Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Bedrijfsvoeren gewasbescherming
Basiscursus Licentie 2 Bedrijfsvoeren gewasbescherming
2
Verdeling en apparatuur
Hoofdstuk 4 Verdeling en apparatuur
3
Druppels en druppelvorming
Vernevelen: drukvernevelen (Veldspuit,Rugspuit en Dwarsstroomspuit) roterend vernevelen (Schuifvernevelaar) luchtvernevelen (Venturi werking)
4
Grootte druppel
5
Druppels en druppelvorming
Drukvernevelen: Vloeistof persen door kleine opening vlies Na het verlaten van de opening druppels Grootte van vlies en druppel afh. opening en druk. Hoge snelheid en kleine opening fijne druppel. Rugspuit, veldspuit en dwarsstroomspuit
6
Druppels en druppelvorming
Roterend vernevelen Als de druppel belangrijk is gebruik eventueel Constante Druppel Afgifte (CDA) Roterende schijfvernevelaar rpm Onkruidlans en mankar
7
Druppels en druppelvorming
Lucht vernevelen Lucht met grote snelheid door een venturi ontstaat onderdruk Lucht trekt vloeistof uit elkaar druppels Grote is afh. van luchtsnelheid en vloeistofstroom vb. Pulsfog
8
Druppels en druppelvorming
9
Druppels en druppelvorming
Druppelgrootte Waar is de druppelgrootte van afh.? Druk Vloeistofstroom Opening Druppelspectrum Druppelgrootte: micron 1 micron= 1 duizendste mm = 0,001 mm
10
Druppelspectrum D10 van 200 wil zeggen dat 10% van de druppels < 200 micron D50 = 50% van het volume bestaat uit druppels kleiner dan de aangegeven diameter D90 = 90% van het volume bestaat uit druppels kleiner dan de aangegeven diameter VMD = volume median diameter. Dus vmd 250 µm betekent dat 50% groter dan wel kleiner is dan 250 µm.
11
Druppelspectrum Druppels zijn niet uniform
Druppel grootte in micron of 0,001 mm
12
Druppelspectrum Gebruik dop bij de juiste druk.
Zorg voor een klein druppelspectrum. Dus een lage VMD. Dan zijn alle druppels min of meer gelijk. Bij te grote druk zal er een minder nauwkeurig druppelspectrum zijn.
13
Druppels en druppelvorming
Depositie = bedekkingsgraad Bij hogere bedekkingsgraad= betere werking van het middel 100 µm = beste voor bedekking
14
Gewasbescherming draait o.a. om optimaal verdelen spuitvloeistof .
Hoe kleiner de druppel des te groter de oppervlakte die wordt bedekt. Hoe kleiner de druppel hoe minder indringend vermogen hij heeft. De bedekkingsgraad met dezelfde hoeveelheid vloeistof door verschillende druppelgrootte
15
Klasse indeling druppelgrootte
ZF Zeer fijne druppels <150 µ F Fijne druppel µ M Middel druppel µ G Grove druppel µ ZG Zeer grove druppel >400 µ
16
Druppels en druppelvorming
Druppelspectrum en druk Zeer klein druppelspectrum is technisch niet altijd mogelijk Hoe lager de druk, hoe nauwer het spectrum van grotere druppels Gebruik dop met bijbehorende druk Voorkeur druk=3 bar bij open teelten
17
Druppels en druppelvorming
Eisen bedekkingsgraad Systemische middelen: worden door plant opgenomen, optimaal bij fijne druppels en grote bedekkingsgraad. Contact middelen: werkt alleen waar druppels zijn. Met fijne druppels spuiten. Bodemherbicide kun je met grovere druppels spuiten.
