De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

4/10/2017 Opleiding BINNENISOLATIE voor thermische renovatie Module 3 Train the trainer – 06/12/2016 - Brugge.

Verwante presentaties


Presentatie over: "4/10/2017 Opleiding BINNENISOLATIE voor thermische renovatie Module 3 Train the trainer – 06/12/2016 - Brugge."— Transcript van de presentatie:

1 4/10/2017 Opleiding BINNENISOLATIE voor thermische renovatie Module 3 Train the trainer – 06/12/ Brugge

2 INHOUD Module 3 Essentiële principes: synthese Methodologie
4/10/2017 Module 3 Essentiële principes: synthese Methodologie Voorafgaande inspectie Concept Uitvoering Subsidies Subsidievoorwaarden Wettelijk kader Verwachte theoretische energiebesparing Certificaat van bekwaamheid

3 METHODOLOGIE Methodologie voor het toepassen van binnenisolatie
4/10/2017 Methodologie voor het toepassen van binnenisolatie Is de bestaande gevel geschikt voor binnenisolatie? Welke thermische weerstand is noodzakelijk om aan een bepaald ambitieniveau te voldoen? Welk binnenisolatiesysteem kan het best worden toegepast? Op welke manier kan inwendige condensatie worden beheerst? Hoe het risico op schimmelvorming ter plaatse van bouwknopen/koudebruggen voorkomen? Analyse van de bestaande toestand Ambitieniveau Thermische weerstand MODULE 1 Binnenisolatiesysteem Opbouw van het systeem Dampscherm MODULE 1 Detaillering Koudebruggen Aandachtspunt: Zorg voor gestructureerd ontwerp en systematische planning

4 METHODOLOGIE Verandering van de bouwfysische prestatie
De bouwfysische prestatie van de muur/wand verandert bij het plaatsen van binnenisolatie Deze aspecten verdienen de nodige aandacht: Vochtbelasting en vorstbestendigheid Luchtinfiltratie, -exfiltratie, en –circulatie Koudebruggen Om problemen te vermijden, dienen de basisregels te worden gevolgd!

5 METHODOLOGIE Basisregels Beperkte regenbelasting Goed functionerende
dampopen buitenafwerking Gezond binnenklimaat Goede luchtdichtheid Goed ontworpen bouwdetails

6 VOORAFGAANDE INSPECTIE
4/10/2017 Materiaalkarakteristieken Buitenafwerking Type buitenafwerking bepalend: Bescherming tegen slagregen Drogingsvermogen van materialen/gevel Waterabsorptie: indicatief te bepalen door Karsten-proef Ideale buitenafwerking: Weinig absorberend: beperking slagregenbelasting Waterdampdoorlatend: droging mogelijk In goede staat

7 VOORAFGAANDE INSPECTIE
4/10/2017 Materiaalkarakteristieken Metselwerk Metselwerk mag als voldoende vorstbestendig worden beschouwd als geen vorstschade aanwezig is Verhoogde slagregenbelasting vooral bij oriëntatie in Zuidelijk tot Westelijke richting Vorstschade aan de gevelsteen Vorstschade ter plaatse van ornamenten

8 VOORAFGAANDE INSPECTIE
4/10/2017 Materiaalkarakteristieken Binnenafwerking Bestaande afwerking bestaande uit bepleistering, behangpapier, verf, … Vochtgevoeligheid Verhoogde slagregenbelasting vooral bij oriëntatie in Zuidelijk tot Westelijke richting Behangpapier Restanten van een pleisterafwerking Restanten van een binnenafwerking

