Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Drogredenen
2
Drogredenen “Ik ben twee keer beroofd in Afrika.
Overhaaste generalisatie algemene uitspraak op basis van te weinig gegevens “Ik ben twee keer beroofd in Afrika. Afrikanen zijn niet te vertrouwen.”
3
Drogredenen - “Natuurlijk doe ik mijn best, want ik ben niet lui.”
Cirkelredenering Een bewering wordt aangevoerd als argument voor zichzelf. - “Natuurlijk doe ik mijn best, want ik ben niet lui.” - “Ik ben de baas omdat ik het hier voor het zeggen heb.”
4
Drogredenen Verkeerde oorzaak-gevolgrelatie “Als het regent liggen er overal plassen. Hier liggen er overal plassen. Dus het heeft geregend.”
5
Drogredenen - “Als je niet voor Groen bent dan ben je wel voor N-VA.”
Vals dilemma Een denkfout waarbij alle redelijke alternatieven niet worden overwogen. - “Als je niet voor Groen bent dan ben je wel voor N-VA.” - “Of je gaat rustig werken of je gaat de klas uit!”
6
Drogredenen Valse vergelijking (zwart-wit-denken) Een logische misvatting waarbij twee zaken worden voorgesteld als gelijk aan elkaar, zonder dat de onderliggende verschillende in acht zijn genomen. “Het is niet goed dat een volk zijn eigen regering mag kiezen. Een kind mag toch ook niet zijn opvoeders kiezen.”
7
“God bestaat, niemand kan het tegendeel bewijzen.”
Drogredenen Argument van de onwetendheid Een stelling is waar omdat niet bewezen is dat zij onwaar is. “God bestaat, niemand kan het tegendeel bewijzen.”
8
Drogredenen Wie zwijgt stemt toe “Toen ik aan Piet vroeg of hij de snoepjes had gestolen gaf hij geen antwoord. Dus Piet heeft de snoepjes gestolen.”
9
Drogredenen Non sequitur (het volgt er niet uit) “Bij een kwart van de dodelijke ongevallen had de bestuurder alcohol gedronken, bij driekwart van de dodelijke ongevallen had de bestuurder koffie gedronken. Het is dus veiliger als de bestuurder alcohol drinkt in plaats van koffie.”
10
Drogredenen Na dit, dus door dit “De zon komt altijd op nadat de haan gekraaid heeft. Dus de zon komt op omdat de haan gekraaid heeft.”
11
Drogredenen “Ik dacht net aan jou toen de telefoon ging.
Met dit, dus door dit “Ik dacht net aan jou toen de telefoon ging. Dat kan toch geen toeval zijn!”
12
Drogredenen “Ik dacht net aan jou toen de telefoon ging.
Met dit, dus door dit “Ik dacht net aan jou toen de telefoon ging. Dat kan toch geen toeval zijn!”
13
Drogredenen “Timmy kan daar niet over oordelen.
Persoonlijke aanval (ad hominem) “Timmy kan daar niet over oordelen. Hij heeft niet eens zijn studies afgemaakt.”
15
“Roken is slecht voor de gezondheid.”
Drogredenen Jij ook (tu quoque) Je ontzegt de ander recht van spreken vanwege zijn eigen gedrag, of uitspraken in het heden of verleden. “Roken is slecht voor de gezondheid.” “Jij rookt zelf!”
16
“Merk X is zeer goed, want iedereen koopt het.”
Drogredenen Met het oog op het volk (ad populum) Wanneer men de juistheid van een stelling tracht te bewijzen door aan te voeren dat er een meerderheid voor te vinden is. “Merk X is zeer goed, want iedereen koopt het.”
17
“Dit geneesmiddel werd al in het oude Egypte gebruikt.”
Drogredenen Beroep op traditie “Dit geneesmiddel werd al in het oude Egypte gebruikt.”
18
“Condooms verergeren de verspreiding van aids,
Drogredenen Beroep op autoriteit “Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.”
19
Drogredenen Hellend vlak Veronderstelt dat een bepaald standpunt onherroepelijk zal leiden tot heel schadelijke gevolgen. “Als we het homohuwelijk toestaan dan kunnen we net zo goed mensen en dieren laten trouwen.” - “Als we toestaan dat hij nu een sigaret rookt is hij straks verslaafd aan cocaïne.”
20
Drogredenen De stroman (stropop) Het toeschrijven van een standpunt aan een tegenstander dat hij niet heeft. “Een arts die mensen stimuleert er een einde aan te maken is geen arts, maar een moordenaar. Wat voor woord je er ook voor gebruikt: euthanasie is moord. Het leven is heilig.”
21
Drogredenen “Als jij twee weken vakantie wil dan
Stok achter de deur Een mening wordt niet ondersteund door argumenten, maar door te wijzen op de nare gevolgen voor de luisteraar, als die de mening niet aanvaardt (chantage / intimidatie). “Als jij twee weken vakantie wil dan hoef je hier niet meer te komen werken.”
22
Drogredenen “O, dat weet ik gewoon.” Ontduiken van bewijslast
Excuses om zelf geen argumenten te moeten zoeken. “O, dat weet ik gewoon.”
23
Drogredenen Beroep op emotie
Argumenten om de toehoorder op een onredelijke wijze te overtuigen.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.