Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSonja van Veen Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Empowerment van alleenstaande moeders binnen het OCMW– MIRIAM
2
Enkele achtergrondcijfers
Armoederisicopercentage voor een éénoudergezin is 39,7% (EU-SILC 2017) Geldgebrek vergroot sociaal isolement In een genderongelijke maatschappij is toegang tot de huurmarkt en de arbeidsmarkt moeilijker voor hen (geconfronteerd met vooroordelen en discriminatie ) Ter vergelijking: Het armoederisicopercentage voor een klassiek gezin (2 ouders, 2 kinderen) bedraagt 8,5%, voor een alleenstaand persoon zonder gezin ten laste is dit 21,9%. Dus er is wel een grote verscheidenheid tussen de verschillende categorieën. De ongelijkheid op de huurmarkt komt ook voort uit de dubbele uitdaging die de alleenstaande moeders ondervinden. Enerzijds hebben ze het moeilijker werk en familie te combineren, wat leidt tot een moeilijkere zoektocht naar kwalitatieve jobs. In een poging het werk gecombineerd te krijgen met de zorg als moeder trachten zij flexibelere jobs aan te nemen, die vaak minder betaald worden en onzekerder zijn. Het gaat hier dan voornamelijk over part-time jobs of jobs van bepaalde duur. (Poverty, gender and lone parents in the EU, EIGE).
3
Dit onderzoek uitgevoerd door de nieuwsredactie van de VRT geeft perfect aan dat eenoudergezinnen het het moeilijkst hebben. Slechts een derde van de ondervraagden bleek vrij tot zeer gemakkelijk maandelijks rond te komen. Een derde geeft echter aan dat dit moeilijk tot zeer moeilijk lukt. Europese cijfers lijken dit te bevestigen: 26% van de bevraagde alleenstaande moeders bleek moeilijkheden gekend te hebben bij het betalen van de maandelijkse rekeningen. Voor de alleenstaande vaders betrof dit 16%.
4
Enkele achtergrondcijfers
Eerste 4 maanden 2018: 77,1% categorie 3 ‘gezinslast’ zijn alleenstaande vrouwen 89% van deze vrouwen leven in éénoudergezin 45889 alleenstaande moeders vs alleenstaande vaders (2017) Vertrekpunt Miriam: ‘Voor elke alleenstaande vader op een leefloon zijn er 8 alleenstaande moeders’ In 2017 waren er voor 6614 alleenstaande vaders alleenstaande moeders op een leefloon. Dit komt ongeveer neer op een ratio van 1/7de, wat ook het uitgangspunt van dit project vormt. Indien er voor elke alleenstaande vader op een leefloon 7 alleenstaande moeders op een leefloon bestaan, is er ontegensprekelijk sprake van een genderdimensie. Hier kom ik later op terug.
5
Genderdimensie Miriam
Vertrekpunt Miriam: ‘Voor elke alleenstaande vader op een leefloon zijn er 8 alleenstaande moeders’ Probleem alleenstaande moeders is maatschappelijk probleem Moeders zitten vast in patroon: moederrol primeert, zwakkere beroepen Empowerment staat voorop in Miriam! Eerste stap: Werken aan positief zelfbeeld Samenwerking met Nederlandstalige Vrouwenraad Zoals daarnet reeds werd aangehaald, is het vertrekpunt van dit project dat er voor elke alleenstaande vader op een leefloon 7 alleenstaande moeders bestaan. Uiteraard dient de problematiek voor die alleenstaande vaders daarom niet uit het oog verloren te worden, maar dat een specifieke methodologie voor alleenstaande moeders nodig was staat buiten enige twijfel. Gender en empowerment vormen de denkkaders van de methodiek. Gender gaat over sociale normen en waarden die traditionele en stereotiepe beelden over vrouwen in stand houden. Vrouwen worden dan vooral gelinkt aan hun rol als moeder, mannen als kostwinner, Binnen de arbeidscontext worden vrouwen ook vaker gelinkt aan de zwakke beroepen waar mannen aan harde beroepen gelinkt worden. Deze beroepen staan ook in een maatschappelijke hiërarchie ten opzichte van elkaar, Het beste voorbeeld daarvan is de ongelijke verloning van mannen en vrouwen. Om dergelijke maatschappelijke constructies te breken, zal tijdens de individuele en collectieve begeleiding van de moeders de nadruk worden gelegd op empowerment. Alleenstaande moeders op een leefloon zitten heel vaak vast in deze maatschappelijke constructies. De moederrol primeert boven de arbeidsloopbaan. Daarom zijn vele van deze moeders ook vaak zeer wantrouwig ten opzichte van kinderopvang. Het is daarom noodzakelijk dat er in de eerste plaats gewerkt wordt aan een positief zelfbeeld van de vrouwen. De moeders worden gewezen op deze sociale constructies, er wordt in groep gepraat over wat het betekent om ‘moeder’ maar ook ‘vrouw’ te zijn. Er wordt gepraat over kinderopvang, de mogelijkheden tot werk enz. Het was voor ons dan ook zeer belangrijk om voor dit project te kunnen rekenen op de expertise van de Vrouwenraad.