9 VOORAFGAANDE INSPECTIE
4/10/2017 Materiaalkarakteristieken Binnenafwerking Verwijderen van binnenafwerking in functie van de bestaande toestand en het beoogde isolatiesysteem Behang > verwijderen (incl. onderliggende binnenbepleistering) Tegels > verwijderen of een zeer dampdicht binnenisolatiesysteem aanwenden (vb. cellenglas) Gipspleister > verwijderen indien zichtbare sporen van schade of verwijderen wanneer binnenisolatie dragend verlijmd zal worden Behoud binnenafwerking heeft belangrijke invloed op de dampdiffusieweerstand van het systeem In goede staat Voldoende hechting aan ondergrond Dampdoorlaatbaar Rekenmethodiek: zie Module 1 Verhoogde slagregenbelasting vooral bij oriëntatie in Zuidelijk tot Westelijke richting Gipspleister kan behouden blijven indien nog volledig in goede staat (ingeval van twijfel: oranje zone > contacteer specialist) Opletten met gipspleister zelf in goede staat. Toepassing van een dampdicht systeem zorgt ervoor dat de wand natter komt te staan en ook de pleister aangetast kan worden.

10 VOORAFGAANDE INSPECTIE
4/10/2017 Binnenklimaat Gezond binnenklimaat: Relatieve luchtvochtigheid begrensd tussen 30% en 60% (uitersten niet langdurig aanhouden) Efficiënte verwarming: minimale basistemperatuur van 15°C Goede hygiënische ventilatie Afvoer van geproduceerd vocht: Beperken risico op inwendige condensatie Verkleinen kans op oppervlaktecondensatie en schimmelvorming ter plaatse van koudebruggen “Binnenklimaat: op gebouwniveau of per lokaal?” In principe op gebouwniveau, maar vermeld ook dat het niet is omdat het gebouw behoort tot bv. binnenklimaatklasse 2, dat er in het gebouw geen lokalen kunnen voorkomen die plaatselijk vochtiger kunnen zijn. Vaak heeft dit te maken met een ontoereikende ventilatie. Belangrijk is dat na het aanbrengen van binnenisolatie alle lokalen met binnenisolatie correct geventileerd zijn (en blijven). Indien er – bv. in het kader van gefaseerde renovatie – (nog) geen ventilatiesysteem aanwezig is in het gebouw is het belangrijk dat bv. in een badkamer een venster opengezet worden na gebruik van de ruimte. Uiteraard veroorzaakt dit energieverliezen, maar nog belangrijker is schade te vermijden. Als tijdelijke situatie (in afwachting van het aanbrengen van een ventilatiesysteem) is dit aanvaardbaar en beter dan geen ventilatie. Risicovolle lokalen: badkamer, keuken, … ook bergruimte (drogen was)…

11 BINNENISOLATIECONCEPT
4/10/2017 Binnenisolatiesystemen Klassieke systemen Dampdichte systemen Inwendige condensatie wordt voorkomen door voldoende dampremmende materialen: Dampdicht isolatiemateriaal Extra dampscherm Nieuwe systemen Damp-open/capillair-actieve systemen Interne condensatie wordt gebufferd in het isolatiemateriaal en/of de kleefmortel (*) (*) gebruik steeds de kleefmortel voorgeschreven door de fabrikant van het capillair-actief systeem (belangrijk voor het goed functioneren van het systeem!) Overzicht systemen, herhaling voornaamste principes Dampdicht isolatiemateriaal Extra dampscherm Condensaatbuffering in de kleefmortel Condensaatbuffering in het isolatiemateriaal

12 BINNENISOLATIECONCEPT
4/10/2017 Binnenisolatiesystemen Klassiek/dampdicht systeem Verkleefd of verlijmd Stijl- en regelwerk Geïntegreerd prefab-systeem  Eisen aan de bestaande binnenafwerking -Ondergrond voldoende draagkrachtig -Ondergrond voldoende draagkrachtig1 -Geen zuigende ondergrond -Geen zuigende ondergrond1 -Vlakheid (<8mm/2m) -Vlakheid -Vlakheid (<8 mm/2 m) -Geen verontreinigingen, behang, loszittende delen  -Geen verontreinigingen, behang, loszittende delen -Vochtbestendig -Niet gipshoudend -Niet gipshoudend1 1 Indien gebruik wordt gemaakt van gekleefde of gelijmde bevestiging Aandachtspunt: Zorg ervoor dat de bestaande binnenafwerking aan de gestelde eisen voldoet Kies indien nodig een ander systeem

