De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het bloed stroomt pathologie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het bloed stroomt pathologie"— Transcript van de presentatie:

1 Het bloed stroomt pathologie
HOOFDSTUK 2

2 Ziekten van het circulatieapparaat
HOOFDSTUK 2 Ziekten van het circulatieapparaat

3 Bouw van het hart 2 boezems (atria) 2 kamers (ventrikels) één septum
sinusknoop AV-knoop kransslagaders Hoe heten de 4 verschillende kleppen?

4 Wat is dit en wat gebeurt er bij elke golf?

5 Algemene symptomen bij ziekten van het hart
- Bleke slijmvliezen - Epileptiforme aanvallen - Flauwvallen - Hoesten - Oedemen - Verminderd uithoudingsvermogen - Dyspnoe (benauwdheid)

6 Dyspnoe met stridor (schrijffout boek):

7 Indeling in vier klassen
Klasse 1: geen klinische verschijnselen Klasse 2: licht verminderd uithoudingsvermogen, hoesten bij sterke inspanning Klasse 3: zwaar verminderd uithoudingsvermogen, hydrops ascites, bij geringe inspanning dyspnoe, ook in rust hoesten Klasse 4: dyspnoe in rust = SPOED!!!

8 Compensatie/decompensatie

9 Compensatie: “terug in balans brengen door aanpassingen”
Bijv. aortastenose: kleiner hartminuutvolume  Hart gaat sneller kloppen  Hartspieren contraheren krachtiger  Hart wordt groter (spier dikker)  daardoor hartminuutvolume weer normaal

10 Compensatie Bij dieren met compensatie:
vaak alleen klachten bij inspanning

11 Decompensatie Na de periode van compensatie komt toch ooit een moment waarop de aanpassingen niet meer voldoende zijn: het hartminuutvolume gaat dan weer dalen

12 Decompensatie Bij dieren met decompensatie:
vaak ook klachten tijdens rust

13 P 26, 27 Gevolgen van decompensatie
BELANGRIJK !!

14 UITLEG pag. 26, 27 Aan de hand van het voorbeeld: AORTASTENOSE

15 UITLEG pag. 26, 27 EERST COMPENSATIE VAN LINKER KAMER

16 WANNEER DECOMPENSATIE VAN
LINKER KAMER OPTREEDT, GAAT ER ONVOLDOENDE BLOED UIT DE LINKER KAMER NOG WEL NORMALE AANVOER VANUIT LONGADERS

17 DUS MEER AANVOER DAN AFVOER UIT
LINKER KAMER: STUWING KLEINE CIRCULATIE

18 HYPERTENSIE (HOGE BLOEDDRUK)
IN DE KLEINE CIRCULATIE ONTSTAAT EEN HYPERTENSIE (HOGE BLOEDDRUK) HIERDOOR CHRONISCHE BRONCHITIS  ‘S NACHTS HOESTEN OEDEEM IN LONGEN  HOESTEN

19 DOOR WELK DEEL VAN HET HART?
DE HOGERE BLOEDDRUK IN DE KLEINE CIRCULATIE MOET OVERWONNEN WORDEN…. DOOR WELK DEEL VAN HET HART?

20 DE RECHTER KAMER !!

21 DUS OOK DE RECHTER KAMER GAAT
COMPENSEREN EN VERVOLGENS DECOMPENSEREN… (hij raakt niet meer kwijt wat hij krijgt aangevoerd) HIERDOOR STIJGT DE DRUK IN?

22 IN DE ADERS VAN DE GROTE CIRCULATIE:
- OEDEEM - STUWING LEVER - VOCHT IN BUIKHOLTE (HYDROPS ASCITES)

23 Hydrops ascites Klotsende geluiden Positieve undulatieproef

24 ENORME HYDROPS ASCITES: BENAUWDHEID

25 OEDEEM

26 Door de zwaartekracht hoopt het oedeem op in
laaggelegen lichaamsdelen waar veel losmazig bindweefsel aanwezig is: mensen: enkels hond: kaak, laagste plaatsen romp

27 GEDECOMPENSEERDE HARTAFWIJKING
WORDT OOK WEL HARTFALEN GENOEMD - ONVOLDOENDE RONDPOMPEN BLOED - NIET GENOEG BLOED LANGS LONGEN - ONVOLDOENDE ZUURSTOF OPNAME

28 ZUURSTOF TEKORT IN LICHAAM !
DUS: ONVOLDOENDE BLOED MET ONVOLDOENDE ZUURSTOF NAAR WEEFSELS ZUURSTOF TEKORT IN LICHAAM ! Hoe neem je dit waar???