6
Hoe worden de moeders geselecteerd?
Casemanagers worden bijgestaan bij selectie Per OCMW 15 alleenstaande vrouwen met kinderen, intensief begeleid door casemanager Waarom 15 moeders? Bijna gegarandeerde uitval Nadruk op vrijwilligheid De eerste vraag die zich bij het Miriam-project stelt, is hoe een goede groep gevormd wordt. Eigenlijk betreft de ideale groepsgrootte 10 tot 12 personen. Een grotere groep zou te veel van de case manager eisen en zou elke vrouw te weinig aan het woord laten komen. We kozen er echter voor om per gemeente 15 moeders te laten selecteren opdat er steeds uitval plaatsvindt. Bij sommige gemeenten is dit erg weinig, waardoor zij met relatief grote groepen achterblijven van 12 à 13 moeders. Andere OCMW’s verloren daarentegen soms de helft van de moeders gedurende het project. Wat essentieel is binnen het project is de vrijwilligheid van de moeders. Ze kiezen er echt voor om deel te nemen aan het project. Er zal ook nooit een bestraffing volgen (met betrekking tot de uitkering) indien een moeder weinig inzet of afwezigheid toont gedurende dit project.
7
Wie zijn de moeders? Alleenstaande moeder met weinig steun van buitenaf Persistente vorm van armoede Kinderen binnen zelfde leeftijdscategorie Minimale kennis van de taal van de casemanager De groepen bestonden uit alleenstaande moeders met erg specifieke kenmerken. Naast het feit dat ze reeds een alleenstaande moeder zijn, is er sprake van een sociaal isolement, de moeders zijn reeds structureel bekend bij het OCMW. De kinderen dienen zich ook in dezelfde leeftijdscategorie te bevinden opdat de moeders van elkaar kunnen leren en zich herkennen in elkaars problemen. Een minimale kennis van de taal van de casemanager is primordiaal voor de goede werking van het project.
8
Begeleiding moeders Verantwoordelijkheid case manager
Subsidie in de eerste plaats bedoeld voor aanwerving case manager Groepsmomenten waar thema’s die leven op tafel komen Eveneens uitstapjes ter breking sociaal isolement Individuele begeleiding op basis van begeleidingsplan Veel vrijheid hierin voor deelnemende OCMW’s De subsidie die aan de OCMW’s wordt toegekend bedraagt 57,500 euro. Hierin kunnen ze werkingskosten onderbrengen, maar over het algemeen gaat het grootste stuk hiervan naar de loonkost van de casemanager. De casemanager is een sociaal assistent die aangesteld wordt om de Miriamgroep te begeleiden. Dit houdt ten eerste de collectieve groepsmomenten in, waarbij verschillende thema’s op tafel komen die leven binnen de groep. Belangrijk is dat de input uit de groep komt. Uiteraard dienen enkele overkoepelende thema’s wel aan bod te komen, maar indien een moeder die week juist iets heeft meegemaakt en dit met de groep wil delen, dient de case manager voldoende flexibel te zijn met het programma. Belangrijk is ook dat de gekozen thema’s gebaseerd zijn op de input die naar boven komt uit de verschillende individuele dossiers. Ook de volgorde van de behandelde thema’s is niet onbelangrijk. Zo zal er in het begin uiteraard gefocust worden op kennismaking, maar ook op praktische zaken (hoe regelen jullie de opvang van de kinderen, hoe bekijken jullie de opvoeding,…) en eventueel vindt er al een eerste uitstap plaats. Dit dient dan de basis te vormen voor de zwaardere gesprekken (zelfvertrouwen, echtscheiding,…). De individuele begeleiding vormt een bron van input voor de groepsbegeleiding. Tijdens deze momenten, die toch minstens 1 keer om de 2 weken moeten plaatsvinden, wordt een analyse van de situatie gemaakt en zoekt men samen naar oplossingen. Deze worden dan in het begeleidingsplan gegoten, waar ik straks nog op terugkom. Het allerbelangrijkste is uiteraard dat er tijdens deze momenten een vertrouwensrelatie wordt opgebouwd met de moeders en daarbij is het eerste contact (het intakegesprek) essentieel.