13 BINNENISOLATIECONCEPT
4/10/2017 Binnenisolatiesystemen Klassiek/dampdicht systeem – Stijl/regelwerk Synthese voornaamste aandachtspunten: Stijlen niet tegen de muur maar op enkele centimeters ervan; ruimte tussen stijl en muur opvullen met soepele isolatie; deze vangt ook de tolerantie qua vlakheid van de muur op Lucht- en dampscherm zorgvuldig plaatsen (opgelet: luchtdichte aansluitingen aan alle randen: boven, onder, zijranden!) Aansluiting van het dampscherm Aansluiting van de isolatie met de muur

14 BINNENISOLATIECONCEPT
4/10/2017 Binnenisolatiesystemen Klassiek/dampdicht systeem – Prefab-systeem Aandachtspunten bij plaatsing prefab-system: Continue lijmril rondomrond, dus niet alleen puntsgewijs Luchtdichte aansluiting tussen de panelen en aan alle randen: zorgvuldige plaatsing

15 BINNENISOLATIECONCEPT
4/10/2017 Binnenisolatiesystemen Dampopen systeem Systemen hebben voor- en nadelen Minder ‘rechttoe-rechtaan systeem’ en… niet alle zogenaamde ‘capillair actieve systemen’ zijn even capillair actief/dampopen Klassieke dampdichte systemen Capillair actieve systemen - Groter risico op vorstschade - Hoger vochtgehalte in metselwerk (houten vloerbalken!) + Geen nadelige effecten van vochttransport naar kamer/binnenoppervlak + Thermisch robuuster + Kleiner risico op vorstschade + Lager vochtgehalte in metselwerk (houten vloerbalken?) - Vochttransport naar kamer/binnenoppervlak - Thermisch minder robuust (vocht!) - Belang correcte afwerking,…

16 BINNENISOLATIECONCEPT
4/10/2017 Binnenisolatiesystemen Dampopen systeem Systeemopbouw Altijd volvlakkig verkleven!

17 AANDACHTSPUNTEN Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie
4/10/2017 Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie In- of exfiltratie van lucht door de constructie voorkomen Luchtstromingen kunnen ontstaan wanneer de gevel niet luchtdicht is en het binnenisolatiesysteem evenmin luchtdicht is Deze stromingen moeten voorkomen worden omdat warme lucht in de constructie kan stromen en daar afkoelen met risico op inwendige condensatie Binnenafwerking Isolatie Houten draagvloer Plafondafwerking Metselwerk

18 AANDACHTSPUNTEN Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie
4/10/2017 Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie Luchtcirculatie tussen de isolatie en de oorspronkelijke gevel voorkomen Luchtstroming kan zich voordoen wanneer de oorspronkelijke gevel voldoende luchtdicht is, maar de aansluiting tussen de binnenisolatie en de bestaande wand niet Risico op inwendige condensatie Binnenafwerking Isolatie Houten draagvloer Plafondafwerking Metselwerk

19 AANDACHTSPUNTEN Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie
4/10/2017 Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie Luchtlekken als gevolg van doorboringen van het luchtscherm Oplossing: Continuïteit luchtscherm waarborgen door gebruik te maken van tapes, geprefabriceerde hulpstukken zoals manchetten, …