18
Druppels en druppelvorming
Op etiket of naslag werken staat; Uitvloeier toevoegen? Dosering/ha Hoeveelheid water mengen L/ha Optimale druppelspectrum
19
Druppels en druppelvorming
Indringing gewas afh. van rijsnelheid en druk Langzaam rijden met hoge druk betere indringing dan snel rijden met lage druk Bij sneller rijden is er een grotere voorwaartse beweging. Druppel komt dan niet laag genoeg in gewas. Type gewas (blad) heeft wel invloed
20
Druppels en druppelvorming
Welke dop? Doppentabel geeft info over: Druppelgrootte Spuithoek Spuitdruk Dopcapaciteit
21
Vragen 1. Wat betekent VMD?
volume median diameter. 50% druppels is kleiner dan dit getal en 50% groter. 2. Kleine en zeer kleine druppels geven de beste bedekking. Waarom gebruik je toch vaak grote druppels. Om in open teelten drift te voorkomen.
22
Vragen 3.Hoe krijg je de beste indringing in het gewas?
Door niet te snel te rijden/lopen met hoge druk. 4. Wat is het verschil tussen contactmiddelen en systemische middelen? Contactmiddelen moet je beter verdelen want zij werken alleen daar waar ze terecht komen.
23
2. Spuitdoppen algemeen Spuitdoppen Capaciteit
Verdelen de spuitvloeistof in druppels Capaciteit afh. van spuitdruk en opening dop Spuitdrukverhoging geeft geen evenredige afgiftevermeerdering Capaciteit van een dop verdubbelen druk 4x hoger
24
2. Spuitdoppen Zie doptabel XR blz. 152
Code is in gallon per minuut. Amerikaanse maat Bij 3 bar: Dop 02 = 0,8 L/min (minder L/ha maar meer drift) 03 = 1,2 L/min 04 = 1,6 L/min 05 = 2,0 L/min 06 = 2,4 L/min
26
2. Spuitdoppen Spuithoek of tophoek
Hoek waaronder de vloeistof de dop verlaat Hoe hoger de druk, hoe groter de spuithoek Een dop van kan dichter bij het gewas dan 8004 minder drift
27
Tophoek en 50% overlap
28
Tophoek: 1100 zit op 50 cm afstand
Tophoek: zit op 50 cm afstand. Fijnere druppel zit op 75 cm afstand. Grovere druppel nieuw voor minder drift Bij hogere druk meer drift.
29
2. Spuitdoppen Kantdop gebruiken langs oppervlakte water Laatste dop aan de spuitboom
30
2. Spuitdoppen Soorten spuitdoppen: Kegeldoppen (werveldop)
Ketsdoppen Kegeldoppen (werveldop) Spleetdoppen Luchtaangezogen spuitdoppen (Venturi) Luchtinjectiedoppen: Airjet, Airtec, HighTecAir
31
2. Spuitdoppen Ketsdoppen
Volle ellips Luchtinjectiedoppen, hebben minder water volume nodig Grotere neerwaarste snelheid door extra luchtstroom vanuit luchtinjectie Druppels dringen goed in het gewas door
32
2. Spuitdoppen Werveldop Ronde opening met holle of volle spuitkegel
Ronddraaiende waterstroom wordt door het gaatje geperst Mindere vloeistofverdeling Fijne druppels: driftgevoelig Minder gauw verstop Gewas komt in beweging
33
2. Spuitdoppen Spleetdop Spuitvloeistof wordt door gat geperst
In de lucht druppel vorming De breedte van de spleet bepaalt de druppelgrootte Volle ellips Gelijkmatige verdeling
34
2. Spuitdoppen Venturidop Via venturi wordt lucht in de dop aangezogen. Lucht + vloeistof worden aangezogen Grovere druppel. Betere bedekking, minder drift 3-5 bar Fruitteelt en akkerbouw
35
2. Spuitdoppen Dubbelinjectiespleetdop Voor betere indringing
Wel meer kans op drift en verdamping
36
2. Spuitdoppen Soorten spleetdoppen:
Standaarddop, druk 2-4 bar, 110° XR, spuitdruk 1,5-4 bar, 110° Groot bereik DG Drift Guard grotere druppels minder drift E-dop = Even spray overal zelfde afgifte OC dop Off Center spuit niet richting sloot
37
2. Spuitdoppen Elke kleur heeft eigen afgifte Liter/min
38
2. Spuitdoppen Druk: Zie doppentabel
Verhoog de druk niet onnodig boven 5 bar want dan krijg je meer drift en meer slijtage Gebruik dan een dop met kleinere tophoek en rij langzamer
39
Materiaalkeuze Keramiek
Zeer hoge slijtvastheid, zeer goed bestand tegen schurende en bijtende chemicaliën. Gehard roestvrij staal Hoge slijtvastheid, goede duurzaamheid en chemicaliën bestendigheid. Roestvrij staal Goede slijtvastheid, uitstekende chemicaliënbestendigheid, duurzame uitstroomopening. Kunststof Middelmatige slijtvastheid, goede bestendigheid, uitstroom opening beschadigt makkelijk bij schoonmaken. Messing Lage slijtvastheid, gevoelig voor corrosie, vooral bij gebruik van kunstmest.
