De Gouden Eeuw al bakermat van de Nederlandse identiteit

Presentatie over: "De Gouden Eeuw al bakermat van de Nederlandse identiteit"— Transcript van de presentatie:

1 De Gouden Eeuw al bakermat van de Nederlandse identiteit
Lotte Jensen Nederlandse taal en cultuur Radboud Universiteit

2 J.P. Coen (1587-1629) 1. Kritische tekst erbij
2. Vervangen beeld door ‘echte’ Hoornse held 3. Verplaatsen naar het Westfries Museum

3 Geroemd als krachtdadig en visionair bestuurder
Geroemd als krachtdadig en visionair bestuurder. Maar evenzeer bekritiseerd om zijn gewelddadige optreden bij het verwerven van handelsmonopolies in Indië.

4 Charlotsville en de gevolgen

5

6 Anthony Smith, National Identity (1990)
Functie van een Gouden Eeuw in het nationalisme: authenticiteit geworteldheid continuïteit waardigheid lotsbestemming

7 Standbeelden: heldencultus

8 J.F. Helmers, De Hollandsche natie (1812)

9 Adriaan Loosjes, Het leven van Maurits Lijnslager (1808)

10 Ovidius, Metamorphosen: gouden tijdperk

11 Het IJ en d’Amstel voên de hoofdstad van Europe,
Gekroond tot keizerin, des nabuurs steun en hope; Amstelredam die ’t hoofd verheft aan ’s hemels as En schiet, op Pluto’s borst, haar wortels door ’t moeras. Wat waat’ren worden niet beschaduwd door haar zeilen? Op welke markten gaat niet haar waren veilen? Wat volken ziet ze niet beschijnen door de maan, Zij die zelf wetten stelt den gansen oceaan? Zij breidt haar vleugels uit door aanwas veler zielen en sleept de wereld in met overladen kielen. De welvaart stut haar staat, zolang de aanzienlijkheid Des raads gewetensdwang zijn boze wil ontzeit.

12 De koeien geven melck en room
Het is al boter tot den boom Men zingt al pais en vree

13 Vondel, Inwyding van het stadhuis te Amsterdam (1655): ‘Dus schijnt heel de wereld om Amsterdam gebouwd’

14 Eelkje van Bouricus, 1648 O Nederlandt, van Godes handt
Soo goedichlijk regieret, Dat uwen Tuyn, seer schoon en ruym Soo heerlijck is vercieret, Met Steden groot, daer in men hoort U Staet in voorspoedt rijsen.

15 Humor veronderstelt kennis

16 J.F. Helmers ( ) Nu stroomt een kostbre vloed uit rijke kruidvaleijen, Uit noot en peperbosch, bij ’t klinken der schalmeijen, Naar Neêrlands schepen af, aan Javaas gloeijend strand, En Houtman voert die weg naar ’t wachtend Vaderland. Geen bloed kleeft aan dien schat der Ooster werelddelen, Geen stad werd uitgemoord om onzen smaak te streelen

17 Als Wereldburger zal uw geest veel hooger zweven;
In geen’ beperkten kring moet ge aan één volk meer kleven; Als burger van heel de aard’ is u meer heil bereid; Breek, scheur den slagboom weg, die volk van volken scheidt.