Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMaarten Gerritsen Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Diersoortverdieping: het konijn
Konijn: Algemeen Diersoortverdieping: het konijn
2
Algemene info Oryctolagus cuniculus Zoogdier Herbivoor
Behorende tot de orde der haasachtigen (lagomorpha) Door het gebit is het geen knaagdier (rodentia)! Voedster (vrouwtje) - Ram (mannetje) Voedster met jongen: moer Een mannetjes konijn wordt aangeduid met ram of rammelaar Een babykonijn wordt lamprei of kitten genoemd
3
Konijnen zijn prooidieren, in het wild vele natuurlijke vijanden zoals de vos, hermelijn en verschillende roofvogels Dit verklaart niet alleen hun bouw, maar ook hun gedrag Levensverwachting: 6-10 jaar Geslachtsrijp: 2-3 maanden (fokrijp: 6 mnd) Draagtijd: 30 dagen Speenleeftijd: 6 weken (7-8 wk verhuizen)
4
Taxonomie Klasse: Zoogdieren (Mammalia)
Orde: Haasachtigen (Lagomorpha) Familie: Hazen en konijnen (Leporidae) Geslacht: Konijnen (Oryctolagus) Soort: Konijn (Oryctolagus cuniculus)
5
Domesticatie van het konijn
Geen wetenschappelijk bewijs voor oorspronkelijke herkomst van het konijn Deskundigen houden het erop dat voorouders van onze huiskonijnen in Azie leefden en zich later over grote delen van Europa hebben verspreid Toen de Romeinen het Iberische schiereiland veroverden, leefden daar al wilde konijnen De romeinen zette het konijn op de menukaart En begonnen er mee te fokken Zo ontstonden de leporaria; door wallen afgezette veldjes met struikgewas zodat ze konden schuilen voor met name roofvogels
6
De romeinen namen waarschijnlijk het konijn mee op hun veroveringstochten door Europa
Franse monniken waren in de 6e eeuw waarschijnlijk verantwoordelijk voor het domesticatie proces. Zij fokten op kleur en omvang. Domesticatie heeft geleid tot konijnen die veel tammer zijn en dus makkelijker hanteerbaar. Het tamme ‘huiskonijn’, bezit nog steeds veel van de karakteristieken van zijn wilde soortgenoot. Ondanks verandering in grootte, kleur, vachtstructuur en temperament
7
Werd het konijn aanvankelijk gefokt voor het vlees en het bont, algauw werd er ook geselecteerd op bijzondere kleuren, aftekeningen en vachtstructuren Het konijn werd zo ook steeds meer gehouden voor de liefhebberij Vanuit de liefhebberij en sportfokkerij vond het konijn uiteindelijk zijn plek als gezelschapsdier Overigens was (en is) het konijn ook gebruikt als proefdier
8
Het wilde konijn In het wild leven konijnen in een burcht, welke bestaat uit meerdere holen die d.m.v. gangenstelsel met elkaar verbonden zijn In een burcht leeft een kolonie bestaande uit meerdere sociale groepen van 2-7 konijnen. Er leven dus zowel meerdere mannetjes als vrouwtjes en jonge dieren samen Wel zijn er over het algemeen meer vrouwtjes dan mannetjes Tussen de mannetjes eerst een strikte rangorde, waarbij de meest dominante man(nen) met de vrouwtjes paren
9
Een burcht bestaat uit verscheidene holen (woonketels) die door tunnels (pijpen) aan elkaar verbonden zijn. De bouw kan soms wel drie meter de diepte in gaan. Het woongedeelte is cm hoog De burcht beschermt het konijn o.a. tegen roofdieren. Burchten worden meestal gegraven in enigszins heuvelachtig gebied waar een betere afwatering is. Struikgewas en kleine bosjes zorgen voor bescherming. De burcht zelf bevat talloze vluchtuitgangen waaronder een of meerdere loodrechte tunnels.
10
Wilde konijnen doen hun behoefte in principe niet in de burcht waar zij wonen
Zij kiezen verspreid over hun leefgebied speciale plekken uit, zogenaamde latrines om hun keutels te deponeren Konijnen zijn gemiddeld 12 uur per dag actief en een groot deel van hun tijd besteden zij aan eten Konijnen zijn schemerdieren dus vooral actief in de vroege ochtend (zonsopgang) en vroege avond (zonsondergang)
11
The burrowers, animals underground
Aflevering 1 Aflevering 2 Aflevering 3
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.