Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman.

Presentatie over: "Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman."— Transcript van de presentatie:

1 Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman

2 Bijeenkomst 11 (deelnemers)
Welkom! Bijeenkomst 11 (deelnemers)

3 Verbeteren van de communicatie
Communicatie met de omgeving

4 Anders dan anders We hebben bezoek! Vandaag zijn familie, mantelzorgers of anderen aanwezig. De twee groepen gaan eerst apart. Na de pauze komen we weer bij elkaar.

5 Programma van de dag We beginnen straks met ons te herinneren wat we de vorige bijeenkomst ook alweer hebben gedaan. Bespreken van de thuisopdracht. Reageren op een aantal stellingen. Gezamenlijke bespreking. De thuisopdracht voor de volgende keer. Terugblik

6 Wat herinnert u zich van de vorige bijeenkomst?
Maak groepjes van 3 of 4 personen (naast elkaar). U krijgt 1 minuut om met uw groepje te overleggen en uw geheugen op te frissen wat we de vorige bijeenkomst hebben gedaan. Het rad van fortuin (wordt op het scherm geprojecteerd), bepaalt wie het, namens het groepje mag vertellen.

7 De thuisopdracht van de vorige keer.
De thuisopdracht was: Effectief lezen is een onderwerp dat iedere dag speelt. Bij het lezen van een tijdschrift, de krant, een recept, een brief, enzovoorts. De laatste oefeningen gingen over ‘effectief luisteren’. Ook dat komt dagelijks voor. Thuisopdracht: Pas de 2-T methode toe, waar en wanneer je maar kunt!

8 Vraag Vorm groepjes van 3 (4).
Vertel elkaar je ervaringen met ‘effectief lezen’ en ‘effectief luisteren’. Spreek af wie verslag doet namens het groepje. We inventariseren de ervaringen.

9 Een paar stellingen Als iemand in een gezin de ziekte van Parkinson heeft, dat heeft het hele gezin Parkinson. Het belangrijkste relatie-instrument is communicatie. En juist dat staat bij de ziekte van Parkinson onder druk.

10 Stellingen Parkinson is niet alleen een lichamelijke ziekte, het is ook een ziekte die van invloed is op de communicatie. En juist als de communicatie met onze naasten minder vlot verloopt is dat extra vervelend.

11 Stelling. Op blz. 80 ( Stellingen die betrekking hebben op mensen met Parkinson) vind je onder punt 2: De communicatie raakt vooral verstoord doordat: Lees de 10 punten en vink aan () welke je voor jezelf herkent. Welke strategie heb je om de niet aangevinkte punten te voorkomen?

12 Stellingen blok 2 Lees de stellingen met betrekking tot de naaste omgeving. ( blz. 80 onderaan) Welke stellingen herken je voor jezelf? Kun je een voorbeeld geven van een ervaring met deze stellingen?

13 Wat kan uw omgeving doen?
Ruimte geven om zelfstandig te leven. Er gaat wel eens wat mis, so what? Aanwijzingen geven (in plaats van te ondervragen) Als je iets niet weet helpt het niet te zeggen “denk eens na”. Geef liever een tip. Lok een “oh, ja” uit. Bieden van structuur in het gesprek. Helpen de grote lijn van het gesprek vast te houden. Bieden van structuur in huis. Geef spullen (sleutels, schrijfspullen, adressenboekje, enz.) een vaste plek.

14 Communicatie verbeteren: Wat kun je zelf doen?
Niet alles wat we horen, zien of voelen komt uiteindelijk in het geheugen terecht. Gelukkig niet! De meeste informatie die tot ons komt wordt gefilterd. Dat gebeurt o.a. in ons werkgeheugen, waarvan de kwaliteit bij Parkinson minder wordt. Ons brein heeft de neiging om ontbrekende informatie automatisch aan te vullen. We geven aan informatie een eigen extra betekenis, we vullen de ontbrekende informatie zelf in.

15 Invullen Daardoor kan het voorkomen dat we de bedoeling van een boodschap van de ander ‘verkeerd’ invullen. Voorbeeld: Iemand zegt: “Heb je de krant gezien?” Je denkt “de ander denkt dat ik de krant heb weggemaakt. Ga eerst zelf goed zoeken. Laatst had je hem ook zélf weggegooid…..”.

16 Vragen, check je veronderstelling.
Het beste is om, als je zulke gedachten bij jezelf bespeurt, om de bedoeling van de ander te checken. Dat doe je door het te vragen. “Klopt het dat je denkt dat ik de krant heb weggemaakt?” Antwoord (waarschijnlijk): “Nee helemaal niet, ik hoopte dat jij hem misschien gezien zou hebben”.

17 Communicatie verbeteren Wat kun je nog meer doen?
Orden je gedachten, voordat je spreekt. Probeer niet te veel ineens te zeggen. Praat niet te lang achterelkaar. Spreek duidelijk en articuleer de woorden goed. Maak een spiekbriefje om je gedachten vast te houden. Vraag de ander of je duidelijk bent.

18 Een goed gesprek is (zie blz. 82)
Afhankelijk van het onderwerp. Afhankelijk van de manier waarop het gesprek wordt gevoerd. Afhankelijk van de manier waarop de informatie wordt ‘verstaan’. Afhankelijk van de manier van verwoorden. Afhankelijk van hoe goed er geluisterd wordt.

19 Miscommunicatie Op blz. 82 vind je een aantal aspecten van ‘miscommunicatie’. Vink aan () welke aspecten je zelf herkent. Noem van één aspect dat je hebt aangevinkt wat je kunt doen om dat te voorkomen. Welke aspecten heb je bij 12 e.v. aangevuld? Voor de punten die je niet hebt aangevinkt: hoe doe je dat, zodat het goed gaat?

20 Thuisopdracht Kijk eens kritisch naar je eigen communicatie.
Wat gaat er goed in gesprekken, op welk moment stagneert het gesprek? Wat doe je (wat doet de ander) als het gesprek stagneert. Hoe kom je daar samen uit?

21 Terugblik Vandaag ging het over communicatie met de (directe) omgeving. Welke conclusie trek je voor jezelf ten aanzien van je communicatie? Wat ga je als eerste aanpakken?

22 Thema van de volgende bijeenkomst
Ook de volgende bijeenkomsten (12 en 13) gaan over ‘verbeteren van de communicatie’. Thema van bijeenkomst 12: Communicatie en gesprekstechnieken

23 Jan de Groot Henk Torreman
Tot de volgende keer! Jan de Groot Henk Torreman