De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Literatuur V6 – les 4 2017 -2018.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Literatuur V6 – les 4 2017 -2018."— Transcript van de presentatie:

1 Literatuur V6 – les 4

2 Gesprekstechnieken Je essay als basis voor je gesprek
15 minuten twee docenten Je essay als basis voor je gesprek Invalshoeken (voorbeelden): - symboliek - rol hoofdpersonages - thematiek - schrijfstijl - lectuur/literatuur - genre (oorlogsroman) - literair engagement etc.

3 Jij bent nu aan zet!

4 Beoordeling O: geen antwoord, of onvoldoende/onzin antwoord
M: een antwoord dat inhoudelijk niet genoeg aansluit op de vraag, of een aantal belangrijke elementen (o.a. onderbouwing vanuit verhaal) ontbreken. V: een antwoord dat inhoudelijk correct aansluit op de vraag, zonder extra aanvullingen G: een antwoord dat inhoudelijk correct aansluit op de vraag met een aanvulling die (deels) correct en relevant is en komt na doorvragen van de docent. U: een antwoord dat inhoudelijk correct aansluit op de vraag, deze zelfs overtreft en vergezeld gaat van relevante en correcte aanvullingen, of waarbij de leerling op eigen initiatief verbanden legt met andere werken of andere relevante informatie. Zie beoordelingsrubric op website!

5 EN nu oefenen Hoe neem je de leiding in het gesprek?
Hoe zorg je ervoor dat je meteen de diepte in kunt? (die docent kent dat verhaal uit dat boek wel) Hoe maak je het persoonlijk? Welke (letterlijke en figuurlijke) houding moet je aannemen tijdens zo’n gesprek?

6 2. De beurten gaan met de klok mee, de oudste mag beginnen.
1. Eén speler is tijdbewaker. Gebruik hiervoor je telefoon. De tijdbewaker speelt zelf ook mee.  2. De beurten gaan met de klok mee, de oudste mag beginnen.  3. Als je aan de beurt bent, neem je een kaart van de stapel. Daarop staat een vraag van 1, 2 of 3 minuten. Als je de vraag begint te beantwoorden, loopt de tijd. Je moet de tijd helemaal volpraten!  4. Je praat in de eerste beurt over het boek dat je als eerste opgeschreven hebt; in de tweede beurt over het tweede boek/verhaal, en zo verder. Het is dus niet erg als een vraag twee keer voorkomt.  5. Je mag het kaartje bij je houden als:  1. je de tijd volgepraat hebt;  2. je groepsgenoten je antwoord inhoudelijk voldoende vonden.  6. Bij een TIP!-kaartje hoef je niets te doen. Je leest alleen de tip voor en dan mag je de kaart bij je houden. Wat een geluk!  7. Bij een BONUS??!-kaartje mag je aan een ander een kaartje vragen. Let op: je moet in je bonusvraag wel benoemen welk kaartje je wilt hebben en je moet je vraag aan de juiste persoon stellen. Dat moet je dus onthouden! Bijv.: ‘Mag ik van jou de vraag over perspectief?’ Of: ‘Mag ik van jou de tipkaart van De ijsmakers?’  8. Wie heeft aan het eind de meeste kaartjes?


Download ppt "Literatuur V6 – les 4 2017 -2018."

Verwante presentaties


Ads door Google