20 AANDACHTSPUNTEN Koudebruggen
4/10/2017 Koudebruggen Risico op koudebruggen ter hoogte van bouwdetails en bouwknopen (aansluiting bouwdelen, niet-homogene wandopbouw, …): Oppervlakte condensatie: Condensatie op een koud oppervlak Door correcte detaillering van bouwdetails lage oppervlaktetemperaturen voorkomen Elimineren van koudebruggen is niet evident, correcte detaillering is noodzakelijk! Impact op thermische verliezen? De koudebrug wordt NIET versterkt. Opgelet: dit geldt enkel op voorwaarde dat het BINNENKLIMAAT niet wijzigt Belangrijke invloed van VENTILATIE (ventilatiesysteem aanwezig?) Buitentemperatuur 0°C, Binnentemperatuur 20°C Buitenmetselwerk: 30 cm Binnenmetselwerk: 20 cm Isolatie (λ = 0,04 W/m.K): 8 cm 18,9 °C 14,3 °C 13,9 °C 11,4 °C Noot t.a.v. de lesgever: Bemerk dat de koudebrug NIET versterkt wordt. Dit is vaak een verkeerdelijk aangenomen stelling: de koudebrug zal bij het plaatsen van binnenisolatie doorgaans niet versterkt worden. In tegendeel, de oppervlaktetemperatuur zal lichtjes stijgen (wat ook te zien is op de figuren), waardoor het risico op oppervlaktecondensatie net zal dalen. Het is wel belangrijk om te benadrukken (en zeker nuttig om in zo’n opleiding aan te halen) dat dit enkel geldig is voor eenzelfde binnenklimaat. Vaak is na renovatie het gebouw luchtdichter, als er dus geen aangepaste ventilatie is, zal het mogelijks binnen vochtiger zijn en zal het risico op oppervlaktecondensatie toch stijgen. Wat wel verandert is het temperatuurverschil tussen de oppervlakken aan de koudebrug en het lopende gedeelte, maar dat is niet echt een probleem (grotere thermische spanningen, zijn doorgaans te verwaarlozen in deze specifieke situatie). Achtergrondinformatie bij de thermische simulaties: de op deze slide vermelde randvoorwaarden (binnentemperatuur, buitentemperatuur, muurdikte, …) gelden voor alle thermische simulaties op de hierna volgende slides meer achtergrondinformatie kan gevonden worden in een rapport opgesteld door WTCB (T. Demets, juni 2016) Temperatuurfactor = 0,57 Temperatuurfactor = 0,71

21 DETAILLERING Principes Schade voorkomen Binnen- en buitenhoeken
4/10/2017 Principes Schade voorkomen Binnen- en buitenhoeken Binnenmuren/Gemene muren Binnenvloeren Houten vloeren en balken (!) Vensters en deuren (!) Muurvoeten Dakvoeten Technische aansluitingen en installaties Voornaamste aandachtspunten voor de praktijk (meest kritische punten): Houten vloerbalken Vensteraansluitingen

22 DETAILLERING Hoe schade vermijden? Houten vloeren en balken
IsoproC 1. Geen vochtdoorslag doorheen de gevel 2. Geen luchtstromingen achter de balkkop TO DO: VOORAF Controleer de staat van de balkkoppen (rot? Insectenaantasting? vochtig?) Houtvochtgehalte moet lager zijn dan 20%! Controleer de staat van de muur langs buiten (barsten? open voegen?) Oriëntatie muur? (westkant meer neerslagbeslasting) Dikte muur? (dunner= meer kans op regendoorslag) Buitenafwerking muur? (bekleding?) TO DO: VOORAF Bestudeer de luchtdichtheid van de muur (luchtlekken zichtbaar rond de balkkoppen? Loopt het pleisterwerk aan de binnenzijde van de gevel door ter hoogte van de vloer? Bestudeer de winddichtheid van de muur (is er een relatief luchtdichte laag aanwezig aan de buitenzijde: pleisterwerk bv.?) Bouwinfo.be Rigips.de Rigips.de

