De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Beleid, Actualiteit en Praktijk

Verwante presentaties


Presentatie over: "Beleid, Actualiteit en Praktijk"— Transcript van de presentatie:

1 Beleid, Actualiteit en Praktijk
Sessie 2/2016

2 Agenda Vragen Kinderopvangmeter Beleidsnieuws:
Vorige BAP + vragen van leden Kinderopvangmeter Beleidsnieuws: Wijzigingsbesluit BKO Kwaliteitshandboek Protocolakkoord medicatie Model 2 Buitenlands kwalificaties Vormingen Minivorming Roddelen Vrije plaatsen Dromen voor 2017 Varia Actieve kinderopvang WC-oproep Sessie

3 Vragen? Sessie

4 Proficiat IBO ‘t Loavertje!
Sessie

5 Net zoals in 2014 deed het VVSG-Steunpunt Kinderopvang in 2015 een bevraging bij de kinderopvangvoorzieningen georganiseerd door een lokaal bestuur, zowel in de opvang baby’s en peuters als in de buitenschoolse kinderopvang. Gegevens 2014

6 Belangrijkste resultaten:
Focus op 5 thema’s: de capaciteit van de voorzieningen de opgevangen kinderen de ouderbijdragen de prestaties de medewerkers Belangrijkste resultaten: Grote inzet eigen middelen! Centralisatie tijdens vakanties Ouderbijdrage stijgt IBO’s vangen 30% van de schoolgaande kdn in de gemeente op ¾ werkt samen De belangrijkste bevindingen voor de buitenschoolse kinderopvang georganiseerd door lokale besturen zijn: We merken dat de lokale besturen een groot deel van de buitenschoolse kinderopvang financieren met eigen middelen: het aantal door Kind en Gezin (of FCUD) gesubsidieerde plaatsen dekt niet de volledige vergunde capaciteit en ook een aanzienlijk deel van de kost voor de tewerkstelling van de verantwoordelijken wordt gefinancierd door het lokaal bestuur, zonder tussenkomst van Kind en Gezin of FCUD. Organisatoren houden niet alle locaties het hele jaar open, maar centraliseren de opvang in de schoolvakanties in één of enkele van hun locaties. De gemiddelde ouderbijdrage stijgt: het tarief per begonnen halfuur stijgt van 0,90 euro naar 0,95 euro en het dagtarief stijgt van 10,88 euro naar 11 euro. In de gemeenten waar het lokaal bestuur (erkende) buitenschoolse voorzieningen heeft, vangen de buitenschoolse kinderopvangvoorzieningen georganiseerd door het lokaal bestuur meer dan 30% van de kinderen die in de gemeente wonen of schoollopen op. De buitenschoolse kinderopvangvoorzieningen georganiseerd door een lokaal bestuur werken samen met andere organisaties. Meer dan drie vierde heeft minstens één samenwerking met een sportvereniging, muziek- en tekenacademie, cultuurvereniging, speelpleinwerking of gemeentelijke dienst. Sessie

7 Respons op de bevraging - organisatorniveau
Responsgraad = 63,8% (104 van 163 lokale besturen met een IBO vulden de bevraging in). Overzicht van de respondenten per type organisator: OCMW 22 Gemeente of stad 74 OCMW-vereniging 2 OCMW en gemeente 1 EVA vzw Dienstverlenende Intergemeentelijke Vereniging Totaal 104 We verstuurden de bevraging naar alle lokale besturen die buitenschoolse opvang organiseren en die minstens één door Kind en Gezin erkende locatie hebben. In 2014 waren dat er 163, waarvan 104 de vragenlijst hebben ingevuld.

