week 2.8 Pragmatiek + conversatieanalyse

Presentatie over: "week 2.8 Pragmatiek + conversatieanalyse"— Transcript van de presentatie:

1 week 2.8 Pragmatiek + conversatieanalyse
Taalbeschouwing 2 week 2.8 Pragmatiek + conversatieanalyse

2 Wat gaan we vandaag doen?
1. Waarom stellen docenten vragen? 2. Hoe kun je als docent reageren op antwoorden van de leerlingen?

3 Doelen 1. Je weet het verschil tussen alledaagse vragen stellen en vragen in de klas. 2. Je kent drie kenmerken die horen bij effectieve vragen door docenten.

4 Doelen 3. Je weet hoe je in een OLG zo veel mogelijk leerlingen kunt laten nadenken over jouw vragen. 4. Je weet hoe je de antwoorden van leerlingen kunt gebruiken om het denkproces nog verder te stimuleren.

5 Doelen 4. Je kunt het begrip 'face' in verband brengen met vragen stellen in de les. 5. Je kunt de begrippen 'repair' en face koppelen aan foute antwoorden van leerlingen.

6 De eerste vraag van vandaag:
Waarom stellen docenten vragen?

7 1. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen
Waarom stellen mensen vragen? Waarom stellen docenten vragen? Vaak: - om groep erbij te houden - voortgang eigen verhaal

8 1. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen
Hoe laat je leerlingen zo veel mogelijk zeggen?

9 1. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen
'Ik heb nu een vraag waarvan ik wil dat jullie er eerst even rustig over nadenken. Daar krijg je even de tijd voor. Noteer wat je denkt in je schrift. Ik vraag zo kriskras wat gedachtes terug. De vraag luidt: hoe laat je leerlingen zo veel mogelijk zeggen?'

10 1. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen
Ebbens en Ettekoven Effectief leren:

11 1. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen
Effectief leren door Ebbens en Ettekoven: échte vragen: 1. prikkelen tot nieuwsgierigheid; 2. laten leerlingen op zoek gaan naar het goede antwoord; 3. laten leerlingen net aangeboden kennis verwerken.

12 1. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen
Hand-out: schema met vragen over Roodkapje. Waarom worden vraag 1 t/m 4 steeds complexer?

13 1. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen
Hoe zorg je ervoor dat niet steeds dezelfde leerlingen praten? Wat is de rol van pauzes in beurtwisseling?

14 1. Beurtwisseling in een OLG: Monty Python
And now for something completely different! Zie hand-out.

15 Stelt ridder Bedevere 'echte vragen'?
Ebbens en Ettekoven Effectief leren: echte vragen ● prikkelen tot nieuwsgierigheid ● laten leerlingen op zoek gaan naar het goede antwoord ● laten leerlingen net aangeboden kennis verwerken

16 De eerste vraag van vandaag:
Waarom stellen docenten vragen?

17 De tweede vraag van vandaag:
Hoe kun je als docent reageren op antwoorden van leerlingen?

18 2. Reacties op antwoorden leerlingen: face

19 2. Face: definitie Face: 'publieke gezicht'.
Mensen doen in interactie veel moeite om gezichtsverlies te voorkomen. Gezichtsverlies: voorbeelden?

20 2. Face + FTA FTA: face threatening act.
O.a. verontschuldigingen, complimenten, kritiek, verzoeken, etc. = allemaal zaken waarbij iemand gezichtsverlies kan lijden.

21 2. Face + FTA 1. Sorry dat ik te laat ben. 2. Wat een mooie jurk heb je aan! 3. Je college is warrig. 4. Ik wil een tientje lenen. 5. Het is 'groter dan' en niet 'groter als'.

22 2. Face + repair Verbeteren is potentieel pijnlijk: iemand maakt een fout, fouten maken leidt tot gezichtsverlies. Verbeteren = 'repair'.

23 2. Face + repair Voorkeur in dagelijkse communicatie: - Vroege correctie voor late correctie. - Repair door spreker zelf voor herstel door een ander. (Zie Monty Python beurt 21.)

24 2. Face + verbeteren leerlingen
Lesgeven wijkt af: Duidelijkheid = prioriteit (i.p.v. gezichtsbehoud leerling). Leraar moet foute antwoorden verbeteren (geen misverstanden). Verbetering moet leerzaam zijn voor leerling.

25 2. Face + leerlingen verbeteren
Dus leraar wacht niet tot de leerlingen zichzelf verbetert, maar stuurt. Hiervoor verschillende manieren. Hand-out p. 5: kiezen waarvan er sprake is in het schema met de vier fragmentjes.

26 Doelen 1. Je weet het verschil tussen alledaagse vragen stellen en vragen in de klas. 2. Je kent drie kenmerken die horen bij effectieve vragen door docenten.

27 Doelen 3. Je weet hoe je in een OLG zo veel mogelijk leerlingen kunt laten nadenken over jouw vragen. (pauzes?) 4. Je weet hoe je de antwoorden van leerlingen kunt gebruiken om het denkproces nog verder te stimuleren.

28 Doelen 4. Je kunt het begrip 'face' in verband brengen met vragen stellen in de les. 5. Je kunt de begrippen 'repair' en face koppelen aan foute antwoorden van leerlingen.