Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
PRESENTeren in V6 2017/2018
2
1: EVEN TERUGKIJKEN … Wanneer hield je een goede (je beste) presentatie? Waar ging die presentatie over? Hoe weet je, behalve door het cijfer, dat deze presentatie goed was? Welke les(sen) trek je uit deze presentatie voor SE-2? Wanneer hield je een slechte (je slechtste) presentatie? Hoe weet je, behalve door het cijfer, dat deze presentatie niet goed was?
3
1: EVEN TERUGKIJKEN … OPDRACHT voor de volgende les
Mijn sterke punten als spreker zijn … (3 dingen) Mijn zwakke punten als spreker zijn ... (3 dingen) In deze cursus wil ik leren: ... OPDRACHT voor de volgende les Kijk deze week eens goed naar mensen die iets presenteren of die instructie geven: op school, op de sportvereniging, op televisie. Beschrijf 3 goede voorbeelden en 3 slechte voorbeelden. Analyseer wat er goed of fout ging.
4
THEORIE: DOELEN VAN DE PRESENTATIE
Informeren Overtuigen Amuseren Ik wil mijn publiek vooral informeren over … Ik wil ze overtuigen van … Ik maak mijn presentatie levendiger door …
5
2: EEN GOEDE PRESENTATIE
Schrijf op: Beste voorbeelden + jouw argumentatie (1 per blaadje) Slechtste voorbeelden + jouw argumentatie (1 per blaadje) Vorm 2 groepen: Good practices en Bad Practices Verzamel de voorbeelden Breng er een onderlinge volgorde in aan Analyseer de voorbeelden Presenteer de analyse
6
3: INFORMATIE OVERBRENGEN
Wat presenteer je? Wat laat je weg? Hoe presenteer je het? Wat interesseert mijn publiek? Wat moeten ze in ieder geval weten over mijn onderwerp? Wat doe ik om mijn publiek te boeien? Onderzoek publieksinteresse Activeer je publiek
7
4: INTERESSANT MAKEN Waarom is jouw onderwerp interessant?
Waarom is jouw onderwerp interessant voor je publiek? Hoe maak jij duidelijk dat het een interessant onderwerp is?
8
5: PUBLIEKSINTERESSE Vorm groepen van zes personen.
Iedereen introduceert zijn onderwerp in 1 minuut. De luisteraars noemen elk twee dingen die ze graag over dat onderwerp zouden willen weten. Noteer (na afloop of onderwijl) hieronder de 10 dingen die ze over jouw onderwerp zouden willen weten. Orden deze 10 dingen in jouw volgorde van belangrijkheid door ze te nummeren van 1 tot en met 10.
9
6: TITEL Kies een spannende titel
Activeer het publiek door een prikkelende vraagstelling. Een PWS over maatregelen tegen belastingontduiking kan heel goed “Kunnen ze het echt niet leuker maken?” heten. Gebruik een opvallend citaat. “Mens, ga toch koken” is een heel goede titel voor een PWS over Pim Fortuyn en de media. Vat je conclusie in twee trefwoorden samen: “Asielzoekers: lust en last”
10
6: TITEL Noteer een onopvallende, informerende titel voor je presentatie Noteer een prikkelende vraag-titel Noteer een opvallend citaat-titel Noteer een conclusie-titel Geef zelf een volgorde aan (1 = de beste, 4 = de slechtste) Vorm een groep van 4 leerlingen, vertel kort wat je onderwerp is en bespreek de titels. Komt jouw mening overeen met die van de groep? Waren er originele suggesties?
11
7: JE WEET NIET ALLES Noteer hieronder minstens drie inhoudelijke kritiekpunten op je onderzoek Wat ga je doen om die kritiek te omzeilen of te pareren?
12
8: OVERTUIGEN De overtuigingskracht van een presentatie hangt af van drie factoren: Logos = de argumentatie zelf Ethos = het gezag van de spreker Pathos = de sympathie van het publiek
14
9: LOGOS Om je verhaal geloofwaardiger te maken en je argumentatie te versterken, kun je de volgende vormen van bewijsvoering gebruiken: Onderzoeksresultaten presenteren Bronnen noemen Illustraties tonen Tests uitvoeren Demonstraties geven
15
9: LOGOS In mijn presentatie wil ik deze onderzoeksresultaten in ieder geval gebruiken of noemen: Deze bronnen moeten absoluut genoemd worden: Ik ga het volgende illustratiemateriaal gebruiken: Tijdens de presentatie ga ik de volgende tests gebruiken: Tijdens de presentatie ga ik het volgende demonstreren:
16
10: ETHOS Een gezaghebbende spreker is zelfverzekerd. Zelfverzekerdheid = goede voorbereiding Spreekangst wordt veroorzaakt door de fantasieën die een spreker daarover heeft, gedachten over wat er allemaal mis kan gaan Spanning is wie je wilt zijn, ontspanning is wie je bent. Wees erop bedacht dat je de reactie van je publiek niet verkeerd interpreteert. Zenuwen verraden vrijwel altijd een slechte voorbereiding
17
11: SPANNING VERMINDEREN
Stel je precies voor wat er gebeurt en wat het allerergste is wat je kan overkomen. Verplaats je in de toehoorder – dat is altijd een sympathiek mens op zoek naar informatie, net zoals jij als je naar een presentatie luistert. Oefenen, op video opnemen en kritisch bekijken zijn ook prima hulpmiddelen. Spanning voor het optreden reduceer je door er niet te veel over te praten. Doe ontspanningsoefeningen om je ademhaling te controleren. Verken de ruimte en het publiek, leg vast contact.