8 Erkende capaciteit (gegevens Kind en Gezin)
De erkende capaciteit in de buitenschoolse kinderopvang georganiseerd door een lokaal bestuur bedraagt plaatsen. De capaciteit per type voorziening georganiseerd door een lokaal bestuur : Type Capaciteit IBO 21.719 BOKDV 296 ZBO 788 Lokale Dienst 100 Totaal 22.903 Naast de cijfers die we van de lokale besturen kregen, ontving het VVSG-Steunpunt Kinderopvang ook gegevens over de buitenschoolse kinderopvang van Kind en Gezin. Voor de buitenschoolse kinderopvang bezorgde Kind en Gezin ons informatie over de capaciteit en de gesubsidieerde plaatsen georganiseerd door de lokale besturen. In de toekomst hopen we nog meer gegevens uit te kunnen wisselen met Kind en Gezin. IBO is een initiatief buitenschoolse opvang. Het is opvang in groepsverband, specifiek en exclusief gericht op buitenschoolse opvang van kinderen uit de basisschool. Ze hebben een minimumcapaciteit van 21 plaatsen en kunnen hun werking op verschillende vestigingsplaatsen organiseren (met een minimumcapaciteit van 9 plaatsen). BOKDV is een buitenschoolse opvang verbonden aan een kinderdagverblijf. Het is opvang in groepsverband met een minimumcapaciteit van 9 plaatsen. ZBO is een zelfstandige buitenschoolse opvang. Het is opvang in groepsverband. Ze bieden exclusief opvang aan voor schoolgaande kinderen. Lokale dienst is een lokale dienst voor buurtgerichte opvang. Het is kleinschalige, buurtgerichte opvang. Deze diensten doen extra inspanningen om voor iedereen toegankelijk te zijn, ook voor kwetsbare gezinnen. Sommige lokale diensten vangen baby’s en peuters op, andere vangen schoolgaande kinderen op.

9 Gesubsidieerde capaciteit (gegevens Kind en Gezin)
De gesubsidieerde capaciteit van de IBO’s georganiseerd door een lokaal bestuur (uitgedrukt in equivalentvolle plaatsen): De gesubsidieerde capaciteit voor de BOKDV’s (uitgedrukt in plaatsen): Kind en Gezin equivalentvolle plaatsen 3.543,19 EVP FCUD equivalentvolle plaatsen 9.868,16 EVP De gesubsidieerde capaciteit wordt uitgedrukt in equivalentvolle plaats. Een volle plaats is een opvangplaats die op alle volgende tijdstippen wordt ingezet en waarbij de volgende verdeelsleutel wordt gebruikt voor verhoudingsgewijze vermindering als de opvangplaats op een beperkt aantal tijdstippen wordt ingezet: voor schooltijd: 12,54%; na schooltijd: 25,08%; op woensdagnamiddagen: 14,11%; op schoolvrije dagen: 3,72%; gedurende één of meerdere schoolvakanties: 44,55% Subsidiebesluit van 16 mei 2014, art. 1 4° Subsidiabele capaciteit 243 plaatsen

10 Aantal locaties in responsgroep
Locatieniveau De 104 lokale besturen uit de responsgroep organiseren 316 locaties buitenschoolse opvang 23 van de 104 lokale besturen organiseren ook korte schoolopvang (samen in 74 locaties) Type locatie Aantal locaties in responsgroep IBO 276 BOKDV ZBO 8 Enkel gemelde opvang 22 Lokale dienst 2 Niet ingevuld

