Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdEvelien de Croon Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Hoofdstuk 8 | Over economische grenzen! (kader)
2
Rekenen: Exportquote Vraag 1)
Bekijk de onderstaande gegevens over Duitsland en Frankrijk. Als het wereldwijd minder goed gaat, vindt er minder internationale handel plaats. Welk land heeft daarvan naar verhouding meer last, Duitsland of Frankrijk? Leg je antwoord uit met berekeningen van de exportquotes van beide landen. Uitwerking: Exportquote Duitsland: ( € / € ) x 100 = 34,1% Exportquote Frankrijk: ( € 510,5 / € ) x 100 = 19,3% Conclusie: Duitsland heeft meer last. Hun exportquote is hoger en zijn dus meer afhankelijk van (de handel met) het buitenland.
3
Rekenen: Export Vraag 2)
In klas 3TRACKa ontstaat een discussie. Boudewijn zegt: ‘De export naar EU-landen groeide sterker dan de export naar niet-EU-landen’. Diana is het daar niet mee eens. ‘De export naar niet-EU-landen groeide naar verhouding sterker dan naar EU-landen’. Laat met een berekening zien dat Diana gelijk heeft. Uitwerking: Naar niet-EU-landen groeide de export met: 119,6 −96,9 96,9 𝑥 100%=23,4 % Naar EU-landen groeide de export met: 309.8 −276,7 276,7 𝑥 100%=12 % Diana heeft dus gelijk. Export naar EU en niet-EU De export van Nederlandse producten naar landen buiten de Europese Unie is de afgelopen vijf jaar fors toegenomen. In 2010 werd er voor € 96,9 miljard euro geëxporteerd naar landen buiten de EU. In 2015 was dat € 119,6 miljard. De export naar EU-landen nam in dezelfde periode ook toe: van € 276,7 miljard in 2010 naar € 309,8 miljard in 2015. Bron:
4
Rekenen: Euro invoeren?
Vraag 3) Bekijk de informatie over Hongarije en de bron ‘wanneer mag een land de euro invoeren?’ Mag Hongarije de euro invoeren? Leg je antwoord uit met een berekening. Wanneer mag een land de euro invoeren? Uitwerking: Begrotingstekort: ( € 5,1 / € 258,4 x 100 ) = 1,95% Staatsschuld: ( € 194,8 / € 258,4 0 x 100 ) = 75,4% Het begrotingstekort valt er dus binnen, maar de staatsschuld is te hoog. Hongarije mag de euro dus niet invoeren.
5
Rekenen: Inkomen per hoofd
Vraag 4) Bekijk de onderstaande gegevens over Oeganda, een land in Oost-Afrika. Bereken voor Oeganda het inkomen per hoofd van de bevolking. Rond af op hele dollars. Uitwerking: $ ÷ = $ 2.086
6
Rekenen: Armoedegrens
Vraag 5) Bekijk de onderstaande afbeelding. Kouassi is een cacaoboer in Ivoorkust. Hij produceert in een jaar cacao voor chocoladerepen. Kouassi moet een gezin onderhouden: zijn vrouw en vier kinderen. Volgens de Wereldbank leeft iemand onder de armoedegrens als zij van minder dan € 1,70 per dag moeten leven. Laat met een berekening zien dat Kouassi met zijn gezin onder de armoedegrens leeft. Uitwerking: Kouassi verdient x € 0,12 = € per jaar € ÷ 365 dagen = € 2,79 per dag. € 2,79 ÷ 6 personen = € 0,47 per persoon per dag.
7
Rekenen: Export Vraag 6)
In 2015 exporteerde Nederland 798 miljoen kilo kaas met een gemiddelde verkoopprijs van € 3,85 per kilo. Bereken de totale uitvoerwaarde van kaas van dat jaar. Uitwerking: 798 miljoen × € 3,85 = €
8
Tips & Tricks Voor een goede voorbereiding Maak alle huiswerkopgaven.
Controleer alle huiswerkopgaven. Verbeter de fouten en kijk waarom het antwoord onjuist was. Maak een samenvatting. Leer de begrippen door gebruik te maken van de Quizlet die op Ynwurk staat. Oefen de opgaven uit deze PowerPoint meerdere keren. Tijdens de toets Lees de vraag goed, desnoods lees je de vraag 2 of 3 keer. Noteer de berekening bij de rekenopgaven. Maak eerst de opgaven die je snapt. Verlies niet teveel kostbare tijd aan de ‘moeilijke vragen’. Maak eerst de vragen die je begrijpt.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.