9
Empowermentmeter Meetschaal van 14 items voor cliënten, aangevuld met enkele kwalitatieve vragen 14 items verwijzen naar sociale habitat, positief identiteitsgevoel, verbondenheid en hulpverlening Wetenschappelijk onderbouwd, valide en betrouwbaar Opgesteld in samenspraak met sociaal werkers van OCMW’s en mensen in armoede Het Miriamproject maakt gebruik van 2 instrumenten: een empowermentmeter en een bevraging van 10 levensdomeinen. Om de resultaten beter te vatten, is het belangrijk dat ik hier even bij stilsta. De empowermentmeter is een meetschaal die 14 items bevraagt, aangevuld met enkel kwalitatieve vragen. Deze empowermentmeter werd opgesteld door de Karel de Grote-Hogeschool en is aldus geschikt om tot wetenschappelijk onderbouwde resultaten te komen. Bij dit proces werd het terrein ook betrokken.
11
Bij de nulmeting wordt dus gevraagd aan de moeders om voor elk van de items aan te geven in welke mate ze hiermee akkoord zijn. Bij de uiteindelijke eindmeting (er is ook nog een tussentijdse meting) worden deze vragen herhaald en wordt er gekeken hoe deze items geëvolueerd zijn.
12
De resultaten zijn in beide jaren opmerkelijk
De resultaten zijn in beide jaren opmerkelijk. De groep alleenstaande moeders die de Miriam-begeleiding genoot blijkt sterk gestegen op het vlak van empowerment, waar de groep die de normale OCMW-begeleiding genoot een veel minder sterke stijging kende, De resultaten gelden voor beide jaren,
13
Meting levensdomeinen
Eerst analyse en nulmeting, dan begeleidingsplan met doelen en acties Begeleidingsplan op basis van SMART-doelstellingen Uiteindelijk spinnenwebdiagram Naast de empowermentmeter beschikken we nog over een ander instrument, met name de meting van de levensdomeinen. Waar de empowermentmeter eerder stilstaat bij het zelfbeeld, het identiteitsgevoel en de perceptie van de maatschappij rond zich, gaan we hier naar enkele zeer specifieke levensdomeinen en de evolutie daarin kijken. Hier komt het begeleidingsplan ook terug. Voor elk van de levensdomeinen vindt een nulmeting plaats waarbij de huidige problemen benoemd worden. Van hieruit worden dan vertrokken om doelen op te stellen die de moeder vooruit moeten helpen. Belangrijk is dat deze doelstellingen de SMART-principes volgen: Specifiek - Is de doelstelling eenduidig? Meetbaar - Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt? Acceptabel - Zijn deze doelen acceptabel voor de doelgroep en/of het management? Realistisch - Is het doel haalbaar? Tijdgebonden - Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn? Uiteindelijk bekomen we zo het spinnenwebdiagram dat ik jullie later toon.
14
We nemen als voorbeeld het domein van de ‘financiën’
We nemen als voorbeeld het domein van de ‘financiën’. Bij de nulmeting wordt de huidige situatie in kaart gebracht, Zijn er kosten die nu niet betaald raken? Welke uitgaven krijgen voorrang? Dient er gerekend te worden op hulp van anderen om de touwtjes aan elkaar te knopen? Er worden ook punten gegeven op de subjectieve financiële situatie. De eerste stap betreft het formuleren van doelstellingen, bijvoorbeeld ‘A moet een duidelijker zicht krijgen op haar schulden en haar budget, om haar uitgaven beter te kunnen controleren’, Enkele specifieke acties worden dan geformuleerd voor deze doelstelling: Action 1 : Déterminer les revenus. Dresser la liste de toutes les sources de revenus, tant les revenus mensuels que tous les revenus reçus irrégulièrement ou seulement une fois par an. • Action 2 : Déterminer les dépenses. Dresser la liste de toutes les dépenses et les vérifier en conservant les tickets de caisse et les accusés de réception et en dressant une liste des dépenses sur un mois. • Action 3 : Réaliser un schéma clair. • Action 4 : Discuter chaque mois du schéma avec la participante
15
Uiteraard zal er dan bij de eindmeting worden nagegaan in welke mate deze doelstellingen bereikt werden. Dit is op zich een objectievere maatstaf dan de subjectieve waardering van verschillende levensdomeinen door de alleenstaande moeder, maar in dit project draait het uiteraard minstens evenzeer om die perceptie, het empowerment, wat juist staat voor een positievere kijk op de zaken. De uiteindelijke eindmeting vraagt andermaal om punten te geven op 10 voor de verschillende levensdomeinen. Op deze manier komen we tot ons spinnenwebdiagram. De punten op de verschillende levensdomeinen worden verbonden met elkaar en vormen een gekleurd vak. Na de eindmeting wordt hetzelfde gedaan, wat het verschil met de nulmeting uiteraard handig visualiseert. Let er wel op dat het leven en de perceptie ervan van deze moeders erg kan fluctueren. Een ruzie met de kinderen net voor nul- en eindmeting kan bijvoorbeeld een grote impact hebben op de globale waardering van het band met de kinderen.
22
Waar zijn beide tools te vinden?
Methodiekenboek en instrument beschikbaar via site POD MI: _methodiekenboek_nl.pdf _instrument_nl.pdf
23
Vragen: Het woord is aan u!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.