29 CYANOSE Cyanotische slijmvliezen: blauwe slijmvliezen
Met uiteindelijk: flauwvallen, epileptische aanvallen sterfte

30 Als het hart onvoldoende bloed rondpompt, wordt
dit ook thv de nieren waargenomen… De nieren reageren hierop met een bloeddruk stijging door slagadervernauwing Dit lijkt in eerste instantie een positief effect, maar….. De linkerkamer moet nu nog harder werken!!!

31 Bij medicamenteuze behandeling van
hartafwijkingen zullen daarom BLOEDDRUKVERLAGENDE (=vaatverwijdende) MEDICIJNEN gegeven worden Bijvoorbeeld: ACE remmers

32 Onderzoeksmethoden hart
Auscultatie Percussie Bloeddrukmeting Bloedonderzoek Echo!!! ECG (electrocardiogram) Röntgenfoto Angiografie

33

34 Echocardiogram !

35

36 Uitleg echo-opname

37 ECG

38

39

40 Voor degenen die nog meer uitleg willen

41 Röntgenfoto

42 Ziekten van het hart

43 1. Aangeboren hartafwijkingen
Persisterende Ductus Botalli (niet leren!) Pulmonalis stenose Aorta stenose Septum defect atrium en ventrikel Mitralis insufficiëntie

44 Persisterende ductus arteriosus Botalli
Verbinding tussen arteria pulmonalis en aorta - Tijdens het foetale leven staat deze open en is longslagader dicht - Bloed stroomt dan niet door de longen maar gaat naar de aorta - De placenta zorgt voor aanvoer zuurstof en afvoer CO2

45 Persisterende ductus arteriosus

46 De foetale circulatie

47 Machinekamergeruis !

48 Therapie: Operatieve sluiting van de ductus

49 Pulmonalis (klep) stenose

50 Pulmonalisklep stenose
Vernauwing aan het begin van de arteria pulmonalis Systolische souffle IC3

51

52 Aorta (klep) stenose

53 Aortastenose Een vernauwing aan het begin van de aorta
 systolische souffle IC4 Plotselinge sterfte!

54 Therapie stenose Via katheterisatie opheffen van de vernauwing
Eventueel eerst medicatie (indien decompensatie)

55 Ventrikel septum defect

56 Atrium septum defect

57 Ventrikel Atrium septumdefect

58 Therapie Soms nauwelijks symptomen
Bij grote defecten eventueel operatief sluiten: duur!!!

59 Tetralogie van Fallot = Combinatie van 4 (tetra) afwijkingen:
Ventrikel septum defect Pulmonaris stenose Persisterende ductus Botalli Afwijkende plaatsing aorta in linker kamer  Oa cyanose bij pasgeboren dier

60 Mitralis insufficiëntie
Niet voldoende sluiten van de kleppen tussen de linker boezem en linker kamer

61 Mitralis insufficiëntie
Fout boek pag. 29 3e regel van mitralis insufficiëntie “bloed terug lopen in het linker atrium”

62 Mitralis insufficiëntie
Hierdoor loopt bloed terug in het linker atrium en vandaar via de longaders naar de longen LONGOEDEEM

63 2. Endocard afwijkingen ENDOCARD:
Gehele binnenbekleding van het hart, inclusief de hartkleppen Met name afwijkingen thv hartkleppen Snel “materiaalmoeheid” door hoge bloeddruk en zware mechanische belasting

64

65 Hartkleppen Weefselbeschadigingen/degeneratie 
porte d’entrée micro-organismen  endocarditis meestal bacterieel: - staphylococcen - streptococcen Bacteriën vaak afkomstig uit mondholte (kieswortelontsteking etc.)

