De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Move to make a difference

Verwante presentaties


Presentatie over: "Move to make a difference"— Transcript van de presentatie:

1 Move to make a difference
De condities en ondersteuningsaanpakken die leiden tot vitaliseringsprocessen bij sportverenigingen Magda Boven Dag van het Sportonderzoek 2017

2 Achtergrond : jaarlijks onderzoek naar vitaliteit van sportverenigingen in Noord Nederland (n=500 sportverenigingen & n= leden van sportverenigingen) 2014: onderzoek naar effectiviteit van verenigingsondersteuning in Noord Nederland (focusgroep, interviews) 2015: oprichting van het platform verenigingsondersteuning Noord Nederland (VONN) om kennisdeling en ontmoeting te stimuleren Conclusie: we zijn goed op de hoogte van wat er speelt maar wat kunnen we als lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap concreet doen om sportverenigingen te helpen vitaler te worden? Dag van het Sportonderzoek Zwolle

3 RAAK-publiek subsidie
De nadruk in toegepast onderzoek binnen deze subsidieregeling dient te liggen op: Een duidelijke praktijkvraag waar de uitdaging van professionals centraal staat Het ontwikkelen van een theoretisch kader vanuit deze praktijkvraag die uitmondt in een onderzoeksvraag Het ontwikkelen van innovatieve oplossingen in co-creatie met kennispartners en praktijkpartners Het implementeren en evalueren van nieuwe oplossingen en het dissemineren van deze oplossingen in de praktijk (impact) Dag van het Sportonderzoek Zwolle

4 Vraagarticulatie “Onze kennis is onvoldoende meegegroeid met de hedendaagse ontwikkelingen. Tegenwoordig moet je als verenigingsondersteuner de sportverenigingen eigenlijk stap voor stap begeleiden, zodat je samen met die vereniging tot een nieuwe strategie komt die echt bij die vereniging past” “We hebben niet de optimale kennis en kunde om verenigingen te begeleiden. We komen daarbij vaak alleen tot ad hoc oplossingen die de problemen niet duurzaam oplossen.” “Wij hebben de voorkeur om meer procesgericht te kunnen begeleiden en minder met inhoudelijke thema’s bezig te zijn. Maar hoe doe je dat?” “De sportvereniging komt voor steeds complexere uitdagingen te staan waardoor mijn werk als verenigingsondersteuner sterk verandert. Eerder kwam ik met een rugzak vol met kant en klare tips en trucs maar dat werkt nu niet meer. Er wordt een ander soort ondersteuning van mij verwacht, vooral gericht op proces en strategie. Dit heb ik niet geleerd tijdens mijn opleiding” Vooral deze continue vraagarticulatie in combinatie met een sterk consortium en onderzoeksplan werden erg goed gewaardeerd door de commissie waardoor we de aanvraag goedgekeurd hebben gekregen Dag van het Sportonderzoek Zwolle

5 RAAK-project Praktijkvraag: ““Hoe kan ik een sportvereniging optimaal begeleiden bij hun ontwikkeling richting de toekomst waarbij steeds vaker een maatschappelijke rol van de sportvereniging gevraagd wordt?” Onderzoeksvraag: “Welk handelingsrepertoire heeft een verenigingsondersteuner nodig om een procesgerichte ontwikkelaanpak te kunnen hanteren om te komen tot vitalisering van sportverenigingen?” Dag van het Sportonderzoek Zwolle

6 Overzicht van het project
We zijn inmiddels druk bezig met fase 2 en starten 7 december met fase 3 waarin we van start gaan met het opleidingstraject. Hans zal straks iets vertellen over werkpakket 2. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

7 Partners Trots op dit consortium waarbij zowel kennispartners met ervaring op dit terrein als praktijkpartners betrokken zijn. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

8 Werkpakket 1 Onderzoeksvraag: “Onder welke condities en bij welke ondersteuningsaanpakken treden vitaliseringsprocessen op bij sportverenigingen?” Doel: analyseren en beschrijven van relevantie condities en de opbrengsten van verschillende ondersteuningsaanpakken binnen het vitaliseringsproces van sportverenigingen. Opbrengsten van dit werkpakket geven goed de context weer waarbinnen de ondersteuner zijn werk doet. Dit helpt bij het ontwikkelen van casuistiek en het ontwikkelen van interventies. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

9 Theoretisch kader (1) Sportclubs zijn van oudsher meestal intern gefocust (Horch, 1994), die zich meer moeten aanpassen aan maatschappelijke veranderingen en eisen van leden en andere belanghebbenden om klaar te zijn voor de toekomst (Lucassen & Van Kalmthout, 2015) Om sportclubs te ontwikkelen / vitaliseren, hebben ze het volgende nodig: Een sterke toekomstgerichte visie (Coalter, 2007; Koski, 1995) Verander processen die buttom-up zijn ontwikkeld (Gmür, 2000) Focus op duurzame lange termijn ontwikkeling (Varhagen, 2014) Lokale context en uniciteit van de clubs worden erkend (Skille, 2008) Vrijwilligers moeten voldoende ruimte voelen om met initiatieven te beginnen (Misener & Doherty, 2009) Impactvolle interventies moeten worden omarmd (May et al., 2013) Dag van het Sportonderzoek Zwolle