11 Opgevangen kinderen 87 lokale besturen van de 104 gaven informatie over het aantal opgevangen kinderen. In 2014 vingen zij samen kinderen op. Extrapolatie naar alle buitenschoolse kinderopvang georganiseerd door een lokaal bestuur : De openbare sector ving 19,67% van alle lagereschoolkinderen in Vlaanderen op. De openbare sector ving 30,37% van de lagereschoolkinderen op die wonen in een gemeente waar het lokaal bestuur BKO organiseert. De openbare sector ving 32,01% van de lagereschoolkinderen op die schoollopen in een Vlaamse gemeente waar het lokaal bestuur BKO organiseert. Berekeningen van de extrapolatie: Volgens de statistieken van de Federale overheid waren er in 2014 ongeveer kinderen tussen 2,5 en 12 jaar in Vlaanderen. Om te weten te komen welk percentage van deze kinderen minstens één maal naar een buitenschoolse opvang georganiseerd door een lokaal bestuur ging, extrapoleerden we het cijfer van het aantal kinderen, opgevangen door de 87 respondenten, naar de volledige openbare sector. Dit deden we op basis van de erkende capaciteit: De 87 respondenten hebben samen een capaciteit van plaatsen (bepaald via de cijfers van Kind en Gezin). De volledige openbare sector heeft er (zie slide 3). 73.269/ 𝑥 = 𝑜𝑝𝑔𝑒𝑣𝑎𝑛𝑔𝑒𝑛 𝑘𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 (= geëxtrapoleerd cijfer) ⇒ / = 19,67% Op basis van de gemeenterapporten van Onderwijs Vlaanderen konden we bepalen hoeveel kinderen in de gemeenten waar het lokaal bestuur buitenschoolse opvang organiseert wonen en schoollopen. Uiteraard zijn de kinderen die in een bepaalde gemeente wonen en schoollopen vaak dezelfde kinderen. De percentages mogen dus niet opgeteld worden, maar moeten naast elkaar gezien worden. In 2014 woonden er lagereschoolkinderen in gemeenten waar het lokaal bestuur BKO organiseert. / = 30,37% In 2014 volgden er kinderen lagere schoolonderwijs in gemeenten waar het lokaal bestuur BKO organiseert. / = 32,01%

12 Opgevangen kinderen Gemiddeld worden er op jaarbasis 5,7 verschillende kinderen op één erkende kinderopvangplaats opgevangen. Van de responsgroep zijn er 17 organisatoren die kinderen met een specifieke zorgbehoefte opvingen (totaal: 198 kinderen), of waar de organisator een aanvraag indiende bij Kind en Gezin voor subsidiëring van een individuele prestatie inclusieve kinderopvang van een kind met een specifieke zorgbehoefte.

13 Percentage kinderen sociaal tarief
93% van de respondenten gaf aan minstens één kind op te vangen waarvan de ouders een sociaal tarief betalen. Het aantal kinderen opgevangen met sociaal tarief bedraagt 6%. Uitschieters (meer dan 10% kinderen met sociaal tarief): Bestuur Percentage kinderen sociaal tarief Stad Antwerpen 15,10% Gemeente Heers 15,09% Vereniging De Blauwe Lelie Brugge 20,07% EVA vzw Gezinswelzijn Lokeren 14,31% Stad Gent 17,16% Stad Lier 15,34% OCMW Hamme 12,82% Stad Maaseik 15,60% Stad Hasselt 13,55% Kinderopvang Turnhout EVA vzw 14,21% In 2013 berekenden we dat 6,5% van de kinddossiers een sociaal tarief kregen (inclusief gratis opgevangen kinderen). Dit cijfer komt overeen met het resultaat van 2014.

14 Percentage gratis opgevangen kinderen
‘Gratis opvang’ 32% van de respondenten gaf aan minstens één kind gratis op te vangen. Het aantal kinderen dat gratis opgevangen wordt bedraagt 0,5%. Uitschieters (meer dan 2% gratis opgevangen kinderen): Bestuur Percentage gratis opgevangen kinderen OCMW Assenede 2,05% Gemeente Kruibeke 2,08% Gemeente Geetbets 4,59% Stadsbestuur Torhout 3,77% Stad Geraardsbergen 3,02% Kinderopvang Turnhout EVA vzw 2,77% Gemeente Heers 2,66% Gemeente Westerlo 2,10% Stadsbestuur Izegem 3,10%

15 Percentage besturen dat deze ouderbijdrage vraagt
Ouderbijdragen Per begonnen halfuur bedraagt de ouderbijdrage in de responsgroep gemiddeld 0,95 euro. Verdeling van de ouderbijdrage per begonnen half uur onder de respondenten: Gevraagde ouderbijdrage per begonnen halfuur Percentage besturen dat deze ouderbijdrage vraagt < 0,80 euro 16,50% 0,80 – 0,89 euro 27,00% 0,90 – 0,99 euro 11,80% 1 – 1,09 euro 32,90% 1,10 – 1,19 euro 5,9% ≥ 1,20 euro De ouderbijdrage per begonnen halfuur is gemiddeld lager in de openbare sector dan in de private sector. In de private sector bedraagt de gemiddelde bijdrage 0,98 euro per begonnen halfuur (uit De financiering van de buitenschoolse kinderopvang. Het perspectief van de voorzieningen, van Prof. dr. Jozef Pacolet, Frederic De Wispelaere en Annelies De Coninck, 2015). In 2013 was de gemiddelde ouderbijdrage 0,90 euro per begonnen halfuur. Dit gemiddelde is gestegen.

