Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Ecologie en natuurbeheer
2
Planning (van 11.05-12.05) Theorie uitleg over: Herhaling vorige les
Successie Nabespreken huiswerk Opdracht: gelaagdheid in het bos Geïntegreerd bosbeheer
3
Doel van de les Aan het eind van de les kun je:
de ontwikkelfasen van een bos benoemen en herkennen. de gelaagdheden uit het bos benoemen en herkennen. Verschillende beheerdoelen benoemen. Kenmerken noemen die horen bij de beheerdoelen. Uitleggen wat geïntegreerd bosbeheer is.
4
Herhaling vorige les Waar ging de vorige les over?
5
Successie Successie is de opeenvolging van veranderingen in vegetatie op een bepaalde plaats. Als er geen beheer plaatsvindt zal Nederland veranderen in een bos.
8
Ontwikkeling stadia De genoemde stadia volgen elkaar niet noodzakelijk op. Als gevolg van bijvoorbeeld bosbranden, stormen en/of menselijk ingrijpen (kaalkap) kan de ontwikkeling terugvallen naar een vroeger stadium of kan zich herhaling van hetzelfde stadium voordoen.
9
Kale fase Kruiden en grassen concurreren met eenjarige bomen en struiken. Ruigtevegetatie kunnen optreden. In productie bossen ontstaat deze fase meestal na (kaal)kap.
10
Jonge fase De houtige vegetatie groeit boven de kruiden en grassen uit. In een natuurlijk bos zijn de boompjes ontstaan door natuurlijke verjonging en in productiebossen door gestuurde natuurlijke verjonging of door planten. De jonge fase ontstaat meestal 1 tot 5 jaar na de kale fase.
11
Dichte fase De bomen vormen een gesloten vegetatie. Je spreek van het sluiting komen van de opstand. De lichtbehoevende kruiden en grassen verdwijnen langzaam. De kronen van de bomen lopen tot aan de grond. Als gevolg van lichtgebrek sterven de eerste onderste takken af. Meestal 5 tot 10 jaar na kale fase.
12
Stakenfase In deze fase is sprake van sterke lengtegroei. Onderlinge concurrentie is zo groot dat de kronen slank blijven en het sterven van de onderste takken op grote schaal plaatsvindt. Lange dunne stammen met een kleine kroon erop kenmerken deze fase. De eerste schaduw-tolerante planten (vaak varens) verschijnen. Meestal 10 tot 40 jaar na kale fase
13
Boomfase Ook wel volgroeide fase genoemd. Door de onderlinge concurrentie of door ingrijpen van de mens, is het aantal bomen sterk teruggelopen. Hierdoor kunnen de kronen en stammen van de winnende bomen veel groter en dikker worden. Door de gelaagdheid van het kronendak neemt de zijdelingse lichtinval toe. Hierdoor neemt de kans op een ontwikkeling van mos- kruid- en struiklaag toe. Meestal 40 tot 200 jaar na de kale fase
14
Aftakelingsfase In deze fase raken de bomen fysiek aan hun einde en sterven zij na verloop van tijd af. Het sterven van bomen kan soms jaren duren. Doordat niet alle bomen gelijke tijd en in hetzelfde tempo afsterven. Ontstaan hier en daar open plakken in het bos. Op de open plekken krijgen nieuwe plantensoorten weer een kans, in feite begint de cyclus opnieuw.
15
Ontwikkelings- of structuurfasen
Aftake- lingsfase Kale fase jonge fase dichte fase stakenfase boomfase
16
Welke fase/stadium is dit?
17
Welke fase/stadium is dit?
18
Welke fase/stadium is dit?
19
Doel van de vorige les Aan het eind van de les kun je:
uitleggen wat successie is. de begrippen pionier- en climaxvegetatie uitleggen. de verschillen uitleggen tussen de pionier- en climaxvegetatie. de ontwikkelfasen van een bos benoemen en herkennen.
20
Gelaagdheid in het bos In een bos heb je te maken met twee soorten gelaagdheden. Horizontale gelaagdheid Verticale gelaagdheid
21
Opdracht Gelaagdheid Wat: Het bos kan uit verschillende gelaagdheden bestaan. Lees het gekregen document goed door en maak aantekeningen. Gebruik eventueel internet om extra informatie op te zoeken. Hiervoor krijg je 10 minuten. Ga vervolgens in tweetallen je aantekening bespreken. Hiervoor krijg je 5 minuten Wie: Individueel en tweetallen Tijd: 10 minuten en 5 minuten
22
Horizontale gelaagdheid (1)
23
Horizontale gelaagdheid (2)
Kern bestaat uit bomen Mantel bestaat uit struiken (veel stekelige en dicht vertakte heesters) Zoom bestaat uit kruidachtige begroeiing
24
Verticale gelaagdheid (1)
25
Verticale gelaagdheid (2)
Kenmerkend voor de leefgemeenschap bos is de gelaagdheid van de vegetatie (verticale structuur). Afhankelijk van de standplaats komen in bos de volgende lagen of etages voor: Boomlaag Struiklaag Kruidlaag Strooisellaag / moslaag Schimmellaag
26
Verschillende bosdoeltype
Productiebos Recreatiebos Natuurbos
27
Productiebos Monocultuur Veel dezelfde leeftijd
Weinig/geen gelaagdheden (dynamiek) Weinig/geen natuurwaarde Exoten, sterke verjonging
28
Recreatiebos Soorten diversiteit Markante bomen
Mountainbike / ruiterroutes Wandelroutes Soorten diversiteit Soorten diversiteit Markante bomen Goed begaanbare wandelpaden Wandelroutes Recreatievoorzieningen Ruiter/mountainbikepaden
29
Natuurbos Verschillende leeftijden Gelaagdheden / dynamiek Doodhout
Soorten diversiteit flora / fauna Doodhout staand / liggend (± 10%) Gelaagdheden (dynamiek) Inheemse soorten flora / fauna Verschillende leeftijden Gelaagdheden / dynamiek Doodhout Diversiteit J Tijssen 2008
30
Geïntegreerd bosbeheer
Geïntegreerd bosbeheer: bosbeheer waarbij verschillende / meerdere doelen worden nagestreefd. Hierbij heb je te maken met hoofddoelen en nevendoelen. Bijvoorbeeld: geïntegreerd bosbeheer met als hoofddoel productie en nevendoelen recreatie. Diversiteit Natuurlijke leefomgeving Houtoogst Natuurwaarde Recreatie
31
Doel van de les Aan het eind van de les kun je:
de ontwikkelfasen van een bos benoemen en herkennen. de gelaagdheden uit het bos benoemen en herkennen. Verschillende beheerdoelen benoemen. Kenmerken noemen die horen bij de beheerdoelen. Uitleggen wat geïntegreerd bosbeheer is.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.