. Wat is juist? A. Je verliest de hole. B. Je krijgt een strafslag en moet de bal spelen zoals hij ligt. C. Je krijgt geen straf, als jíj de beweging niet hebt veroorzaakt en je moet de bal spelen zoals hij ligt.

36 Je staat op het punt je tweede slag naar de green te slaan
Je staat op het punt je tweede slag naar de green te slaan. Nadat je hebt geadresseerd, net in je backswing, beweegt de bal. Je kunt niet meer ‘terug’, en je raakt de bal terwijl deze in beweging is. Wat is juist? C. Je krijgt geen straf, als jíj de beweging niet hebt veroorzaakt en je moet de bal spelen zoals hij ligt. R 9.1b

37 Je hebt de hole net verloren omdat je een put mist
Je hebt de hole net verloren omdat je een put mist. De stand is nu all square. Je tegenstander loopt al naar de volgende tee, maar jij maakt nog wat oefenputjes op de green. Mag dat? A. Ja, dat mag. B. Nee, nu moet je een hole aftrekken en je gaat naar 1 down. C. Je verliest deze hole.

38 Je hebt de hole net verloren omdat je een put mist
Je hebt de hole net verloren omdat je een put mist. De stand is nu all square. Je tegenstander loopt al naar de volgende tee, maar jij maakt nog wat oefenputjes op de green. Mag dat? A. Ja, dat mag. R 5.5

39 Je staat ongelofelijk goed te spelen en je bent na vijf holes al vijf up. Dan ontdek je dat je een stok teveel bij je hebt: 15 in plaats van 14 in de tas. Wat nu? A. Je verliest de eerste 2 holes, want je hebt 2 holes verloren en 3 gewonnen en staat nu dus 1 up. B. Je tegenstander eist dat je je bal opnieuw speelt en je krijgt geen strafslag. C. Maximum aftrek per ronde: 2 holes. Dus in plaats van 5 up sta je 3 up.

40 Je staat ongelofelijk goed te spelen en je bent na vijf holes al vijf up. Dan ontdek je dat je een stok teveel bij je hebt: 15 in plaats van 14 in de tas. Wat nu? C. Maximum aftrek per ronde: 2 holes. Dus in plaats van 5 up sta je 3 up. R 4.1b

41 Je hebt op de vorige hole je tee verloren
Je hebt op de vorige hole je tee verloren. Je gebruikt nu een heuveltje dat ongeveer op 2 ½ stoklengten achter de teemerken ligt. Je slaat je bal. A. Je tegenstander eist dat je je bal opnieuw speelt en je krijgt een strafslag. B. Je tegenstander eist dat je je bal opnieuw speelt en je krijgt geen strafslag. 6.1b C. Je tegenstander eist dat je je bal opnieuw speelt, je weigert en neemt een strafslag en je speelt de hole uit.

42 Je hebt op de vorige hole je tee verloren
Je hebt op de vorige hole je tee verloren. Je gebruikt nu een heuveltje dat ongeveer op 2 ½ stoklengten achter de teemerken ligt. Je slaat je bal. B. Je tegenstander eist dat je je bal opnieuw speelt en je krijgt geen strafslag. R 6.1b

43 Je ligt op de green en heb je bal gemarkeerd
Je ligt op de green en heb je bal gemarkeerd. Je legt de bal terug, maar door de wind rolt de bal van zijn plaats. Wat moet je doen? A. De bal spelen vanaf de plaats waar deze ligt, zonder strafslag. B. De bal terugplaatsen met een strafslag. C. De bal terugplaatsen zonder strafslag.

44 Je ligt op de green en heb je bal gemarkeerd
Je ligt op de green en heb je bal gemarkeerd. Je legt de bal terug, maar door de wind rolt de bal van zijn plaats. Wat moet je doen? C. De bal terugplaatsen zonder strafslag. R 9.3

45 Korte pauze

46 Vragen die beantwoord moeten worden met:
Hole gewonnen Hole verloren Hole gehalveerd

47 Vraag 1 Je hebt uitgeholed
Vraag 1 Je hebt uitgeholed. Je tegenstander moet nog 1 put maken om te halveren. Jij adviseert hem de speellijn. Hij put in de hole.