66 Vaak mitralis- en/of tricuspidaliskleppen !
Degeneratie hartkleppen  verbindweefseling (klepfibrose)  verandering van vorm  sluiten niet goed meer: KLEP INSUFFICIENTIE Vaak mitralis- en/of tricuspidaliskleppen ! Bloed lekt terug in atria (boezems)

67 Als de mitralis- en/of de aortaklep niet goed
sluiten wat verwacht je dan voor klachten?

68 Stuwing in de kleine circulatie:
hoesten dyspnoe uithoudingsvermogen 

69 En wat verwacht je bij problemen met de tricuspidalisklep en/of de pulmonalisklep?

70 Stuwing in de grote circulatie:
leverstuwing diarree hydrops ascites

71 Klepfibrose: Vooral kleine hondenrassen b.v. Yorkshire terriers
Vaak vanaf zo’n 5 tot 7 jaar Bij klepafwijkingen hoor je vaak een ruis (souffle)

72 Normale auscultatie hart

73 Mitralis insufficiëntie souffle

74 Mitralis stenose souffle

75 Aorta stenose

76 Therapie bij endocardafwijkingen
Oedeem: diureticum Hoge bloeddruk: bloeddrukverlagend middel Bact. infectie: antibiotica Zuurstof Bronchodilaterend middel Contracties hart stimuleren: b.v. digoxine

77 3. Myocardafwijkingen In het myocard: prikkelgeleidingssysteem
SINUSKNOOP = “gangmaker” Ziekten buiten het hart (andere orgaansystemen, medicijnen, anesthesie, Na, K, Ca) en van het hart zelf kunnen prikkelgeleiding beïnvloeden

78

79 Wat is de normale polsfrequentie van een hond en
kat? Hond Kat

80 Bradycardie Te lage pols Tachycardie Te hoge pols Aritmie
Onregelmatige pols

81 Te laag = lager dan normaal
hond < 60-70 kat < Te hoog = duidelijk hoger dan normaal - Een tijdelijke verhoging door inspanning/stress is namelijk normaal - Hoe ouder een dier, hoe langzamer het hart gaat slaan - Hoe groter een dier (ras), hoe langzamer het hart slaat

82 Bradycardie Onvoldoende zuurstof transport
Organen in zuurstof nood (hersenen!) Oorzaken: niet uit het hoofd leren, wel weten dat het oorzaken buiten het hart en oorzaken in het hart kunnen zijn.

83 Bradycardie Symptomen: - soms geen symptomen - sloomheid
- slecht uithoudingsvermogen - flauwvallen - epileptische aanvallen - sterfte

84 Bradycardie Therapie: afhankelijk van oorzaak evt. pacemaker

85

86 Tachycardie Kamers krijgen niet de tijd zich te vullen 
elke slag pompt maar weinig bloed in circulatie  onvoldoende zuurstof naar organen (ook te weinig zuurstof in hart!) Hart put zichzelf uit en krijgt ook nog te weinig zuurstof  afsterven hartspiercellen

87 Een tachycardie die ontstaat bij opwinding en inspanning noemen we een FYSIOLOGISCHE tachycardie
Een tachycardie die niet normaal is, noemen we een PATHOLOGISCHE tachycardie Verder niet kennen (fout in boek onderaan p32: hypERthyreoïdie)

88 Aritmie Pols is onregelmatig De contracties zijn dus ongecoördineerd 
onvoldoende vulling ventrikels

89 Aritmie Respiratoire aritmie Atriumfibrillatie Ventrikelfibrillatie

90 Respiratoire aritmie Normaal bij de hond REGELMATIGE ONREGELMATIGHEID
De pols versnelt bij inademing en vertraagt bij uitademing

91 Atriumfibrillatie Ernstige afwijking myocard
Ongecoördineerd samentrekken atria Ventrikels vullen zich niet goed en trekken te snel samen ONREGELMATIGE ONREGELMATIGHEID

92 Atriumfibrillatie Symptomen verminderd uithoudingsvermogen snelle AH
benauwdheid Therapie elektrische schok (specialistisch/duur) vertragen ventrikelcontracties (digoxine)