10 Vitalisering van de sportvereniging Vitaliseringsprocesen
Organisatiekracht  Financiën Vrijwilligers Leden Aanbod Kader Accommodatie Externe orientatie Maatschappelijke rol Samenwerking met derden Inspelen op trends & ontwikkelingen Lerend vermogen/cultuur Mate van reflectie Diversiteit van bestuur Processen/overdracht/kennisdeling Veranderbereidheid Ambitie Visie Beleid Draagvlak onder leden/betrokkenheid Mate van vitaliteit Ontwikkeling Vitaliseringsprocesen Verleden-heden Welke ontwikkeling hebben ze doorgemaakt? Waar zit de kracht van de vereniging die maakt dat ze hier staan? Heden-toekomst Hoe willen ze de ambitie realiseren? Welke concrete plannen hebben ze op korte termijn? Ondersteuning? Aard van de ondersteuning? Onderwerp? Op basis van bestaande kennis op gebied van vitaliteitsonderzoek (wij, Mulier) als ook het werk van collega’s HU in het lectoraat van Stijn Verhage bij hun RAAK project naar vitalisering van voetbalverenigingen en kennis over de lerende organisatie, zijn we tot de volgende aspecten gekomen. Naast de aspecten organisatiekracht en externe orientatie kijken we daarbij ook naar de beweging die verenigingen maken. Het gaat ons in dit onderzoek niet om het doen van een uitspraken over hoeveel verenigingen al dan niet vitaal zijn maar om de beweging die ze maken en die ze willen gaan maken. Welke verbanden worden zichtbaar bij clubs die een groei hebben doorgemaakt of niet? Lukt het ze om hun voorgenomen ambities waar te maken? Hoe is de vereniging ingericht en welke processen spelen een rol? Welke ondersteuning hebben deze clubs ontvangen? Het vergaren van inzicht op de ontwikkeling en het aspect ondersteuning binnen deze ontwikkeling is waar wij graag kennis willen toevoegen.

11 Methodologie werkpakket 1
Online vragenlijst uitgezet onder besturen van sportverenigingen in Noord Nederland: Vitaliteit (organisatiekracht + externe oriëntatie) Lerend vermogen/cultuur Ambitie Samenstelling bestuur Ondersteuning t0 juni t1 juni 2018 Aspecten uit vorige schema Dag van het Sportonderzoek Zwolle

12 Voorlopige resultaten (1)
n=240 sportverenigingen Bij t0 vooral ingezoomd op ontwikkeling in financien, leden, vrijwilligers Ambities: 71,9% heeft vertrouwen in de toekomst 78,9% heeft voor ogen waar het heen wil komende 5 jaar Deze ambitie is bij 33,9% vastgelegd in jaarplan/ visiestuk oid. Slechts 11,2% heeft daarbij afvaardiging van ledenbestand betrokken Verenigingen die financiele groei doormaakten heeft ambitie significant vaker ambitie vastgelegd (51%) dan verenigingen zonder financiele groei (35%) Bij t0 viel alleen nog maar ontwikkeling waar te nemen in het terugvragen van ontwikkeling op financien, leden en vrijwilligers. Ambitie genoeg, het bottum up principe die in het theoretisch kader terug kwam is nog een uitdaging evenals het delen richting het collectief. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

13 Voorlopige resultaten (2)
Lerend vermogen/cultuur: 72,3% antwoord NEGATIEF op stelling dat het bestuur vooral bezig is met blussen van brandjes Ook op stellingen die te maken hebben met het aanspreken op gedrag, mate van vertrouwen en de gedragenheid van de visie wordt veelal positief geantwoord. Wanneer het gaat om deskundigheidsbevordering, een duidelijke afbakening van taken en verantwoordelijkheden van vrijwilligers en het toegankelijk maken van verworven kennis, lopen de antwoorden erg uiteen. Verenigingen geven aan wel degelijk verder te kijken dan de waan van de dag en vinden dat er een positief lerend klimaat is. Als het gaat om de laatstgenoemde aspecten (maar bijvoorbeeld ook overdracht tussen oude en nieuwe bestuurders) zijn er clubs die aangeven dat dat heel goed gaat maar zijn er ook clubs waar dit helemaal niet het geval is. Deze groepen zijn ongeveer even groot. Hier is dan ook een groot verschil in professionaliteit tussen clubs. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