40
Spuitdop codering XR K 04 V Teejet 110 doptype XR Teejet 11004 VK
dopcapaciteit 0,4 US Gallon per minuut bij 2,8 bar Teejet K doptype 110 spuithoek merknaam V VisiFlo® kleurcodering
41
2. Spuitdoppen Wat is drift? Hoe kan je drift beperken?
Verwaaien spuitdruppels Hoe kan je drift beperken? Spuiten bij weinig wind en niet te warm zonnig weer Gebruik drift reducerende doppen of doppen op 25 cm afstand Lage druk en rijsnelheid Gebruik grote tophoek en lage boomhoogte
42
Driftreducerende doppen
43
2. Spuitdoppen Wat is dampdrift? Hoe kan dampdrift voorkomen?
Druppels die met zonnig warm weer verdampen en op een nader gewas komen. Hoe kan dampdrift voorkomen? Niet spuiten bij warm zonnig weer met een beetje wind.
44
2. Spuitdoppen TCT (Technische Commissie Techniekbeoor- deling) publiceert driftarme doppen Verschillende klasse 50% 75% 90% 95%
45
3. Spuitdoppen en machine
Doppenkeuze: Etiket geeft dosering in l/ha Activiteitenbesluiten: 14 m van opp. water driftarme doppen 50% (2014) Zie ook drift beperkingen op etiket Gewenste snelheid i.c.m. rijsnelheid Doppen moeten overlappen Bij elke tophoek kies juiste boomhoogte
46
3. Spuitdoppen en machine
Bij windstil: fijne druppel en minder L/Ha Bij dauw ook fijne druppel i.v.m. van blad af rollen Ideaal: 3 bar snelheid en 6 km/uur Met sleepdoek 25 cm dopafstand
47
Draaibare dophouder of revolverdop
48
3. Spuitdoppen en machine
Dopafsluiter Afsluiting dop bij te lage druk tegen nadruppelen Luchtondersteuning voor een betere indringing Agrifac Op beurs: In werking:
49
3. Spuitdoppen en machine
Nevelspuiten in fruitteelt: ventilator met hoge capaciteit
50
3. Spuitdoppen en machine
Veldspuit met luchtondersteuning
51
3. Spuitdoppen en machine
Veldspuiten, luchtmengdoppen (Airtecsysteem)
52
3. Spuitdoppen en machine
Controle verdeling zie video: Spuitbord Vloeistof opvangen in een maatbeker en afgifte vergelijken
53
Testen van de boomhoogte op ongelijk perceel; https://youtu
54
Slijtage van doppen Debietstijging na 40 uur gebruik (%)
Messing Roestvrij staal Kunststof (zacht) Gehard roestvrij staal Kunststof (hard) Keramiek 11,4 6,1 2,1 1,2 0,4
55
Afgifte afwijking niet meer dan 5% Nieuw versleten beschadigd
56
Spuitdoppen versleten
57
3. Spuitdoppen en machine
Dopafgifte en doppentabel Enkele rekenregels: Afgifte/dop=(dopafst. (m) x L/ha km/h)/ 600 = L/min Dwarsboomspuit=(rijafst. (m) x l/ha x km/h) /600= totaal liters/minuut Afgifte per dop l/m: = l/min / aantal doppen
58
3. Spuitdoppen en machine
Spuitcomputer evt. gebruiken op spuitapparatuur Sensispray: gewassensoren op de spuitboom bepaalt de SensiSpray- spuitmachine de afgifte per sectie op basis van de hoeveelheid bladmassa. Spuitdop dicht als er geen blad gezien wordt. 40% besparing op middel
59
3. Spuitdoppen en machine
Controle bedekking met fluorescerende poeder of water gevoelig papier
60
Vragen 2. Waarom wordt luchtondersteuning toegepast?