16 Percentage besturen dat deze ouderbijdrage vraagt
Ouderbijdragen Het dagtarief bedraagt in de openbare sector gemiddeld 11 euro. Verdeling van het dagtarief onder de respondenten: Gevraagd dagtarief Percentage besturen dat deze ouderbijdrage vraagt < 9 euro 11,90% 9 – 9,99 euro 16,70% 10 – 10,99 euro 11 – 11,99 euro 23,80% 12 – 12,99 euro 19,00% ≥ 13 euro De ouderbijdrage per volledige dag (langer dan 6 uur), zogenaamde dagtarief, is gemiddeld lager in de openbare sector dan in de private sector. Dit verschil is bovendien meer uitgesproken dan de gemiddelde ouderbijdrage per begonnen halfuur. In de private sector bedraagt het gemiddelde dagtarief 12,86 euro (uit De financiering van de buitenschoolse kinderopvang. Het perspectief van de voorzieningen, van Prof. dr. Jozef Pacolet, Frederic De Wispelaere en Annelies De Coninck, 2015). In 2013 bedroeg het gemiddelde dagtarief 10,88 euro. Net zoals de bijdrage per begonnen halfuur is het dagtarief in vergeleken met het voorgaande jaar dus licht gestegen.

17 Bijkomende vergoedingen
58% van de respondenten vraagt bijkomende vergoedingen aan de ouders, naast de ouderbijdrage Er is geen duidelijk verband tussen de hoogte van de ouderbijdrage en of er al dan niet bijkomende vergoedingen worden gevraagd Welke vergoeding? Percentage dat deze vergoeding vraagt (van de respondenten die een vergoeding vragen) Drank 53% Koek 48% Maaltijd 23% Vervoer 25% Andere 50% Hoogte van de vergoedingen: Drank: de bijdragen schommelen tussen 0,25 euro en 1 euro. Bijna 50% vraagt 0,50 euro voor drank. Koek: de bijdragen schommelen tussen 0,2 euro en 0,75 euro. Iets meer dan één derde vraagt minder dan 0,40 euro voor een koek. Maaltijd: deze bijdragen verschillen zeer veel. Drie respondenten vragen 2,5 euro voor een maaltijd, zeven respondenten vragen tussen 0,4 en 1 euro voor soep. Vervoer: de bijdragen schommelen tussen 0,25 euro tot 1,5 euro per rit. Andere: voor uitstappen, luiers, te laat ophalen of geen afmelding, jaarlijkse verzekering, zorgmoment of niet-terugbrengen reservekledij wordt ook soms een bijkomende vergoeding gevraagd. Voor uitstappen zijn dit in de meeste gevallen de werkelijk gemaakte kosten. De bijdragen voor luiers varieert tussen 0,25 en 0,60 euro. De prijs voor te laat ophalen ligt tussen 10 en 15 euro. De jaarlijks verzekering schommelt tussen 2,48 euro en 3 euro.

18 Percentage locaties geopend op dat moment
Prestaties Opvangmomenten De locaties buitenschoolse opvang georganiseerd door een lokaal bestuur zijn op volgende momenten geopend: Opvangmoment Percentage locaties geopend op dat moment Voorschools 87,31% Naschools 93,50% Woensdagnamiddag 76,78% Schoolvrije dagen 68,73% Zaterdag 1,24% Korte vakanties 51,39% Zomervakantie 54,18% In de korte vakanties en de zomervakantie zijn er minder locaties geopend dan tijdens de andere opvangmomenten doorheen het schooljaar. In gemeenten waar het lokaal bestuur meerdere buitenschoolse opvanglocaties heeft, wordt de opvang tijdens vakanties gecentraliseerd in één of enkele locaties. Een mogelijke verklaring zijn de beperkte middelen: de organisatoren ontvangen onvoldoende middelen om hun personeel te kunnen financieren en zo alle opvanglocaties het volledige jaar door open te houden. In vergelijking met 2013 liggen de percentages van de locaties die op de verschillende momenten geopend zijn overal lager. In 2013 waren 94% van de locaties geopend op voorschoolse momenten, 97% op naschoolse momenten, 87,7% op woensdagnamiddagen, 66% in de korte vakanties en 67% in de zomervakantie.