48 Vraag 1 Je hebt uitgeholed
Vraag 1 Je hebt uitgeholed. Je tegenstander moet nog 1 put maken om te halveren. Jij adviseert hem de speellijn. Hij put in de hole. Hole verloren R 10.2b

49 Vraag 2 Je put je bal met je 4e slag om te winnen. De bal blijft deels over de rand van de hole hangen. Na 10 seconden geeft je tegenstander je de volgende slag. Echter dan valt je bal. Je tegenstander put zijn 5e slag in de hole.

50 Vraag 2 Je put je bal met je 4e slag om te winnen. De bal blijft deels over de rand van de hole hangen. Na 10 seconden geeft je tegenstander je de volgende slag. Echter dan valt je bal. Je tegenstander put zijn 5e slag in de hole. Hole gehalveerd R3.2b

51 Vraag 3 Om lekker op te schieten besluiten jullie de volgende hole met heel veel water over te slaan.

52 Vraag 3 Om lekker op te schieten besluiten jullie de volgende hole met heel veel water over te slaan. Gediskwalificeerd R 3.2d

53 Vraag4 Je put je bal tot vlak bij de hole
Vraag4 Je put je bal tot vlak bij de hole. Je tegenstander geeft je de volgende slag. Maar jij zegt dat je nog niet uitgeholed hebt. Je tegenstander zegt OK hole maar uit. Je put en mist. Je hebt nu 1 slag meer dan je tegenstander.

54 Vraag4 Je put je bal tot vlak bij de hole
Vraag4 Je put je bal tot vlak bij de hole. Je tegenstander geeft je de volgende slag. Maar jij zegt dat je nog niet uitgeholed hebt. Je tegenstander zegt OK hole maar uit. Je put en mist. Je hebt nu 1 slag meer dan je tegenstander. Hole gehalveerd R3.2b

55 Vraag 5 Je slaat met je 2e slag een bal uit de rough op de green. Je tegenstander heeft al 5 slagen en geeft je de hole. Op de green zie je dat je een verkeerde bal hebt gespeeld.

56 Vraag 5 Je slaat met je 2e slag een bal uit de rough op de green. Je tegenstander heeft al 5 slagen en geeft je de hole. Op de green zie je dat je een verkeerde bal hebt gespeeld. Hole verloren R 6.3c

57 Vraag 6 Jij slaat met je 2e slag naar de green, maar je kunt de bal niet vinden. Je geeft je tegenstander de hole, wiens 2e slag op de green was beland. Dan vind je je bal in de hole en claimt onmiddellijk dat je de hole gewonnen hebt.

58 Vraag 6 Jij slaat met je 2e slag naar de green, maar je kunt de bal niet vinden. Je geeft je tegenstander de hole, wiens 2e slag op de green was beland. Dan vind je je bal in de hole en claimt onmiddellijk dat je de hole gewonnen hebt. Hole gewonnen

59 Vraag 7 Je put je bal, die dichter bij de hole ligt, eerst. En wint de hole. Je tegenstander zegt dat je voor je beurt hebt gespeeld en je de hole verloren hebt. Je protesteert, maar je geeft je tegenstander de hole. Later kijk je het na in de Golfregels en belt Paul. Die zegt dat je tegenstander geen gelijk had.

60 Vraag 7 Je put je bal, die dichter bij de hole ligt, eerst. En wint de hole. Je tegenstander zegt dat je voor je beurt hebt gespeeld en je de hole verloren hebt. Je protesteert, maar je geeft je tegenstander de hole. Later kijk je het na in de Golfregels en belt Paul. Die zegt dat je tegenstander geen gelijk had. Hole verloren R 3.2b

61 Vraag 8 Jij en je tegenstander hebben uitgeholed. Je zegt dat je een score van 5 slagen hebt, terwijl je score 6 was. De hole heb je gewonnen met 2 slagen. Jij vertelt een paar holes verder dat je een vergissing gemaakt hebt.

62 Vraag 8 Jij en je tegenstander hebben uitgeholed. Je zegt dat je een score van 5 slagen hebt, terwijl je score 6 was. De hole heb je gewonnen met 2 slagen. Jij vertelt een paar holes verder dat je een vergissing gemaakt hebt. Hole gewonnen R3.2d-3

63 Vraag 9 Je kunt na 2 minuten zoeken je bal niet vinden. Je stelt je tegenstander voor om naar de volgende hole te gaan. Dan vind je je bal en stelt voor om de hole uit te spelen. Voordat je je bal speelt doet je tegenstander een slag met een verkeerde bal. Jij en je tegenstander spelen de hole uit met een gelijk aantal slagen.