93 Ventrikelfibrillatie
De kamers trekken ongecoördineerd samen Geen normaal ECG meer Kamers pompen geen bloed meer rond: gevaarlijk ONREGELMATIGE ONREGELMATIGHEID

94 Normaal ECG

95 Ventrikelfibrillatie
Therapie hartpuntstoot (klap op borst thv hart) hartmassage adrenaline intracardiaal indien door narcose veroorzaakt: anesthesie stoppen, O2 toedienen

96 Hartblok p34 niet kennen Lijstje van oorzaken op pag. 35 niet kennen Indeling in congestieve en hypertrofische cardiomyopathie op pag. 35: WEL kennen

97 Cardiomyopathie Hartspierziekte
Ventrikels kunnen bloed niet goed in de slagaders pompen Ventrikels worden niet goed gevuld vanuit de atria Slecht functioneren van het hart hierdoor Indien geen oorzaak te vinden: primaire cardiomyopathie Wel een onderliggende oorzaak: secundaire cardiomyopathie

98 Congestieve cardiomyopathie
Ventrikels te wijd, wand te dun Ook wel dilaterende cardiomyopathie genoem

99 Hypertrofische cardiomyopathie
De wand van de ventrikels is enorm verdikt, de inhoud van de kamer is veel te klein geworden Het bloed staat als het ware stil  stolling! Klontertjes bloed in circulatie: trombose

100 Hypertrofische cardiomyopathie
1. Gewone spier 2. Verdikte spier 3. Linkerkamer 4. Verdikt septum 5. ABNORMAAL 6. Linkerkamer 7. Aortaklep 8. NORMAAL

101

102 Restrictieve cardiomyopathie
Verbindweefseling van het endocard en myocard Weinig rek meer, dus geen uitrekkingsmogelijkheid Weinig bloed van atria naar ventrikels

103

104 Honden meestal CONGESTIEVE vorm Katten alle drie vormen BELANGRIJKSTE BIJ KAT IS DE HYPERTROFISCHE VORM

105 Hypertrofische cardiomyopathie kat met trombose
Kat met pijnlijke verlamming achterhand door trombose van de a. femoralis Symptomen van rechtsdecompensatie (dyspnoe, hoesten, snelle ademhaling)

106 Therapie HCM kat - Atenolol Atenolol (een  ß-blokker) verlaagt de hartfrequentie en versterkt de kracht van het pompen van het hart, waardoor verdere verdikking van de hartspier voorkomen wordt. - Fortekor Fortekor (een ACE-remmer) verwijdt de bloedvaten (BD ) en verlaagt zo de belasting voor het  hart. De organen en dan met name het hart en de nieren worden zo beter doorbloed. - Acetylsalicylzuur Dit voorkomt het optreden van bloedstolsels.

107 Myocardinfarct Frequent bij mensen Zeldzaam bij honden en katten

108 4. Pericard afwijkingen Pericard overvulling

109 Pericardovervulling Te veel vocht tussen de bladen van het pericard
Hart kan zich niet goed uitzetten om weer te vullen Gevolg: stuwing grote circulatie  hydrops ascites, diarree Meestal geen oorzaak te vinden

110 Medicijnen bij ziekten van het hart
Meestal levenslang: eigenaar uitleggen! Regelmatige controles - aanpassen dosering medicatie - veranderen van medicatie

111 Ziekten van de bloedvaten en de lymfevaten
Kennen: trombose, embolie, infarct, lymfangiëctasie, lymfangitis/lymfadenitis Lymfangitis = ontsteking lymfevat; lymfadenitis = ontsteking lymfeknoop

112 Tumoren van de bloedvaten
Alleen kennen: Hemangio(sarco)om van de lever of milt Heel fragiele tumoren, gaan makkelijk kapot: doodbloeden dier!!!

113 Hypertensie Verhoogde bloeddruk Vaak secundair (tgv andere aandoening)
Therapie: - medicijnen: ACE remmers, B- blokkers - natriumarm dieet

114 Shock !!!! Goed kennen !!!! Vaak voorkomend
Reeds vaker behandeld (EHBO): nu zelfstudie

115


Download ppt "Het bloed stroomt pathologie"

Verwante presentaties


Ads door Google