18
11: ETHOS Schrijf 4 dingen op die mis kunnen gaan bij een presentatie
In duo’s: geef je buurman of –vrouw een oplossing bij elke ‘ramp’ Bedenk een situatie waarin je behoorlijk nerveus of gespannen was. Waarom was dat? Beschrijf die situatie en formuleer op basis daarvan een tip voor anderen. Schrijf die tip op. Bekijk de gegeven tips Noteer voor jezelf 3 tops
19
12: PATHOS, 7 TIPS Je publiek is je klant en je wilt dat ze straks bij jou gaan kopen. Verleid ze, neem ze mee. De beste manier om sympathie te winnen is jezelf zijn. Neem een open houding aan Straal uit dat je een presentatie geven geweldig vindt. Wees niet bang om onzekerheden of andere emoties uit te stralen. Durf dingen van jezelf te laten zien: gebruik verhalen over opa’s en oma’s, laat een foto zien, praat over jezelf etc. Een spreker die zichzelf niet al te serieus neemt of belangrijk maakt en zelfspot heeft, wordt vaak heel sympathiek gevonden.
20
13: AMUSEREN Drie methodes om je publiek te amuseren:
Maak je presentatie levendig Houd de aandacht en concentratie van je publiek vast Gebruik waar mogelijk humor
21
14: LEVENDIG MAKEN Je kunt je onderwerp op verschillende manieren verlevendigen: Laat je publiek actief deelnemen: test, quiz, vragen Vertel een passende anekdote ter illustratie Toon beeldmateriaal (maar alleen als dat werkelijk iets toevoegt of verduidelijkt) Doe iets verrassends Toon voorwerpen
22
14: LEVENDIG MAKEN Beschrijf een concrete manier om je publiek actief te laten deelnemen aan je presentatie Schrijf een passende anekdote op bij je onderwerp
23
15: AANDACHT VASTHOUDEN Denk na over de volgorde waarin je je stof presenteert. Bij moeilijke onderwerpen (ingewikkelde theorie of lastige stellingen) zet je heel veel tussenstapjes waarmee je je publiek tussentijds laat instemmen Laat weg wat niet per se verteld hoeft te worden. In de beperking toont zich de meester.
24
15: AANDACHT VASTHOUDEN Noteer drie dingen die je wel onderzocht hebt, maar die je niet hoeft te presenteren. Waarom is dat? Bespreek je antwoord en je argumentatie met je buurman of buurvrouw. Hij/zij beoordeelt je keuze en argumentatie. Aanpassing gewenst?
25
16: HUMOR, 5 TIPS Gebruik humor alleen als je het publiek kent of kan inschatten wat het leuk vindt Gebruik humor alleen als het gepast is Sla verdere grappen over als je merkt dat (jouw) humor niet aanslaat Wees voorzichtig met ironie, omdat die vaak de vorm heeft van een omdraaiing van zaken. Wees voorzichtig met cartoons.
26
17: HULPMIDDELEN, 12 TIPS Gebruik audiovisuele hulpmiddelen alleen als ondersteuning Laat alleen zien wat je niet kunt vertellen Gebruik weinig tekst Wees summier: maximaal 6 sheets Maak het goed zichtbaar Hou het eenvoudig: less is more.
27
17: HULPMIDDELEN, 12 TIPS Zorg dat de apparatuur werkt en dat jij weet hoe alles werkt Zorg voor een goede verlichting: regel dus bijvoorbeeld iemand voor de bediening van het licht Praat niet tegen het smartboard, maar tegen je publiek Geef je publiek de kans de (nieuwe informatie op de) dia te lezen Voorkom taalfouten in je dia’s De dia’s zijn geen spiekbriefjes, laat staan uitgeschreven spreektekst
28
17: HULPMIDDELEN Bereid een presentatie van ongeveer 5 minuten voor. Onderwerp: hoe geef ik een uitstekende presentatie? Je presentatie zelf is een schoolvoorbeeld van een slechte presentatie
29
18: SPREKEN, 4 TIPS Spreek rustig en nadrukkelijk, alsof je tegen een individu op enige afstand praat Neem pauzes. Hierdoor leg je accenten en verlaag je het tempo iets. Articuleer duidelijk. Spreek de woorden bewust uit. Kies eenvoudige woorden. Wees kritisch: kun je langere vaktermen vervangen door iets eenvoudigers? Spreek je vreemde woorden en buitenlandse woorden correct uit? Spreek niet te hard en niet te zacht. Richt je tot iemand op de achterste rij. Oefen je volume en controleer door te vragen.
