Opnamen met meerdere camera’s

Presentatie over: "Opnamen met meerdere camera’s"— Transcript van de presentatie:

1 Opnamen met meerdere camera’s
in vaktermen : MULTICAM registraties

2 Wat zijn multicam opnamen?
Gelijktijdige video-opnamen van één object of gebeuren met meerdere camera’s vanuit meerdere camera standpunten en met verschillende beeldkaders.

3 Mogelijke multicam camera opstelling en inkadering totaal close
half totaal totaal close

4 Waarom willen we multicam-opnamen maken?
We willen de handelingen zonder onderbreking laten zien, terwijl we toch afwisselende beelden aan de kijker aanbieden.

5 Bij welke gelegenheden maken we multicam-opnamen?
Theatervoorstellingen, sportevenementen, interviews en andere gebeurtenissen, waarbij we de handeling niet kunnen stoppen om andere camerastandpunten in te nemen en andere camera-instellingen te maken.

6 Wat leent zich niet direct voor multicam- opnamen?
geregisseerde speelfilm of andere scenariofilm vakantiefilm natuurfilm documentaires

7 Soorten multicam - opnamesessies :
met beeldregisseur zonder beeldregisseur

8 met beeldregisseur De camera’s zijn met kabels verbonden met een centraal apparaat, waarop de beeldregisseur het beeld van alle camera’s ziet. De cameramensen dragen een hoofdtelefoon. Via een audioverbinding geeft de regisseur voortdurend aanwijzingen aan iedere cameraman/vrouw welk beeld zij moeten kiezen in welke beelduitsnede. Hij let ook op de scherpte van het beeld. Hij bepaalt wat wanneer wordt uitgezonden en/of vastgelegd.

9

10

11 zonder beeldregisseur
Er zijn vooraf afspraken gemaakt wie welke soort beelden maakt ( close, medium close, halftotaal, totaal etc.) vanuit welk camerastandpunt. Dat kan een vast standpunt zijn op statief, of het beeld van een “lopende camera”.

12

13

14 Aan welke technische zaken moeten we denken bij multicam-opnamen?
1 . Gebruik zoveel mogelijk dezelfde soort camera. “Maar ik heb niet allemaal dezelfde camera’s!” Gebruik dan camera’s van hetzelfde merk. Het basisplaatje van de verschillende merken is vaak net iets anders, dus hiermee voorkom je dat de camerabeelden teveel verschillen in kleurprofiel.

15 2. Vergelijk de beeldinstellingen en pas deze aan elkaar aan.
Denk aan beeldgrootte (16:9), witbalans = kleurtemperatuur,bijv graden Kelvin interlaced of progressive, (“i” of “p”) aantal frames per seconde, (25 of 50) sluitersnelheid Zorg ervoor dat alles zoveel als kan hetzelfde staat ingesteld.

16 3. Zet de audio-instellingen gelijk.
Zorg ervoor dat de audioinstellingen identiek zijn. De belangrijkste instelling is het aantal KHz. Gebruik bij voorkeur minimaal 48 KHz. Wanneer je een andere KHz gebruikt, dan kan er een verschil in de golfvormen zitten en dat is nou net wat we gebruiken bij het syncen van het beeld.

17 4. Zorg ervoor dat tenminste 1 camera het geluid goed opneemt.
Bijvoorbeeld door de camera aan te sluiten aan de mengtafel van het geluid van het evenement of een goede externe microfoon gebruiken. Dit is je belangrijkste camera. Máár, zorg er wel voor dat alle camera’s het geluid opnemen, dit heb je nodig om te syncen! Luister mee. De technicus zou je per abuis kunnen afkoppelen tijdens de voorstelling! Als camera 1 van de mengtafel opneemt, heb je het geluid van een andere camera nodig voor bijv. applaus.

18 5. Gebruik 1 camera als totaalshot.
Je hebt net gekozen voor een camera waarmee je het geluid opneemt, stel deze ook in voor het totaalshot, wat je verder zo min mogelijk aanpast tijdens het filmen, zowel kader als standpunt. Deze camera raak je dus nauwelijks aan. tijdens de show

19 6. Zet alle data en tijdstippen gelijk op de verschillende camera’s.
Als je heel veel gaat filmen met heel veel verschillende camera’s is het heel fijn als je een voorselectie kunt maken aan de hand van de data. Zeker wanneer je camera’s niet allemaal hetzelfde plaatje filmen.