19 Prestaties Een IBO moet volgens de regelgeving jaarlijks minstens 230 openingsdagen voorzien. Gemiddeld zijn de locaties in onze responsgroep 203 dagen per jaar geopend. De mediaan bedraagt 219 dagen, wat betekent dat een paar locaties met weinig openingsdagen het gemiddelde beïnvloeden en naar beneden trekken. In de responsgroep zitten naast IBO’s ook ZBO’s en enkel gemelde opvang, die ook het gemiddelde kunnen beïnvloeden. In 2013 waren de opvangvoorzieningen gemiddeld 215 dagen per jaar geopend (mediaan = 230). Gemiddeld ligt het aantal openingsdagen in 2014 dus lager.

20 Percentage locaties dat aantal dagen per jaar geopend is
Prestaties Aantal openingsdagen in de buitenschoolse opvang georganiseerd door een lokaal bestuur: Meer dan 40% van de locaties is meer dagen geopend dan minimaal verplicht. Aantal openingsdagen per jaar Percentage locaties dat aantal dagen per jaar geopend is < 100 3,30% 100 – 149 3,96% 150 – 199 38,28% 200 – 229 11,55% ≥ 230 42,90%

21 Personeel: verantwoordelijke
92% van de verantwoordelijken zijn vrouw De gemiddelde leeftijd van de verantwoordelijke is 40,7 jaar: Kind en Gezin vraagt jaarlijks gegevens op over het personeel werkzaam in de buitenschoolse kinderopvang. Wij vroegen dezelfde informatie op bij de lokale besturen. We hebben gegevens van 150 verantwoordelijken in de buitenschoolse kinderopvang. Net zoals in de opvang baby’s en peuters is de meerderheid van de verantwoordelijken een vrouw (92% in onze responsgroep). De gemiddelde leeftijd is 40,7 jaar. De jongste verantwoordelijke in de responsgroep was 24,2 jaar in 2014 en de oudste verantwoordelijke 60,5 jaar.

22 Personeel: verantwoordelijke
Gemiddeld werkt een verantwoordelijke in een werkregime van 0,87 vte. Bijna twee derde werkt voltijds. Gemiddeld begeleidt 1 vte verantwoordelijke 14 kinderbegeleiders. Er zijn gemiddeld 564 kinderen (per jaar) per vte verantwoordelijke. Ook in 2013 begeleidde 1 vte verantwoordelijke gemiddeld 14 kinderbegeleiders. In vergelijking met 2013 zijn er gemiddeld echter minder kinddossiers per vte verantwoordelijke (gemiddeld 595 kinddossiers in 2013). Naast informatie over het geslacht, de geboortedatum en het werkregime, bevraagt Kind en Gezin ook het diploma, eventuele attesten, de eventuele tewerkstellingsmaatregel en hoe de personeelsleden gefinancierd worden. In de responsgroep heeft 93,85% van de verantwoordelijken een diploma hoger onderwijs. Andere diploma’s die aangeduid werden zijn BSO Kinderzorg/begeleider in de kinderopvang of gelijkgestelde richtingen (2,05%), TSO Jeugd en gehandicaptenzorg en volwassenenonderwijs (0,68%), TSO Sociale en technische wetenschappen (0,68%), ander diploma secundair onderwijs (0,68%), hoger onderwijs – graduaat Verpleegkundige (1,38%) en postgraduaat Leidinggevende in de kinderopvang of verantwoordelijke in de kinderopvang (0,68%). Van 119 verantwoordelijken hebben we informatie over hoe ze gesubsidieerd worden: 45,38% wordt betaald via FCUD-middelen, 27,74% met eigen middelen van het lokaal bestuur en 10,08% is gesubsidieerd door Kind en Gezin. Daarnaast is 3,36% gesubsidieerd via weerwerkgesco, 5,88% door een combinatie van Kind en Gezin subsidies en eigen middelen, 5,88% door een combinatie van FCUD-middelen en eigen middelen.