30
18: SPREKEN Bereid een presentatie voor van 2 minuten over je onderwerp. Schrijf de tekst helemaal uit. Geef deze presentatie. De klas neemt zoveel mogelijk afstand van de spreker. Na afloop krijg je feedback over verstaanbaarheid, woordgebruik, tempo en volume. Bekijk de spreektekst Markeer daarin de woorden waarna je een pauze moet laten vallen om je verhaal meer rust en duidelijkheid te geven. Markeer op een andere manier woorden die je duidelijk en met nadruk moet uitspreken
31
19: OMGANG MET HET PUBLIEK, 5 TIPS
Maak contact: vooraf, tijdens de presentatie door oogcontact, kijk mensen aan (linksvoor – midden achter – rechtsvoor) Laat je niet afleiden door afwijkend gedrag. Een gaap of en blik op een horloge betekent niet per se dat je saai bent. Wees eerlijk. Als zich een onverwachte situatie voordoet, benoem die dan en betrek je publiek erbij. Zorg dat je weet wie er in de zaal zitten en speel daarop in. Maak publieksreacties of een gebrek daaraan bespreekbaar. Vraag desgewenst naar de oorzaak van stilte of drukte en speel in op het antwoord.
32
19: OMGANG MET HET PUBLIEK
Ik vind het vervelend als het publiek tijdens mijn presentatie … (noem 3 dingen) Bedenk een positieve uitleg voor het vervelende gedrag van het publiek In duo’s: bedenk 3 concrete dingen die je kunt doen om in te grijpen als het publiek niet meewerkt tijdens je presentatie Klassikaal: een lijst met mogelijke interventies
33
20: AANDACHT PAKKEN IN DE INLEIDING
Vooroordeel noemen en bestrijden: vrouwen kunnen niet voetballen Begin met een voorbeeld uit de actualiteit en koppel dat aan je onderwerp Begin met een vergelijking: door de bomen het bos niet meer zien en foto Verbaas de luisteraar. Wat is YKK? Meedoen. Activeer het publiek door een ja/nee-vraag. Geef een vraagstuk met twee antwoorden. Identificatie. Vraag je publiek ‘stel dat u morgen … hoe zou u dat aanpakken?’ Vertel een anekdote. Een goed verhaal doet wonderen!
34
20: AANDACHT PAKKEN IN DE INLEIDING
Maak 3 introducties voor je onderwerp op basis van de 7 genoemde technieken. Rangschik de 3 introducties van goed naar minder goed Vorm groepjes van 4 personen Introduceer je onderwerp in 1 minuut. Kies de beste of de slechtste manier maar vertel niet welke keuze je maakte Noteer de reacties van je publiek. Komen die overeen met wat jij vond? Introduceer nu je onderwerp op een andere manier. Conclusie?
35
21: OOK IN DE INLEIDING Een duidelijke introductie op het onderwerp
Een heldere vraag Informatie over de opbouw Verwacht je iets van het publiek? Kunnen er vragen gesteld worden en wanneer?
36
22: DE AFSLUITING Maak het belang voor de luisteraar duidelijk: de pay-off. Wat moet men absoluut overhouden aan je presentatie? Noem 3 dingen Bedank het publiek voor de aandacht Geef gelegenheid om vragen te stellen Beantwoording van de vragen: herhaal – geef antwoord – controleer je antwoord
37
23: VRAGEN BEANTWOORDEN Bereid in een duo een presentatie van 10 minuten voor over een onderwerp. Gebruik de aangeleerde technieken. Geef die presentatie Het publiek stelt na afloop lastige of vervelende vragen. De sprekers proberen die vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. zowel qua inhoud als qua vorm.
38
24: VRAGEN VOORBEREIDEN Welke vraag moet na afloop van je presentatie in ieder geval gesteld worden? Waarom? Wat zou het antwoord zijn op die vraag? Hoe zorg je ervoor dat die vraag ook gesteld wordt?
39
25: TEN SLOTTE Zorg dat je optimaal voorbereid bent en dat je de tekst kunt dromen Zorg ervoor dat je je zo prettig mogelijk voelt voor de groep Wees voorbereid op een ‘noodsituatie’: kriebelhoest, druipneus, lege pen, geen internet. Jou krijgen ze niet gek. Gebruik je handen, maar ga er niet mee staan frummelen. Neem geen defensieve houding aan Wees actief, niet overactief
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.