Week 3, les 1. IBS de verpakking

Presentatie over: "Week 3, les 1. IBS de verpakking"— Transcript van de presentatie:

1 Week 3, les 1. IBS de verpakking
Wet en regelgeving Week 3, les 1. IBS de verpakking

2 Vorige week Huiswerk opdrachten Wet en regelgeving eu Nederlandse wetgeving Herhaling + toevoeging stof etikettering Einde les.

3 Wet- en regelgeving Wetgeving omtrent Verpakkingen en verpakkingsmaterialen Europese wetgeving
Voor voedselcontactmaterialen ( verpakkingsmaterialen die (mogelijk) met voedsel in contact komen) zijn er twee soorten Europese regelgeving. Verordeningen Verordeningen zijn maatregelingen die direct van kracht gaan op de vastgestelde datum zonder dat ze doorgevoerd hoeven te worden in de nationale wetgeving. De Europese regelgeving geldt boven de nationale wetgeving en overeenkomstige wetgeving moet in de nationale wetgeving worden geschrapt. Bij controle van een materiaal moet dus naar zowel de Europese als de nationale wet- en regelgeving gekeken worden. De belangrijkste verordening is de Kaderverordening, deze is de basis van alle wet- en regelgeving omtrent voedselcontact materialen. Overige verordeningen en richtlijnen zijn hier een aanvulling op.

4 GMP Eén van de belangrijkste verordeningen is verordening EG 2023/2006, GMP oftewel Good Manufacturing Practice. GMP is een kwaliteitsborgingssysteem. Bij GMP wordt vastgelegd hoe en onder welke omstandigheden een product wordt gemaakt. Tijdens de productie worden alle grondstoffen, tussen- en eindproducten gecontroleerd en wordt het proces precies bijgehouden. Blijkt er achteraf toch iets mis te lopen met een bepaalde partij verpakkingen, dan kan men altijd achterhalen hoe ze gemaakt zijn, wie ze getest heeft, waar en welke grondstoffen er gebruikt zijn. Richtlijnen Richtlijnen zijn niet direct van kracht, maar moeten eerst geïmplementeerd worden in een nationale wet, besluit of regeling. De periode waarin deze moet zijn doorgevoerd is meestal anderhalf jaar.

5 Nederlandse wetgeving
Warenwet In Nederland vallen verpakkingen en verpakkingsmaterialen onder de Warenwet. In de Warenwet staat aan welke eisen voedingsmiddelen en andere producten voor consumenten moeten voldoen. Een levensmiddel of product mag de gezondheid of veiligheid van de consument niet in gevaar brengen. Aan de Warenwet zijn besluiten en regelingen toegevoegd. Onderdeel van deze wet is het Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit en de regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen, waarin de materialen zijn opgenomen die (mogelijk) met voedsel in aanraking kunnen komen. De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit, NVWA, voert de controles uit op de wet- en regelgeving. Het bewaakt gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en de veiligheid van voedsel en consumentenproducten, daaraast handhaaft het de natuurwetgeving. Ze controleren of wetten worden nageleeft betreft voedselveiligheid. Ze voelen houden toezicht op productiecontroles en controleren etiketten van producten.

6 Klassikale opdracht Sla je boek open op de pagina’s 152 en 153.
Vrijwillige voedselinformatie, zoals voedings- en gezondheidsclaims: Voedingsclaims gezondheidsclaims

7 Etikettering regels Wat moet er allemaal op staan? We behandelen ze alle 13 nogmaals. Welke aanvullende regels zijn er? Cafeïnegehalte Gebruik van verpakkingsgas Verwerking van zoethout Doorstraalde levensmiddelen Chocolade Biologische producten Genetisch gemodificeerde organismen AZO-kleurstoffen Diepvriesproducten (diepvriesdatum)

8 Warenwetbesluit informatie levensmiddelen 2013
De informatie die we op het etiket kunnen lezen is vastgelegd in de volgende wetgeving: Warenwetbesluit informatie levensmiddelen 2013 Verordering (EU) nr. 1169/2011 betreffende de vertrekking van voedselinformatie aan consumenten. De fabrikant is verplicht om de volgende informatie leesbaar, begrijpelijk, duidelijk en eenduidig op het etiket te zetten. Naam van het levensmiddel. De fabrikant is niet altijd vrij in deze keuze. Bij sommige producten weet iedereen welk product er mee bedoeld wordt. Er zijn bepaalde regels die te maken hebben met de inhoud van het product. Bijvoorbeeld gehakt mag alleen zo heten als het bestaat uit gemalen vlees met een max vetpercentage van 25%. Lijst met gebruikte ingrediënten. Opsomming van alle gebruikte ingrediënten dus inclusief additieven en allergenen, in volgorde van afnemend gewicht. Worden vernoemd bij soortnaam, die niet bloem maar tarwebloem bijvoorbeeld. Er zijn een aantal categorieën vrijgesteld Eventueel aanwezige allergenen (technische hulpstof) Moet aangegeven staan of er gebruik wordt gemaakt van voorkomende allergieën, denk aan noten, pinda’s, gluten en lactose. Ook spoorelementen of (kan in aanraking zijn gekomen met) moet worden vermeld. Hoeveelheid van bepaalde ingrediënten Op volgorde van gewicht. Het eerste ingrediënt in de rij zit er het meest in. Hierna loopt het af. Netto hoeveelheid (inhoud) van het product (1L melk, 33cl cola in blikje enzovoorts) Houdbaarheidsdatum of uiterste consumptiedatum (ten minste houdbaar tot of te gebruiken tot) Aanwijzing hoe het product te bewaren of te gebruiken. (bijvoorbeeld gekoeld bewaren) Gebruiksaanwijzing (bijvoorbeeld bij spaghetti, hoelang deze moet koken en in hoeveel water) Naam en contactgegevens van de fabrikant, verpakker of verkoper/importeur (i.v.m. klachten) Plaats/Land van oorsprong of plaats van herkomst. De productiepartij (Bij productiefouten kan het bedrijf snel worden gecontacteerd en kan bijvoorbeeld een productiereeks teruggevraagd worden. Denk hierbij aan de Mars en de zalm een tijd geleden. Deze ladingen werden teruggeroepen uit de winkels en van de consumenten i.v.m. een fout.) Alcoholpercentage (indien meer dan 1,2 % alcohol) onder de 1,2 procent moet het uitgekookt en onwerkzaam zijn, maar deze wet is nog niet concreet opgesteld) Voedingswaardevermelding (hoeveel energie leveren de ingrediënten of het product)

9 Maak een samenvatting van de bladzijdes van het hoofdstuk etikettering.
Dit doe je voornamelijk voor jouw eigen voorbereiding op de kennistoets. Je hoeft het niet in te leveren… Eigen verantwoordelijkheid dus…. Huiswerk

10 Vragen? JA! Stel je vragen! Nee!
Doe iets voor jezelf of begin vast aan jouw huiswerk. JA! Stel je vragen!