23 DETAILLERING Houten vloeren en balken PRINCIPES OPTIMALE UITVOERING
Plaats isolatie ter hoogte van de vloer Zo goed mogelijk aansluitend op de isolatielaag erboven en eronder (volledige vulling, tot tegen de balken) Plaats een luchtdichte laag ter hoogte van de vloer (tussen de balken) Zo goed mogelijk aansluitend op het luchtscherm erboven en eronder (bv. wachtfolie) én zijdelings (tegen balken) Plaats isolatie boven en onder Plaats luchtscherm boven en onder Maak een luchtdichte verbinding tussen het luchtscherm tussen de balken en in de muur zodat het luchtscherm continu doorloopt ter plaatse van de houten vloer

24 Theoretisch optimale oplossing
DETAILLERING Theoretisch optimale oplossing Vensters en deuren ZIJRAND Retourisolatie ZEER STERK aangeraden! Isolatielaag ononderbroken luchtscherm ononderbroken ventilatie binnenruimte

25 SUBSIDIES Subsidievoorwaarden (premie 15 euro per m²) Riso ≥ 2 m².K/W
4/10/2017 Subsidievoorwaarden (premie 15 euro per m²) Riso ≥ 2 m².K/W Riso = thermische weerstand isolatielaag ongeacht onderbrekingen of koudebruggen voorbeeld: binnenisolatie met isolatiemateriaal λU,i=0,035 W/m.K  min. 7 cm plaatsen want 𝑅= 𝑑 𝜆 = 0,07 0,035 =2 𝑚²𝐾/𝑊 Opmerking: mag gecombineerd worden met spouwisolatie (dan voor beiden subsidie mogelijk) synthese Betekenis R-waarde? Zie module 1. Houten stijlen meerekenen in R? NEE, R-waarde van de isolatie alleen Dus stijlen of niet, geen impact Groot Premiebesluit = globaal kader voor subsidieregeling komende jaren (ter vervanging van de huidige regeling), Noot voor de lesgevers: vermeld dat binnenisolatie gecombineerd kan worden met spouwisolatie, en dat men in dat geval voor elke maatregel subsidie kan krijgen ; in de praktijk kan het voorkomen dat bv. de volledige gevels via spouwvulling nageïsoleerd worden en bepaalde ruimtes extra nageïsoleerd worden langs binnen d ≥ 7 cm d ≥ 7 cm d ≥ 7 cm

26 WETTELIJK KADER Premie binnenisolatie 2017 en 2018 indien:
4/10/2017 Premie binnenisolatie 2017 en 2018 indien: Eindfactuur vanaf 1/1/2017 Woningen aangesloten op distributienet voor 1/1/2006 (ook niet-woongebouwen komen in aanmerking voor premie) Werken begeleid door een architect met controle op de uitvoering van de werken, OF plaatsen van de isolatiematerialen wordt uitgevoerd door een aannemer waarvan op het ogenblik van de uitvoering minstens de zaakvoerder of een werknemer beschikt over een certificaat van bekwaamheid of een certificaat van bekwaamheid als aspirant Geen DHZ Rd ≥ 2 m²K/W (de Rd-waarde van een bestaande isolatielaag en van de afwerkingslaag mag niet mee verrekend worden om aan de minimumeis te komen) STS vanaf 2019