1. Welke gegevens heb je nodig om in spuittabel de hoeveelheid vloeistof te bepalen? De druk en rijsnelheid 2. Waarom wordt luchtondersteuning toegepast? Om minder drift te hebben en een betere indringing en bedekking. 3. Hoe kun je de bedekking controleren na bespuiting? Met lakmoes papier of met een fluorescerend poeder en een UV lamp.
61
4. Hoogvolume spuitapparatuur
>200 l water/ha. Soms L/ha Vooral in kassen bij spint, meeldauw en wol – dop of schildluis rugspuit, motorvatspuit, selectiespuit, veld spuit, dwarsstroomspuit.
62
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Rugspuit Kleine opp. of moeilijk bereikbare plaatsen Met voordruk of middendruk rugspuit Met hendel druk in de drukketel opvoeren Inhoud L met 1 tank spuit je 100 tot 300 m2 Spuitboom i.c.m. elektrische rugspuit
63
Rugspuit 1. vat 2. pomp 3. drukketel 4. terugslagklep
5. Naar spuitstok 6. pomphandel 7. spuitstok 8. knijphandel
64
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Motorvatspuit Mobiel Spuitlans of spuitboom Slang met haspel Constante druk
65
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Selectspray Sensor gestuurd voor bespuitingen op verhardingen (vanaf verboden Glyfosaat)
66
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Onkruiddetectie Infra rood
67
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Veldspuit getrokken of zelfrijdend tot 54 m Middel+water in een tank (tot 5000 L) Druk via pomp Drukregelaar Constante druk
68
Werking van de spuit
69
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Nevelspuit detail&mid=A997641E12B23F8774C0A997641E12B23F8774C0&FOR M=VRDGAR Ventilator achter op de tank Aftakas drijft de ventilator Nevel wordt door de luchtstroom gestuurd
70
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Coaster (automatische spuitrobot) (30 sec) (120 sec)
71
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Rondpompsysteem Spuitvloeistof van de spuit tot doppen wordt rondgepompt elke dop direct juiste concentratie
72
4. Hoogvolume spuitapparatuur
GPS en Dopafsluiter Voorkomt dubbel bespuitingen Secties van 3-4 meter en 1,5 m komt eraan Doppen individueel aansturen bijv. Sensi spray Minder overlap en milieu belasting
73
4. Wingssprayer of sleepdoek
Dopafstand 25 cm Afstand dop/gewas: 20 cm Minder wind en trekt gewas open. In aardappel reductie van 99% t.o.v. spleetdop 70-90% driftreductie en betere bedekking; 10-30% besparing op middel 2,5 min
74
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Dubbelwingssprayer Door rijwind extra neerwaartse luchtstroom Het gewas wordt tevens in beweging gebracht Naar beneden gerichte luchtstroom Kan verticaal en horizontaal gemonteerd worden 4min sleepdoek eerste anderhalve minuut
75
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Injectiesystemen Aangedreven doseerpomp Pomp injecteert puur middel in de spuitvloeistofstroom De doseerpomp zorgt voor een exacte dosering middel in de spuitvloeistof Dosatronic systeem op Weed-it systeem
76
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Rijenspuit en strokenspuit Veldspuit die dicht bij het gewas spuit 2 à 3 doppen/rij Dop gemonteerd in een hoek van 45° Eventueel met spuitkap Voorbeeld in gerbera 50 sec
77
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Strokenspuit in aardappelen om wortelonkruiden te bestrijden met Round-up. Secuur werken, om geen cultuurplanten te raken. Land moet redelijk vlak zijn, zodat de spuitkappen net iets door grond snijden.