23 Personeel: kinderbegeleiders
95% van de kinderbegeleiders zijn vrouwen De gemiddelde leeftijd van de kinderbegeleiders is 38,84 jaar:

24 Personeel: kinderbegeleiders
Gemiddeld werkt een kinderbegeleider in een werkregime van 0,56 vte. Bijna 71% werkt 0,50 vte. Gemiddeld zijn er 13 erkende opvangplaatsen per vte kinderbegeleider. Meer dan de helft tewerkgesteld als weerwerkgesco Bijna 40% van de kinderbegeleiders beschikt over het diploma BSO Kinderzorg/begeleider in de kinderopvang of gelijkgestelde opleidingen. 13,60% heeft een BSO-diploma andere richtingen, bijna 9% TSO Jeugd en gehandicaptenzorg, bijna 8% TSO-andere richtingen en bijna 10% geen diploma hoger gewoon secundair onderwijs. Andere diploma’s in onze responsgroep zijn: BSO vierde graad verpleegkunde, TSO gezondheids- en welzijnswetenschappen, TSO leefgroepenwerking, TSO sociale en technische wetenschappen, andere diploma secundair onderwijs, graduaat verpleegkunde, hoger onderwijs andere richtingen, volwassenenonderwijs certificaat begeleider buitenschoolse kinderopvang en postgraduaat leidinggevende in de kinderopvang. 530 begeleiders uit onze responsgroep hebben het Attest van de (start)opleiding ‘Begeleider buitenschoolse opvang’: Opleiding gegeven door VCOK of VDKO, gefinancierd door VDAB. Daarnaast hebben 122 begeleiders dit attest in combinatie met het attest ‘Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse opvang’. Meer dan de helft van de begeleiders in de buitenschoolse kinderopvang waren in 2014 tewerkgesteld via het statuut weerwerkgesco en ook via middelen weerwerkgesco gesubsidieerd. Andere tewerkstellings- en financieringsmaatregelen die voorkomen in de buitenschoolse kinderopvang georganiseerd door een lokaal bestuur zijn: SINE (31), Sociale Maribel (43), Startbaner (19), Geco (31) en Generatiepact (64). 23% van de kinderbegeleiders wordt gefinancierd met eigen middelen van de lokale besturen.

25 Samenwerkingen 75,73% van de buitenschoolse opvanginitiatieven heeft een samenwerking met minstens één andere vereniging of dienst. Tijdens het schooljaar wordt voornamelijk samengewerkt met sportverenigingen (26%), muziekacademies (24%), tekenacademies (16%) en cultuurdiensten (18%). Ook op woensdagnamiddagen wordt voornamelijk met deze diensten samengewerkt: sport (26%), muziek- (25%) en tekenacademies (21%) en cultuurdiensten (22%). Tijdens de schoolvakanties werken de BKO’s samen met speelpleinwerkingen (53%), sportverenigingen (51%), cultuurdiensten (33%), jeugdverenigingen (18%) en andere gemeentelijke diensten, zoals de Grabbelpas (24%).

26 Beleidsnieuws: wijzigingsbesluit BKO
Nog geen nieuwe info over goedkeuring wijzigingsbesluit Kwaliteitshandboek: 1 jaar uitstel FCUD en weerwerkgesco: Bevestiging op Raadgevend Comité dat 5% besparing zal gecompenseerd worden Geen nieuws over BVR Sessie