27 SUBSIDIES Totaalrenovatiebonus voor investeringen vanaf 2017
4/10/2017 Totaalrenovatiebonus voor investeringen vanaf 2017 1 voucher per woning of wooneenheid. Binnen een periode van 5 jaar na eerste geactiveerde eindfactuur, minstens 3 nieuwe investeringen uitvoeren uit volgende lijst (de investering die zorgde voor de activatie meegeteld). dak- of zoldervloerisolatie >= 30 m², spouw, buitenisolatie of binnenisolatie >= 30 m² vloerisolatie >= 30 m², nieuwe beglazing >= 5 m², zonneboiler, warmtepomp, Ventilatiesysteem Voorwaarde: de volledige woning moet geïsoleerd zijn conform de minimale isolatie-eisen voor het krijgen van een premie vanaf 2017 voor dak, vloer, muur, beglazing om voor de betreffende maatregel mee te tellen. Theoretische energiebesparing Stel:  Rijwoning, voorgevel geïsoleerd met binnenisolatie Oppervlakte gevel 35,05 m² U-waarde ongeïsoleerd 3 W/m².K (Rtot=0.33 m².K/W)  Verbetering thermische weerstand door binnenisolatie: ΔR = 2 m².K/W U-waarde geïsoleerd: 1/Rtot = 1/( ) = 0.43 W/m².K (opgelet: indien isolatielaag niet continu is maar onderbroken wordt door bv. houten of metalen elementen moet het effect van die elementen op de U-waarde in rekening gebracht worden (cf. regels voor EPB-verslaggeving)) Besparing= (3-0.43) W/m²K * m² = W/K  W/K * 3600 s/h *24 h/dag * 2415 normale equivalente graaddagen/jaar = J = ca kWh/jaar (aantal graaddagen: waarde gebruikt sinds 1 januari 2006,o.b.v. referentieperiode , ref. Synergrid; equivalente graaddagen: rekening houdend met impact thermische inertie op warmtebehoefte) 1W=1 J/s vermogen (energie per tijdseenheid) 1J=1 W.s energie (vermogen x tijdsduur) 1 kWh is 3 600 000 J of 3,6 MJ  ca kWh/jaar * 0,065 EUR/kWh = ca. 339 EUR/jaar Energie kostprijs, grootte-orde (ref. VREG – gemiddelde – particulieren, gemiddeld verbruik) elektriciteit: 0,200 EUR/kWh gas: 0,065 EUR/kWh Bemerk: voor een volledig beeld van de energiebesparing zou de invloed koudebruggen ook in rekening gebracht moeten worden (de verwachte energiebesparing wordt anders overschat!) Stel investering EUR > terugverdientijd ca. 30 jaar Opgelet: reële energiebesparing afhankelijk van bewonersgedrag (stookgedrag voor en stookgedrag na isolatiewerken) Realiteit: vaak vooral comfortverbetering (terugverdientijd energiebesparing vrij groot)

28 SUBSIDIES Totaalrenovatiebonus voor investeringen vanaf 2017
4/10/2017 Totaalrenovatiebonus voor investeringen vanaf 2017 Totaal: tot 4750 euro bonussen, bovenop de individuele premies Meer info: Theoretische energiebesparing Stel:  Rijwoning, voorgevel geïsoleerd met binnenisolatie Oppervlakte gevel 35,05 m² U-waarde ongeïsoleerd 3 W/m².K (Rtot=0.33 m².K/W)  Verbetering thermische weerstand door binnenisolatie: ΔR = 2 m².K/W U-waarde geïsoleerd: 1/Rtot = 1/( ) = 0.43 W/m².K (opgelet: indien isolatielaag niet continu is maar onderbroken wordt door bv. houten of metalen elementen moet het effect van die elementen op de U-waarde in rekening gebracht worden (cf. regels voor EPB-verslaggeving)) Besparing= (3-0.43) W/m²K * m² = W/K  W/K * 3600 s/h *24 h/dag * 2415 normale equivalente graaddagen/jaar = J = ca kWh/jaar (aantal graaddagen: waarde gebruikt sinds 1 januari 2006,o.b.v. referentieperiode , ref. Synergrid; equivalente graaddagen: rekening houdend met impact thermische inertie op warmtebehoefte) 1W=1 J/s vermogen (energie per tijdseenheid) 1J=1 W.s energie (vermogen x tijdsduur) 1 kWh is 3 600 000 J of 3,6 MJ  ca kWh/jaar * 0,065 EUR/kWh = ca. 339 EUR/jaar Energie kostprijs, grootte-orde (ref. VREG – gemiddelde – particulieren, gemiddeld verbruik) elektriciteit: 0,200 EUR/kWh gas: 0,065 EUR/kWh Bemerk: voor een volledig beeld van de energiebesparing zou de invloed koudebruggen ook in rekening gebracht moeten worden (de verwachte energiebesparing wordt anders overschat!) Stel investering EUR > terugverdientijd ca. 30 jaar Opgelet: reële energiebesparing afhankelijk van bewonersgedrag (stookgedrag voor en stookgedrag na isolatiewerken) Realiteit: vaak vooral comfortverbetering (terugverdientijd energiebesparing vrij groot)