78
4. Hoogvolume spuitapparatuur
Nadelen hoog volume methode Groot volume middel, duur en tijdrovend Grote hoeveelheid water en middel Zware machine, kans op insporing Veel uitspoeling van blad naar bodem Drift en verdamping middel
79
Vragen 1. Welke spuitdop kun je het beste in de rugspuit gebruiken? Een spleetdop 2. Hoe kun je drift verminderen bij de veldspuit. Luchtondersteuning, lage druk en rijsnelheid 3. Waarom weinig drift bij wingsprayer? Spuitdoppen dichter bij gewas, sleepdoek houdt wind tegen en trekt gewas open
80
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Watergebruik laag volume Laag Volume Methode (LVM) L/ha. Fijne druppels die snel verwaaien met luchtondersteuning Ultra Laag volume-apparatuur; 25L/ha. (kan dus zelfs zonder water gebruikt worden)
81
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Ultra Laag Volume-techniek Schijfvernevelaar met juiste druppelformaat en smal spectrum. 50 L / ha met druppelgrootte 50 µ Geen fijne maar ook geen grove druppels Weinig spuitvolume nodig Onkruidbestrijding en aardappelen op de transportband tegen schimmels.
82
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Werkingsprincipe Elektromotor draait een schijf met fijne tanden snel rond. Geconcentreerde druppel valt op de schijf Door centrifugaal kracht wordt de druppel geslingerd via de tanden van de schijf Vb. mankar en onkruidlans In de kas soms met lucht ondersteuning
83
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
84
Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
85
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Ruimtebehandeling Met ventilatoren in kassen Via de luchtstroom bereiken de druppels de planten Druppelgrootte afh. van omtreksnelheid van de schijf en hoeveelheid vloeistof/sec op de schijf
86
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Ruimtebehandeling Luchtramen dicht Windsnelheid 3 m/s max Vaak mobiele apparaten 26 sec
87
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Spuitkappen Spuitkappen op trekker, quad of kraanarm Ronde kappen diameter cm aan hydraulische arm Vaste kappen met 3-puntsophanging cm Golfterreinen 5 m breed op quad Voor rugspuit
88
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Lans Voor boomteelt en op verhardingen Gedragen of op loopwiel Gemonteerd op een lans met accu Plaatselijk of volvelds spuiten Standaard spuitbreedte 1,25 m Vloeistof goed zeven om verstopping te voorkomen
89
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Pulsfog LVM Strijkstok = buis met koord waarin 33% glyfosaat zit.
90
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Pulsfog Straalmotor Warme luchtstroom Middel via venturi verplaatst in de warme luchtstroom Fijne druppels verdampen snel Na 4 uur (insecticide) en 6 uur (fungiciden) afluchten
91
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Hulpstof Ekomist; druppels verdampen minder snel.