27 Beleidsnieuws: Protocolakkoord
Sessie

28 Beleidsnieuws: Protocolakkoord
Juridisch kader vandaag: Personen zonder het vereiste diploma die een of meer van de activiteiten van een verpleegkundige gewoonlijk uitoefent kan gestraft worden (gevangenisstraf/geldboete) Handelingen die in de KO vaak gesteld worden zijn dus een risico (toedienen van medicatie op voorschrift, zalf, neusdruppels, aerosol,…) Medewerkers in KO worden niet beschermd. Eenmalig of occasioneel kunnen uitzonderlijk noodzakelijke handelingen voor de gezondheid wel (vb. Epipen). Echter opvolging van deze zaken moet op regelmatige basis (meten bloedsuikerspiegel, medicatie inspuiten, sondevoeding, …) en deze handelingen zijn niet eenmalig. Sessie

29 Beleidsnieuws: Protocolakkoord
Meer rechtszekerheid voor het uitvoeren van bepaalde handelingen (nog) Geen regelgeving ! Opsomming van een aantal handelingen: In geval van nood Handelingen in diverse toedieningsvormen op voorschrift Orale geneesmiddelen, zuurstof, zetpillen, aerosol, zuurstof, oor- en neusdruppels, zalf Andere toedieningswijzen (vb. inspuitingen) moeten door een gezondheidsberoep uitgeoefend worden Medische handelingen die je niet mag verrichten in KO: belang van samenwerking (ouders, arts, thuisverpleging,…). Meten van glucose, toedienen insuline, technische handelingen (sondevoeding, stomaverzorging, blaassondage, …) Sessie

30 Model 2  model 596.2Sv Wie in de kinderopvang werkt, moet een uittreksel uit het strafregister, model 2, hebben. Model 2 heet voortaan model 596.2Sv. Bestaande attesten model 2 hoeven niet vervangen te worden. Sessie

31 Buitenlandse Kwalificaties
Brochure Kind en Gezin over kwalificaties en attesten: Je kan een conformiteitsattest vragen als je de nationaliteit hebt van één van de 28 EU-lidstaten, Zwitserland, Ijsland, Noorwegen of Liechtenstein; en je hebt een beroepskwalificatie behaald in één van die landen. Niet meer te wenden tot NARIC, instantie voor de erkenning van buitenlandse diploma's in Vlaanderen. Sessie

32 Buitenlandse kwalificaties
Welke documenten komen in aanmerking? Een opleidingstitel: diploma, certificaat of andere titel van een gevolgde beroepsopleiding. Opgelet: Heb je een opleidingstitel van een niet-EU lidstaat? Maar je hebt wel 3 jaar ervaring als verantwoordelijke of kinderbegeleider in een EU lidstaat die de opleidingstitel heeft erkend? Dan kan je gelijkgesteld worden als de lidstaat deze beroepservaring bevestigt. Een bekwaamheidsattest: van de bevoegde autoriteit in het andere land nadat je: een opleiding hebt gevolgd die niet wordt afgesloten met een certificaat of diploma; een specifiek examen zonder voorafgaande opleiding hebt afgelegd; het beroep tijdens de voorafgaande 10 jaren gedurende 3 jaren voltijds (of equivalente periode deeltijds) in een lidstaat hebt uitgeoefend. Beroepservaring: voltijdse of gelijkwaardige deeltijdse uitoefening van het beroep in een lidstaat. Sessie

33 Het is mogelijk dat Kind en Gezin je vraagt om een bijkomende aanpassingsstage of bekwaamheidsproef te doen, vooraleer je het conformiteitsattest krijgt. HOE? Via het aanvraagformulier op de website. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Procedures, formulieren, software > Procedures en formulieren > Baby’s en peuters: vergunning > Personen in de opvang’. Sessie

34 Vorming Sessie

35 Vorming: NIEUW: Minivorming Roddelen
4 minivormingen: Wat is roddelen? Wat betekent dit in jullie opvang? Wat zijn de voor- en nadelen van roddelen voor alle betrokkenen? Hoe omgaan met roddelen en hoe roddelen tegengaan? (intervisie) Afspraken maken om met roddelen om te gaan in jullie opvang Training ‘Aan de slag met mini-vormingen’: 20/09 en 20/10 (Leuven en Antwerpen) Sessie