29 SUBSIDIES Verwachte theoretische energiebesparing
4/10/2017 Verwachte theoretische energiebesparing Oppervlakte binnenisolatie [m²] Vb. voorgevel 35,05 m², wordt na-geïsoleerd (R=2 m²K/W) Verbetering globale U-waarde [W/m²K] Vb. U-waarde ongeïsoleerd 3 W/m².K (Rtot=0,33 m².K/W) U-waarde geïsoleerd: 1/Rtot = 1/(0,33 + 2) = 0,43 W/m².K Besparing= (3-0,43)= 2,57 W/m²K Impact koudebruggen Vb. - niet in rekening gebracht => overschatting energiebesparing! Kengetal/omrekenfactor naar aardgasbesparing Vb. 35,05 m² * 2,57 W/m²K * 3600 s/h *24 h/dag * 2415 normale equivalente graaddagen/jaar * 0,065 EUR/kWh = 339 EUR/jaar Reële energiebesparing? Sterk afhankelijk van het stookgedrag van de bewoners voor en na de werken! Theoretische energiebesparing Stel:  Rijwoning, voorgevel geïsoleerd met binnenisolatie Oppervlakte gevel 35,05 m² U-waarde ongeïsoleerd 3 W/m².K (Rtot=0.33 m².K/W)  Verbetering thermische weerstand door binnenisolatie: ΔR = 2 m².K/W U-waarde geïsoleerd: 1/Rtot = 1/( ) = 0.43 W/m².K (opgelet: indien isolatielaag niet continu is maar onderbroken wordt door bv. houten of metalen elementen moet het effect van die elementen op de U-waarde in rekening gebracht worden (cf. regels voor EPB-verslaggeving)) Besparing= (3-0.43) W/m²K * m² = W/K  W/K * 3600 s/h *24 h/dag * 2415 normale equivalente graaddagen/jaar = J = ca kWh/jaar (aantal graaddagen: waarde gebruikt sinds 1 januari 2006,o.b.v. referentieperiode , ref. Synergrid; equivalente graaddagen: rekening houdend met impact thermische inertie op warmtebehoefte) 1W=1 J/s vermogen (energie per tijdseenheid) 1J=1 W.s energie (vermogen x tijdsduur) 1 kWh is 3 600 000 J of 3,6 MJ  ca kWh/jaar * 0,065 EUR/kWh = ca. 339 EUR/jaar Energie kostprijs, grootte-orde (ref. VREG – gemiddelde – particulieren, gemiddeld verbruik) elektriciteit: 0,200 EUR/kWh gas: 0,065 EUR/kWh Bemerk: voor een volledig beeld van de energiebesparing zou de invloed koudebruggen ook in rekening gebracht moeten worden (de verwachte energiebesparing wordt anders overschat!) Stel investering EUR > terugverdientijd ca. 30 jaar Opgelet: reële energiebesparing afhankelijk van bewonersgedrag (stookgedrag voor en stookgedrag na isolatiewerken) Realiteit: vaak vooral comfortverbetering (terugverdientijd energiebesparing vrij groot)

30 Opmerking: gegevens enquête op basis van circa 500 respondenten
SUBSIDIES 4/10/2017 Enquête BUtgb Enquête Butgb toont aan dat comfortverbetering zeer frappant is Opmerking: gegevens enquête op basis van circa 500 respondenten