14 Voorlopige resultaten (3)
Organisatiekracht & samenstelling bestuur: de top 3 van knelpunten die sportverenigingen ervaren: het behoud en werving van leden (31,4%), behoud en werving van vrijwilligers (21,5%) en accommodatie (10,7%). Opvallend hierbij is dat financiën geen onderdeel uitmaakt van deze top 3. de ontwikkeling in de variabelen financiën, ledenaantal en vrijwilligers allemaal significant met elkaar samenhangen de sportverenigingen die een groei in financiële positie hebben doorgemaakt, hebben vaker een eigen accommodatie en werken vaker samen met andere sportverenigingen dan de sportverenigingen waar geen financiële groei heeft plaatsgevonden. bij verenigingen met een ledengroei zat significant vaker een vrouwelijke secretaris in het bestuur. Als er bijv. een toename is in financiën, wordt deze toename ook op de andere variabelen geconstateerd. Wat betreft het hebben van een eigen accommodatie is de vraag of deze goede financiele positie en samenwerking met andere verenigingen de basis is voor het hebben van een eigen accommodatie of dat de eigen accommodatie er voor zorgt dat er meer financien worden gegenereerd en samenwerking met andere verenigingen stimuleert. Kip ei verhaal. Het laatste punt m.b.t. de vrouwelijke secretaris kunnen we niet goed verklaren. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

15 Voorlopige resultaten (4)
Externe orientatie: Meer dan de helft van de bevraagde sportverenigingen antwoord NEGATIEF op de vraag of het regelmatig met andere sportverenigingen samenwerkt (54,9%), samenwerkt met organisaties uit de omgeving (60,9%) en probeert in te spelen op ontwikkeling in de bevolkingssamenstelling in de buurt/wijk/omgeving (55,3%). Sportverenigingen met een eigen accommodatie blijken daarbij vaker in staat om te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de bevolkingssamenstelling van de buurt/wijk/omgeving van de sportvereniging. Ondanks vele inspanningen m.b.t. de open club en de sportvereniging als buurthuis van de toekomst blijkt de externe orientatie nog een uitdaging. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

16 Voorlopige resultaten (5)
Ondersteuning: Ondersteuning wordt het vaakst ontvangen op het gebied van: sporttechnische cursussen (17,8%), het organiseren van wedstrijden/toernooien (15,7%) en het inhuren/gebruiken van materialen/faciliteiten (12,8%). De minste ondersteuning wordt ontvangen op organisatorische aspecten als visie ontwikkeling (3,3%), interne communicatie (1,2%), externe communicatie (1,2%), begeleiding fusietrajecten (1,2%). Top 3 behoefte aan ondersteuning: ledenwerving (27,7%) gevolgd door werving sponsors/adverteerders (26,4%) en vrijwilligersbeleid (18,6%). De vorm van ondersteuning waar grootste behoefte aan is: kortstondige procesbegeleiding (20,7%). Kortom: ondersteuning wordt vooral dicht tegen het sporttechnische ontvangen. Deze vorm van ondersteuning is vaak expertmatig of uitvoerend. De aspecten waar meer procesgerichte ondersteuning bij ontvangen wordt (2e bolletje) wordt minder vaak ontvangen terwijl de behoefte daaraan wel groot is. Vraag is dan ook of de clubs de juiste hulpvraag stellen of dat de beschikbaarheid of bekendheid van het aanbod van procesbegeleiding groot genoeg is. De top 3 ondersteuning lijkt ook vooral weer instrumenteel te zijn maar dit gekoppeld aan een procesbegeleidingsbehoefte doet vermoeden dat clubs ook zelf lijken in te zien dat er meer schuil gaat achter het probleem wat niet zomaar opgelost is. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

17 De volgende stappen Dissemineren opbrengsten wp1, 2 en 3 en vertaling naar competentieprofiel en opleidingsprogramma december 2017 – juni 2018  opleidingstraject voor verenigingsondersteuners en ontwikkeling mooc (massive open online course) t1 juni 2018  meting ontwikkeling sportverenigingen afgelopen seizoen Juni 2018 – december 2018  evaluatie en optimalisatie opleidingsprogramma, competentieprofiel en MOOC + disseminatie/doorwerking richting praktijk Dag van het Sportonderzoek Zwolle

18 Van onderwijsprogramma naar onderzoek naar oplossingen voor de praktijk
1999 – 2011: Onderwijsprogramma Preventieve Organisatiediagnose 2012 – heden: Onderzoek gekoppeld aan onderwijsprogramma 2014 – 2015: eerste stappen richting praktijk (onderzoek verenigingsondersteuning + oprichting VONN) 2016+: op zoek naar oplossingen voor de praktijk (RAAK subsidie) Samen kennis maken; een goede koppeling tussen onderwijs – onderzoek – praktijk! Een belangrijke sleutelrol voor het HBO is hierin weggelegd. Wij ervaren dat we regelmatig als een soort onafhankelijk en neutrale organisatie voor verbinding kunnen zorgen, voelen ons vaak het Zwitserland. Dit brengt zaken wel in beweging. Dag van het Sportonderzoek Zwolle

19 Vragen? Magda Boven m.a.boven@pl.hanze.nl
Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap, Hanzehogeschool Groningen Collega-onderzoekers: Anouk Trooster – Hanzehogeschool Groningen Janine van Kalmthout – Mulier Instituut Utrecht Jan Willem van der Roest - Mulier Instituut Utrecht Bake Dijk – Hanzehogeschool Groningen Hans Slender – Hanzehogeschool Groningen Johan de Jong – Hanzehogeschool Groningen Dag van het Sportonderzoek Zwolle

20 Move to make a difference


Download ppt "Move to make a difference"

Verwante presentaties


Ads door Google