Flora & Faunawet Werken met de gedragscode bestendig beheer gemeentelijke groenvoorzieningen.

Presentatie over: "Flora & Faunawet Werken met de gedragscode bestendig beheer gemeentelijke groenvoorzieningen."— Transcript van de presentatie:

1

2

3 Flora & Faunawet Werken met de gedragscode bestendig beheer gemeentelijke groenvoorzieningen

4 definities Flora De plantenwereld (van een bepaald gebied). Fauna
De dierenwereld (van een bepaald gebied) Ecologie De wetenschap die het samenspel tussen organismen en hun omgeving bestudeert. Biodiversiteit De verscheidenheid aan fauna en flora in een gebied = soortenrijkdom

5 Biodiversiteit in Nederland
Hoeveel soorten leven in Nederland? In het boek ‘De Nederlandse biodiversiteit’ wordt de complete Nederlandse biodiversiteit beschreven, soorten Nederland is het enige land ter wereld met een dergelijk uitgebreid naslagwerk van de complete biodiversiteit

6 Flora en faunawet Bescherming van de in het wild levende planten en dieren Bescherming door Verbodsbepalingen zorgplicht Vermijden van activiteiten waarvan kan worden vermoed dat ze schadelijk zijn voor Planten en dieren

7 Voor wie geldt de Flora & Faunawet niet?
A. voor particulieren B. Hoveniers en groenvoorzieners C. mensen van het waterschap D. de wet geldt voor iedereen

8 1. Is de Flora- en faunawet alleen van toepassing op beschermde planten- en diersoorten?
NEE

9 Tijdens het snoeien zaagt u per ongeluk een tak af met een bewoond nest. Is dit in strijd met een verbodsbepaling van de Flora & en Faunawet? A. Ja B. nee

10 Flora & Fauna wet Sinds april 2002
Regelt de bescherming van plant- en diersoorten (dus niet individuele planten en dieren!) Is de Nederlandse vertaling van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000 gebieden) Cites verdragen (handel in bedreigde diersoorten) ook opgenomen

11 Doel F&F wet Bescherming en instandhouding van in het wild levende planten- en diersoorten Minstens: Behouden wat we hebben! = gunstige staat van instandhouding Met rust laten van in het wild levende planten- en diersoorten Ook niet-direct nuttige dieren zijn onvervangbaar (erkenning eigen waarde= intrinsieke waarde) Nee, tenzij principe…

12 Nee, tenzij…. (p6 H2) Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen (='nee') kan onder voorwaarden (='tenzij') worden afgeweken Hiervoor ontheffing nodig. Zie Gedragscode bijlage 1, p.19

13 Flora & Fauna wet Met andere woorden:
De wet regelt onder meer beheer, schadebestrijding, jacht, handel, bezit en andere menselijke activiteiten die een schadelijk effect kunnen hebben op beschermde soorten.

14 Mogen na 15 maart er nog bomen geveld worden?
JA

15 Mogen volgens de Flora- en faunawet in het broedseizoen bomen worden gesnoeid?
JA

16 Algemene Zorgplicht De in de Flora- en faunawet opgenomen algemene zorgplicht houdt in dat planten en dieren niet onnodig vernield/gedood of verstoord mogen worden.

17 Algemene Zorgplicht Dit betekent dat handelingen
(of het nalaten hiervan) waarvan men weet, of redelijkerwijs kan vermoeden, dat ze nadelig zijn voor planten en/of dieren niet mogen worden uitgevoerd.

18 Algemene Zorgplicht Wanneer dergelijke handelingen toch uitgevoerd moeten worden, moeten maatregelen, voor zover dit in redelijkheid kan, worden genomen om de nadelige gevolgen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.

19 Zorgvuldig Handelen! Algemene Zorgplicht
Er dient bijvoorbeeld zo gewerkt te worden dat dieren kunnen ontsnappen en het kan nodig zijn om soorten te verplaatsen (bijvoorbeeld planten en amfibieën). Deze algemene zorgplicht geldt voor elke soort en elk individu! Zorgvuldig Handelen!

20 Beschermde soorten p. 6 Aantal plantensoorten
Alle zoogdiersoorten met 3 uitzonderingen (zwarte en bruine rat en de huismuis) Alle Europese vogelsoorten Alle amfibieën- en reptielensoorten Alle vissoorten behalve de soorten van de visserijwet 1963 Aantal uitheemse dier- en plantensoorten Zijn slechts 950 van de soorten vallen onder de wet

21 Beschermde locaties De Flora & Fauna wet maakt het ook mogelijk een (klein) landschapselement of object te beschermen. Deze dienen van groot belang te zijn voor het voortbestaan van de soort.

22 Bijv.: Fort of vleermuizenbunker,
dassenburcht, groeiplaats orchideën, kademuur met bezondere plantengroei

23

24 Wijze van beschermen Verbieden van alle handelingen die schadelijk zijn voor beschermde planten en dieren (onafhankelijk van het stadium waarin ze zich bevinden; rups, pop, larve, ei, kuiken) Daarnaast dient iedereen zorgvuldig om te gaan met in het wild voorkomende planten en dieren= Zorgplicht Aanwijzen beschermde soorten Aanwijzen van beschermde gebieden

25 Algemene Zorgplicht art
Algemene Zorgplicht art. 2 De wet erkent de intrinsieke waarde van het dier, m.a.w.: Voor de wet zijn alle dieren van onvervangbare waarde en men mag daar niet onzorgvuldig mee omspringen Algemene gedragsregel die voor iedereen geldt Respect tonen en voldoende zorg in acht nemen voor alle voor flora en fauna (niet alleen de beschermde !) en hun leefomgeving Doden, verontrusten en/of beschadigen van alle aanwezige wilde flora en fauna voorkomen of beperken

26 Algemene Zorgplicht In het geval van beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht voor dieren betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, met zo min mogelijk lijden gepaard gaat

27 Algemene Zorgplicht Voorkomen dat er schade wordt toegebracht
Beperken dat er schade wordt toegebracht Toegebrachte schade ongedaan maken

28 Voorkomen….

29 Verbodsbepalingen Plukken, vangen, doden Verstoren
Vernielen van leefgebied, nesten en holen Weghalen van eieren Uitzetten van dieren en planten Bezit en handel

30 Of een activiteit schadelijk is of niet, hangt af van het soort activiteit en de schadelijke invloed daarvan op beschermde dieren en planten. De aanvrager van de omgevingsvergunning is zelf verantwoordelijk om uit te zoeken of een activiteit nadelige effecten heeft.

31 Wabo De gemeente kan de aanvrager wel adviseren hoe hij dit kan doen. Het eerste concept “Natuurwijzer omgevingsvergunning” helpt gemeenten om particulieren te adviseren wanneer het onderdeel ‘handelingen met gevolgen voor beschermde planten en dieren’ moet worden ingevuld. Zie folder: Natuurwijzer omgevingsvergunning

32 Het examen niveau 1 40 vragen, multiple choise Minimaal 32 goed
10 vragen over de F&F wet 16 vragen over soorten en hun omgeving; je moet 25 soorten kennen 10 vragen over zorgvuldig handelen 4 vragen over communicatie en werkproces