Week 1 (les 2) P&O.

Presentatie over: "Week 1 (les 2) P&O."— Transcript van de presentatie:

1 Week 1 (les 2) P&O

2 Wat gaan we vandaag doen?
Bespreken huiswerk les 1 (hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de theorie) Stukje herhalen 1.3 Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties SER Productschappen Bedrijfschappen 1.4 Privaatrechtelijke bedrijfsorganisaties Werknemersorganisaties Werkgeversorganisaties Brancheorganisaties 1.5 Voorlichtende instanties 1.6 Vergunningverlenende instanties 1.7 Controlerende instanties

3 Verschil Wat is nu het verschil in publiekrecht en privaatrecht?
Bij publieksrechtelijke bedrijfsorganisaties; Speelt de overheid een rol Bij privaatrechtelijke bedrijfsorganisaties; Komt tot stand met initiatieven buiten de overheid om

4 Publieksrechtelijke bedrijfsorganisaties

5 SER SER – Sociaal Economische Raad.
Is door de ‘Wet op de bedrijfsorganisatie’ opgericht. SER biedt een platform om sociaal-economische vraagstukken te bespreken. In de SER werken onafhankelijke kroonleden, werkgevers en werknemers.

6 Taken SER Advisering regering op sociaal economisch terrein, gevraagd en ongevraagd De uitvoering van een aantal wetten die voor het bedrijfsleven belangrijk zijn, valt onder de medebewindstaken van de SER. niet alleen de bijzondere belangen behartigen van het bedrijfsleven (zowel werkgevers als werknemers), maar ook het bedrijfsleven stimuleren om altijd het algemeen belang in het oog te houden (zelfregulering).

7 Productschappen Een Nederlandse publiekrechtelijke organisatie van de bedrijven die eenzelfde grondstof in opeenvolgende stadia bewerken.

8 Bedrijfsschappen Een bedrijfsschap is een belangenvereniging voor een bepaalde branche, d.w.z.: voor bedrijven met eenzelfde functie in het economische leven.

9 Het verschil tussen product- en bedrijfschappen Er zijn twee soorten schappen: product- en bedrijfschappen. Productschappen zijn er voor bedrijven die zich met hetzelfde product bezighouden, van grondstof tot eindproduct (zoals bij het Productschap Vee en Vlees: 'van fok tot kok'). Bedrijfschappen zijn er voor bedrijven met eenzelfde functie in het economische leven, zoals alle bedrijven in de detailhandel en alle bedrijven in de horeca.

10 Privaatrechtelijke bedrijfsorganisaties

11 Privaatrechtelijke bedrijfsorganisaties
Privaatrechtelijke bedrijfsorganisaties zijn organisaties die niet door de overheid zijn ingesteld maar door het bedrijfsleven zelf. Werknemersorganisaties Werkgeversorganisaties Brancheorganisaties

12 Werknemersorganisatie
Valt onder privaatrechtelijke organisatie Ook wel vakbonden Behartigen de belangen van leden, van groepen van het personeel of het hele personeel.

13 Wernemersorganisaties
Bij CAO-onder-handelingen of massa-ontslagen spelen de bonden aangesloten bij de vakcentrales de belangrijkste rol. Zij sluiten de CAO’s.

14 Werkgeversorganisatie
Voor ondernemers Adviserende rol voor aangesloten leden en behartigen van belangen bij de overheid

15 Brancheorganisaties Een brancheorganisatie is een bundeling van meerdere bedrijven uit één branche. Zo'n organisatie, kan verschillende doelen nastreven zoals: de behartiging van de collectieve belangen van de aangesloten leden, en de behartiging van individuele belangen van leden. Daartoe verrichten zij activiteiten als lobby, CAO-onderhandeling, het opzetten van innovatieprojecten, het geven van juridisch advies, het organiseren van bijeenkomsten, collectieve inkoop, etc.

16 Brancheorganisatie

17 Overige instanties Voorlichtende instanties
Vergunningverlenende instanties Gemeente KvK Arbeidsinspectie Controlerende instanties Waaronder ook de arbeidsinspectie

18 Opdrachten Heb jij opgelet deze les?! Maak de opdrachten van wikiwijs