20 7. Start en stop je opname zoveel mogelijk (VRIJWEL) tegelijk.
En laat de opnames doorlopen. Hoe minder verschillende bestanden je hebt, hoe beter. Elk bestand moet later apart synchroon gelegd worden.

21 8. Bereid de inhoud goed voor.
Spreek vooraf met elkaar en met de organisatie van het event, bijvoorbeeld de regisseur, wat er gaat gebeuren. Staat iedereen de hele tijd op het podium of komen er ook mensen door de zaal. Wees hier op voorbereid en bepaal vooraf wie deze speciale handelingen gaat vastleggen.

22 9. Film van zoveel mogelijk verschillende standpunten.
Zet de camera’s niet te dicht bij elkaar in de buurt. Het is voor de kijker niet interessant dat ze een montage zien van beelden die heel erg op elkaar lijken. Uitzondering: de totaalcamera in het midden frontaal mag wel staan naast een camera die vanuit dezelfde plek close beelden maakt.

23 10. Kies een duidelijk leider en volg zijn instructies.
Als er een beeldregisseur is, heeft hij de leiding. Is hij er niet, dan zal een andere persoon – meestal één van de cameramensen, tevens verantwoordelijk voor de montage – de camerastandpunten bepalen en aanwijzingen geven over de gewenste beelduitsnedes. Houd je aan die afspraken.

24 11. Soms mag je iets anders doen.
Tijdens de opnamen zonder beeldregisseur kan de cameraman/vrouw de leiding niet bereiken. Er kan zich iets onverwachts voordoen. Handel dan naar eigen goedvinden, maar bedenk wel, dat je mede-cameramensen het onverwachte ook zien en ook gaan handelen. Blijf denken aan gevarieerd beeld.

25 12. Verloren beelden. Regelmatig zal het nodig zijn dat je een snelle pan of tilt maakt, in- of uitzoomt, opnieuw scherpstelt. Dat zijn voor het eindproduct verloren beelden. De editor zal op dat moment voor het beeld van een andere camera kiezen. Zodra je eenmaal weer goed beeld hebt, zal de editor/regisseur vaak niet meteen jouw beeld kunnen gebruiken, omdat het op dat moment niet in het ritme van de film past. Houdt daarom minstens 10 maar liever nog minstens 20 seconden het gekozen beeld vast.

26 12. Verloren beelden - 2 Besef ook, dat alle cameramensen vaak hetzelfde denken, bijvoorbeeld aan het eind van een muzieknummer een andere instelling kiezen. Alle camera’s zijn dan tegelijk in beweging en de editor heeft geen bruikbaar beeld. Tenzij er een (onbemande) camera voor het totaalbeeld is. Bij ontbreken daarvan, tevoren afspraken maken over het tijdstip van bewegen.

27 15. Geniet van de show! Maar bekijk hem wel door het scherm van je camera. Blijf gefocussed, je weet tenslotte nog niet wanneer jouw beeld gebruikt gaat worden!

28 DE MULTICAM MONTAGE

29 STap 1 : De bestanden van de camera’s in de tijdlijnen boven elkaar
zetten en t.o.v. elkaar schuiven, zodat de geluidspatronen gelijk komen te liggen. Dan begin en eind zo knippen, dat alle geluidsporen even lang duren.

30 Op de geluidssporen inzoomen om het geluid heel precies gelijk te krijgen.
Afluisteren . Zit er een echo in het geluid, dan de sporen nog een paar beelden t.ao.v. elkaar verschuiven.

31 stap 2: Volgens montageprogramma en multicam sessie aanmaken.
Het monitorscherm krijgt een gewijzigde layout. links de beelden van de individuele camera’s, Rechts het beeld, dat je voor dat mement hebt gekozen (zie ook geel kader).

32 CAM 3 CAM 2 CAM 3 CAM 1 Op de tijdlijn zie je welke camera je op welk moment hebt gekozen. Er is altijd één standaard geluidsspoor van één van de camera’s. De andere geluidssporen zijn bijgeplaatst, omdat het soms gewenst is het standaardgeluid te vervangen of het andere geluid bij te mengen.

33 meer informatie over multicam monteren?
De handelingen zijn in ieders montageprogramma weer net een beetje anders. Vraag er om tijdens een bijeenkomst over jouw montageprogramma. Bedankt voor de aandacht. Vervolg op 2 april a.s. met praktijkoefeningen.