36 Vorming: Kinderopvangcaravan
Vrije plaatsen voorjaar en KOC XL Sessie

37 Donderdag 27 april 2017 INSPIRATIEDAG KINDEROPVANG
Vorming: 2017 Donderdag 27 april 2017 INSPIRATIEDAG KINDEROPVANG Sessie

38 Vorming: Dromen voor 2017 Thema’s vormingen Verantwoordelijke Team
Kinderbegeleiders Sessie

39 Op de opvang te ondersteunen kinderen voldoende actief te laten zijn, minder lang neer te zitten en gezonder te eten ontwikkelde het VIGeZ het project ‘Actieve Kinderopvang’,

40 Doelstelling Invulling van een kwaliteitsvol beleid in de opvang rond beweging, voeding en de preventie van overmatig zitgedrag. Sensibiliseren rond actieve kinderopvang. Professionalisering en deskundigheidsbevordering van directie, coördinatoren en begeleiders via kennisverruiming, opleidingen en screening. Ondersteuning via ondersteuningspakket met praktische handleiding en andere tools. Versterken van de intermediaire rol van de kinderdagopvang naar de ouders.

41 Focus Beweging: Actief toezicht en stimuleren van vrij, actief spel binnen ongestructureerd bewegingsaanbod. Zitgedrag: Beperken van schermtijd en langdurig zittende activiteiten. Voeding: Focus op aanbod gezonde dranken en tussendoortjes.  Vorming voor VA en KB

42 Materialen: handleiding

43 Voorbeeld: communicatie met ouders

44 Materialen: screeningsinstrumenten

45 Materialen: gezond gedachtspel

46 Materialen: actieve spelfiches

47 Materialen: actieve spelfiches

48 Materialen: actieve spelfiches
- Lopen - Trekken, duwen, heffen en dragen - Springen, kruipen, klimmen en klauteren - Balanceren en roteren - Ritmisch bewegen en zintuiglijke waarneming - Balvaardigheden

49 Materialen: actieve spelfiches

50 Materialen: affiches en folders

51 Materialen: online platform
Toegang tot een beveiligd online platform waar alle bovenstaande materialen digitaal beschikbaar zijn. extra tools: Wekelijkse gezonde tips voor ouders Lege spelfiches om te laten invullen door de kinderen of begeleiders Mogelijkheid tot interactie met de andere deelnemende opvanginitiatieven

52 Vorming Verplicht 1x van 9u30 tot 15u
Minstens 2 aanwezigen per opvang (1 coördinator of directielid en 1 begeleider per opvang) Betalend maar laagdrempelig (materialen gratis, enkel kost voor lesgever en locatie) Inhoud: Voorstelling project en materialen Info over de aanbevelingen: beweging en sedentair gedrag, gezonde dranken en tussendoortjes

53 Vorming Info over draagvlak creëren Kennisverruiming rond
ontwikkeling gezondheidsbeleid communicatie met ouders en de mogelijkheden om ouders te ondersteunen. Training en praktische oefeningen over: Actief toezicht Aanbieden van ongestructureerde bewegingsactiviteiten en evenwichtige dranken en tussendoortjes Gebruik van actieve spelfiches

54 Vormingen voor ibo’s

55 Kinderopvangcaravan: kennismaking actieve kinderopvang KOC
Dinsdag 10 mei Cultuurcentrum- Kunstlaan 5, 3500 Hasselt Vrijdag 3 juni CC De Werf - Molenstraat 51, 9300 Aalst Vrijdag 2 december BICC ’t Poorthuis - Zuidervest 2a, 3990 Peer Donderdag 8 december Brabanthal - Brabantlaan 1, 3001 Leuven

56 Varia: WC make over Sessie

57 Nieuwe documenten website
Varia Nieuwe documenten website Werkinstrument klachtenprocedure: Aanvragen voor het Vormingsfonds Kinderopvang? Deadline 31 mei! Nu inschrijven: Kinderopvang Go-Cart – Basisvorming voor startende verantwoordelijken (start 20 oktober 2016) Sessie

58 Kan ik als organisator kinderopvang beroep doen op een tolkendienst?
Sessie


Download ppt "Beleid, Actualiteit en Praktijk"

Verwante presentaties


Ads door Google