92
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Low volume mist Soort verfspuit Perst lucht door nozzle die door venturi spuitvloeistof aanzuigt Ventilatoren verspreiden nevel in de kas LVM: weinig vloeistof voor grote oppervlakte Vast of mobiel apparaat ½ uur voor toepassing hulpventilatoren aan Tijdschakelaar
93
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Ministrijkstok Gedragen apparaat Fles van 1,5 L op frame Veerbalans met stipperlans Stipperlans bevat 2 in elkaar geschoven buizen Topsponsje diameter van 1,5 cm; strijker
94
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Onkruidstrijker
95
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Onkruidstrijker Selectief Weinig middel Strijkt ook bladeren aan de onderkant Snelle opname, geen uitspoeling bij regen Geen nevel, kleine kans op druipen Dus geen emissie
96
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Toepassing onkruidstrijker Aardappelopslag in bijv. bieten Grote doorgeschoten onkruiden Veegpaden langs waterlopen Sportterreinen, golfbanen Boom- en fruitteelt Verhardingen
97
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur
Granulaatstrooier Onregelmatige vorm Kleine voorraadbak met schuifrad element Ook op loopwiel gemonteerd Via geleide buizen of ketsplaten komt het granulaat op zijn plaats.
98
Vragen 1. Op welke manier stel je bij een schijfvernevelaar de druppelgrootte in? Snelheid schijf en hoeveelheid vls./min 2. Hoe snel lopen bij 30L/ha met 115 ml/min afgifte en je neemt 1,5 m breed mee? ml : 115 = 260 min. 1 Ha van 100x100= 67 rijen. 260:67 = 4 min / 100 m dus 25m/min
99
Vragen 4. Hoe doseer je middel met granulaatstooier?
3. Hoe werkt weed-it? Infraroodlicht wordt teruggekaatst door chlorofyl in het onkruid waardoor weed-it weet dat de dop dan even open moet. 4. Hoe doseer je middel met granulaatstooier? Door strooi element iets uit beschermhuls te schuiven
100
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Pilleren en coaten Pilleren: rond omhulsel om het zaad, betere zaaibaarheid Coaten: dun laagje, zaad wordt gladder en beter verwerkbaar Soms kleurstof en GBM toegevoegd Beperking van bespuitingen op het veld
101
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Bolontsmetting Dompelen (kort of lang) Douchen Schuimen spuiten Vóór planting tegen schimmelziektes Dompeling onder water met fungicide
102
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Lang dompelen 15 min betrouwbaar uitdruipplaat opgevangen vloeistof gaat terug in dompelbad voor 1 ha bollen=> 600 l ontsmettingvloeistof
103
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Kort dompelen tijdwinst 30-60 sec. soms op lopende band met bad weinig restanten voor 1 ha=> 450 liter
104
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Douche douchecabines met gestapelde bakken bakken worden boven en vanaf zijkanten besproeid Schuimen (2-6 min) 3,5 min
105
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Spuiten op de plantmachine of vaste installatie zorgt voor goede verdeling van middel op bol 14 ton plantgoed/ha, l/ha Restvloeistof of bezinksel afvoeren Punt lozing is verboden! Restanten op het bloemenland verspreiden
106
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Overige methoden Druppelen systemische middelen mogelijk door lage org. stof toepassen bij ‘droge’ matten zorg dat het middel bij de plant komt bij UV ontsmetting, gedraineerd middel wordt afgebroken
107
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Phytodrip tijdens precisie zaaien druppel bestrijdingsmiddel op perskluit/plug Aangieten in plant gat op de tray voor aanplant plaatselijke toepassing minder emissie
108
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
Poederen tijdens het planten of inschuren potmachine strooit GBM poeder op knollen of bollen door draaiing van bollen goede vermenging van poeder poederen bij inschuren tegen schimmelziektes : Fusarium of zilverschurft in aardappel
109
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
CRC-technologie Controlled Release Controls nieuwe techniek langzame afgifte van middel d.m.v. coating bestrijding van Phytophthora en Pythium
110
6. Behandeling zaden, knollen en bollen
111
Vragen 1. Wat is het verschil tussen pilleren en coaten?
Pilleren maak je met coating zaad rond 2. Hoe werkt schuimen? Lucht, water schuim en gbm pers je bovenin een kuubskist met bollen. 3. Wat is aangieten? Na verspenen de plant watergeven met gbm
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.