64 Hole verloren R 3.2b (voorstellen is gelijk aan hole geven)
Vraag 9 Je kunt na 2 minuten zoeken je bal niet vinden. Je stelt je tegenstander voor om naar de volgende hole te gaan. Dan vind je je bal en stelt voor om de hole uit te spelen. Voordat je je bal speelt doet je tegenstander een slag met een verkeerde bal. Jij en je tegenstander spelen de hole uit met een gelijk aantal slagen. Hole verloren R 3.2b (voorstellen is gelijk aan hole geven)

65 Vraag 10 Je bent met je tegenstander op de laatste hole en de stand is all square. Jij hebt nog een korte put te gaan voor 4. Je tegenstander holed uit voor 4. Je dacht echter dat je tegenstander uitgeholed had in 3 en je schudt hem de hand en je pakt je bal op. Je tegenstander zegt dan dat hij een 4 had.

66 Vraag 10 Je bent met je tegenstander op de laatste hole en de stand is all square. Jij hebt nog een korte put te gaan voor 4. Je tegenstander holed uit voor 4. Je dacht echter dat je tegenstander uitgeholed had in 3 en je schudt hem de hand en je pakt je bal op. Je tegenstander zegt dan dat hij een 4 had. Hole verloren R 3.2b

67 Vraag 11 Het is druk op de baan
Vraag 11 Het is druk op de baan. Jij en je tegenstander kunnen na de 2e slag jullie ballen niet vinden. Jullie besluiten naar de volgende hole te gaan. Hole gehalveerd R3.2b

68 Vraag 11 Het is druk op de baan
Vraag 11 Het is druk op de baan. Jij en je tegenstander kunnen na de 2e slag jullie ballen niet vinden. Jullie besluiten naar de volgende hole te gaan.

69 Vraag 12 Hole gehalveerd R3.2b
Je put je bal en je denkt dat je de hole gewonnen hebt. Je pakt de balmarker (muntje) van je tegenstander op. Je tegenstander zegt dat hij nog 1 put nodig heeft om te halveren. Hole gehalveerd R3.2b

70 Vraag 13 Je hebt je bal uitgeholed en vertelt dat een 4 gescoord hebt
Vraag 13 Je hebt je bal uitgeholed en vertelt dat een 4 gescoord hebt. De tegenstander, die al 4 slagen heeft gedaan, pakt zijn bal op. Dan realiseer je je dat je een 5 had. Je vertelt dit onmiddellijk aan je tegenstander.

71 Vraag 13 Je hebt je bal uitgeholed en vertelt dat een 4 gescoord hebt
Vraag 13 Je hebt je bal uitgeholed en vertelt dat een 4 gescoord hebt. De tegenstander, die al 4 slagen heeft gedaan, pakt zijn bal op. Dan realiseer je je dat je een 5 had. Je vertelt dit onmiddellijk aan je tegenstander. Hole gehalveerd R3.2b

72 Vraag 14 Je tegenstander speelt zijn afslag vlak vóór een hindernis en jij speelt je bal ín de hindernis. Voordat je tegenstander zijn bal speelt, vraagt hij je wat je gaat doen. Je zegt dat je een bal gaat droppen met een strafslag. Je tegenstander speelt zijn bal op de green, dicht bij de vlag. Jij verandert van gedachte en speelt de bal uit de hindernis. Ook op de green. Jullie holen beiden uit met de volgende slag.

73 Vraag 14 Je tegenstander speelt zijn afslag vlak vóór een hindernis en jij speelt je bal ín de hindernis. Voordat je tegenstander zijn bal speelt, vraagt hij je wat je gaat doen. Je zegt dat je een bal gaat droppen met een strafslag. Je tegenstander speelt zijn bal op de green, dicht bij de vlag. Jij verandert van gedachte en speelt de bal uit de hindernis. Ook op de green. Jullie holen beiden uit met de volgende slag. Hole gehalveerd

74 Succes!


Download ppt "Competitie Regelavond 2019"

Verwante presentaties


Ads door Google