31 CERTIFICAAT VAN BEKWAAMHEID
4/10/2017 => Certificaat op persoonlijk niveau Voorwaarden: De opleiding volgen (minstens 60% aanwezigheid): Module over wettelijk kader, subsidieregeling en essentiële aspecten bij de plaatsing van binnenmuurisolatie, in minimaal 1 lesuur (= module 3); Alle modules, indien een deelnemer de opleiding moet volgen alvorens opnieuw te kunnen deelnemen aan het examen, in minimaal 7 (6 + 1) lesuren (= module 1, 2 en 3). Slagen voor het examen (score van minstens 60%): Meerkeuzevragen; 1 uur, gesloten boek; Kandidaten die niet voor het examen slagen, kunnen zich maar eenmaal opnieuw inschrijven voor een nieuw examen. Als ze voor dat nieuw examen niet slagen, kunnen ze pas opnieuw deelnemen aan een volgend examen nadat ze opnieuw de opleiding (= alle modules) hebben gevolgd.

32 CERTIFICAAT VAN BEKWAAMHEID
4/10/2017 => Certificaat op persoonlijk niveau Voorwaarden: Minstens drie jaar beroepservaring in binnenmuurisolatie => “certificaat van bekwaamheid”; Geen beroepservaring => “certificaat van bekwaamheid als aspirant” Er kan een certificaat van bekwaamheid verkregen worden indien er binnen de geldigheidsperiode van het certificaat voldaan is aan de voorwaarde van beroepservaring. Voor toekenning premies binnenisolatie wordt geen onderscheid gemaakt tussen deze twee categorieën

33 CERTIFICAAT VAN BEKWAAMHEID
4/10/2017 Aanvraag certificaat bij het VEA: Automatisch verkrijgen van ‘certificaat als aspirant’ na slagen in examen; Mogelijkheid om ‘certificaat van bekwaamheid’ te verkrijgen => aantonen beroepservaring: oplijsten van minstens 5 werven in een tijdspanne van minstens 3 jaar, met adresgegevens; Om burger te informeren welke aannemers gecertificeerd zijn, wordt een publieke lijst op website VEA geplaatst. Aannemer kiest zelf of hij hierop gepubliceerd wil worden. Geldigheid certificaat: 5 jaar geldig; Wordt verlengd indien voldoende bijscholing werd gevolgd (voorwaarden nog niet bepaald). Intrekken certificaat door het VEA: Wanneer het werk van een gecertificeerde aannemer van onvoldoende kwaliteit getuigt, of; Wanneer een gecertificeerde aannemer de voorwaarden van de certificering niet naleeft. Nieuw certificaat: opnieuw volgen van opleiding (korte of lange) + slagen voor examen

34 ERKENNING OPLEIDINGSINSTELLING
4/10/2017 Aanvraag erkenning bij het VEA: Als opleidingsinstelling en/of exameninstelling; Opleiding: vast opleidingsmateriaal: Korte (module 3) opleiding en/of; lange (module ) opleiding; Uitbreiding lesmateriaal mogelijk. Vrijwillige oriëntatietest (beschikbaar op Examen: verschillende examenreeksen. Alle voorwaarden & aanvraagformulier:

35 DANKWOORD Deze opleiding kwam tot stand op initiatief van het VEA in het kader van het kwaliteitskader binnenisolatie. Ze werd opgesteld door WTCB & KUL (actie kaderend in het project Renofase) met de gewaardeerde medewerking van CIR. DISCLAIMER Hoewel deze cursus met de meeste zorg opgesteld werd en de inhoud ervan overeen komt met de actuele wetenschappelijke kennis en de stand der techniek, vormt deze geen officiële publicatie en kan dus niet als referentie gebruikt worden. © VEA, Brussel, 2016


Download ppt "4/10/2017 Opleiding BINNENISOLATIE voor thermische renovatie Module 3 Train the trainer – 06/12/2016 - Brugge."

Verwante presentaties


Ads door Google