De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Nieuw Nederlands 4/5 havo, p

Verwante presentaties


Presentatie over: "Nieuw Nederlands 4/5 havo, p"— Transcript van de presentatie:

1 Nieuw Nederlands 4/5 havo, p. 181-189
Argumenteren

2 Standpunten en argumenten
Hoofdstuk 1

3 1. Standpunten standpunt = mening signaalwoorden standpunt:
ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dus, daarom, kortom

4 Drie soorten standpunten
positief Ik vind dat we meer oude examens als voorbereiding op het examen moeten maken. negatief Volgens mij moeten we niet meer oude examens als voorbereiding op het examen maken. twijfel Ik ben er nog niet uit of het goed is dat we meer oude examens als voorbereiding op het examen moeten maken.

5 2. Soorten argumenten signaalwoorden argument:
want, omdat, namelijk, aangezien, immers objectief feitelijke uitspraak, waar of onwaar, geen ondersteuning nodig subjectief niet-feitelijk, in meer of mindere mate aannemelijk, moet eventueel ondersteund worden

6 Soorten argumentatie op basis van…
feiten onderzoek of wetenschap normen en waarden vermoedens geloof of overtuiging gezag of autoriteit nut

7 Feiten Argument dat feiten bevat.
Feiten zijn controleerbaar en daarom waar of onwaar. We kunnen beter niet bij dat restaurant gaan eten, want daar is het goedkoopste hoofdgerecht al 30 euro.

8 Onderzoek of wetenschap/ onderzoeksbevindingen
Er wordt verwezen naar de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Je moet voortaan twee keer in de week vis eten. Laatst bleek opnieuw uit onderzoek dat regelmatig vis eten goed is voor hart, bloedvaten en geheugen.

9 Normen en waarden Iemand beroept zich op een algemeen geldende norm (opvatting/richtlijn over hoe mensen zich in een situatie wel of niet dienen te gedragen) of waarde (opvatting over wat wenselijk is). Een norm of waarde waarover geen verschil van mening bestaat! Die winkelier moet verdedigd worden wegens poging tot doodslag. Je schiet toch iemand niet neer omdat hij een zak appels steelt.

10 Vermoedens Een vermoeden, dat kan voortkomen uit iemands intuïtie of gevoel of een veronderstelling. Zij zit volgens mij volgend jaar helemaal niet in Australië. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ze dit jaar slaagt voor haar examen.

11 Geloof of overtuiging Iemand beroept zich op zijn geloof of (levensbeschouwelijke) overtuiging. Het Interkerkelijk Vredesberaad is principieel tegen elke vorm van geweld en het IKV vond de steun van de NAVO voor de opstandelingen in Libië dan ook verkeerd.

12 Gezag of autoriteit/ deskundigheid
Zich beroepen op een deskundige of autoriteit op een bepaald (vak)gebied. gezag= macht over anderen, overheid, regering, overwicht, autoriteit autoriteit= gezag, overheidspersoon, iemand met gezag op een bepaald terrein Volgens veel psychologen speelt seksualiteit in het dagelijks leven een grote rol. De beroemde psychiater Freud heeft dat al meer dan honderd jaar geleden ontdekt.

13 Nut Als het standpunt een uitspraak voor of tegen een bepaalde maatregel is, en in het argument wordt verwezen naar het nut of onnut van die maatregel. De maximumsnelheid op de Nederlandse snelwegen moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.

14


Download ppt "Nieuw Nederlands 4/5 havo, p"

Verwante presentaties


Ads door Google