Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdErik Martens Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
Werkgroep Lucht , 22 september 2017
2
Kader Code van Goede Praktijk
Referentietaak Drie ambities = drie principes Principe 1 Uniforme aanpak door de labo’s: staalname, verwerking resultaten en rapportering Principe 2 Staalname en verwerking resultaten conform Vlarem II Principe 3 Praktisch, technisch en economisch haalbaar Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
3
DEFINITIE BATCH PROCES
Kenmerken (o.a. op basis van antwoorden van de enquête) Repetitief karakter herhaald productieproces met als output een (half)afgewerkt product Discontinu proces (vs continu proces) Beperkt in de tijd duidelijke start en stop tijdsduur vaak ± dezelfde (niet noodzakelijk) tussenperiode tussen opeenvolgende batchen Wisselend emissiepatroon Concentraties niet constant , volumedebiet wel/niet constant T, druk en watergehalte wel/niet constant periodes van niet “effectieve emissies” verschillende polluenten verschillende productiestappen/deelprocessen aard polluenten wel dezelfde binnen deelprocessen Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
4
Vier types BATCH PROCESsen, vanuit insteek volumedebiet
Vier verschillende types Type 1 batchproces zonder deelprocessen met constant volumedebiet Type 2 batchproces zonder deelprocessen met een wisselend volumedebiet Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
5
Vier types BATCH PROCESsen, vanuit insteek volumedebiet
Vier verschillende types Type 3 batchproces met deelprocessen met een constant volumedebiet per deelproces Type 4 batchproces met deelprocessen met een variabel volumedebiet in 1 of meer deelprocessen Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
6
Vlarem II Relevante wetgeving Definitie referentieperiode; vandaag
“referentieperiode": in principe een uur, behalve voor metingen bij discontinue produktie-activiteiten (batch-procedés), waarvoor de tijdsduur van de activiteit (batch) met een max. van 4 uur dient genomen” Voorstel wijziging in Vlarem trein 2017 "referentieperiode": in principe een uur, behalve voor metingen bij discontinue productie-activiteiten (batchprocedés), waarvoor als referentieperiode de tijdsduur van de activiteit (batch) waarbij effectief emissies optreden, met een max. van 4 uur geldt;” Reden voor voorstel wijziging Periodes zonder “effectieve emissies” niet meepakken in de bepaling van de resultaten Definitie “effectieve emissies”? Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
7
Vlarem II artikel 4.4.4.3 Relevante wetgeving
Voor het bepalen van een meetwaarde kunnen de volgende bemonsteringsmethoden worden aangewend: continue bemonstering gedurende de volledige referentieperiode; bemonstering gedurende een aantal opeenvolgende tijdsintervallen van één uur die de volledige referentieperiode omvatten; de meetwaarde overeenstemmend met de beschouwde referentieperiode wordt daarbij berekend als het tijdgewogen rekenkundige gemiddelde van de verschillende metingen; Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
8
Vlarem II artikel 4.4.4.3 (Voorstel Vlarem trein 2017)
Relevante wetgeving Vlarem II artikel (Voorstel Vlarem trein 2017) Voor het bepalen van een meetwaarde kunnen de volgende bemonsteringsmethoden worden aangewend: 3. discontinue bemonstering, tijdens de referentieperiode, waarbij de monsternemingsduur van de verschillende bemonsteringen ten hoogste een factor 2 mag verschillen. De meetwaarde overeenstemmend met de beschouwde referentieperiode wordt daarbij berekend als het tijdgewogen rekenkundige gemiddelde van de verschillende metingen. In dat geval wordt afhankelijk van de toegepaste monsternemingsduur ten minste het volgende aantal monsters genomen: Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
9
minimum aantal monsters
Relevante wetgeving Vlarem II artikel (Voorstel Vlarem trein 2017) Voor het bepalen van een meetwaarde kunnen de volgende bemonsteringsmethoden worden aangewend : monsternemingsduur minimum aantal monsters a) voor een referentieperiode van 1 uur: < 2,5 minuten 4 2,5 tot 15 minuten 3 15 tot 30 minuten 2 30 minuten tot 1 uur 1 b) voor referentieperioden die langer dan 1 uur duren: < 15 minuten 15 tot 60 minuten 1 tot 2 uur 2 uur of meer c) VOOR BATCHPROCEDÉS DIE MINDER DAN 1 UUR DUREN: HET AANTAL MONSTERS, VERMELD IN PUNT A). ALS HET BATCHPROCES TE KORT IS VOOR HET UITVOEREN VAN EEN GEPAST AANTAL BEMONSTERINGEN, WORDT BEMONSTERD GEDURENDE VERSCHILLENDE OPEENVOLGENDE BATCHES. Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
10
Vlarem II artikel 4.4.4.3 (Voorstel Vlarem trein 2017)
Relevante wetgeving Vlarem II artikel (Voorstel Vlarem trein 2017) Bijkomende bepalingen: De monsternemingsduur of frequentie wordt zo nodig verhoogd als men met de aangegeven monsternemingsduur of frequentie niet tot een betrouwbaar eindresultaat komt. De referentieperiode kan worden opgesplitst in de tijd in verschillende periodes van ten minste 1 uur als dat vereist is om tot een representatief eindresultaat te komen. De uitvoerder van de metingen verifieert dat de gekozen monsternemingsduur en meetfrequentie en in voorkomend geval het opsplitsen in de tijd een representatief gemiddelde oplevert voor de voorgeschreven referentiemethode Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
11
Bepaling meetstrategie ; grote lijnen
Grondige kennis van het proces voor aanvang van metingen communicatie met exploitant ingedeelde inrichting of activiteit/milieuvergunning welke EGW gelden : algemene, sectorale, bijzondere ? duidelijke procesbeschrijving duur van batchproces: constant of wisselend te onderscheiden deelprocessen debieten en concentraties; constant of variërend aard polluenten en randparameters T, P , watergehalte ; constant of variërend Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
12
Bepaling meetstrategie : grote lijnen
Onderscheid op basis van aard van meetmethodiek en parameter: 3 gevallen Parameters continu meet- en logbaar Voorbeelden : TOC, SO2, CO, NOX, Parameters via surrogaatparameter (SuPa) continu op te volgen voorbeeld; VOC’s continu op te volgen via TOC meting Parameters discontinu te meten en analyse nadien in labo Voorbeelden; stof, HCl, HF, ZM Onderliggende vereiste; debiet continu meet- en logbaar of constant debiet op basis van proceskennis Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
13
Bepaling meetstrategie : grote lijnen
Onderscheid op basis van aard van de meetmethodes en parameters Parameters continu meet- en logbaar continue meting van debiet (of constant) Berekening van (bv) minuutgemiddelde waarden van massadebiet = concentratie (c ) * volumedebiet (v) Effectieve emissie; alle waarden boven een bepaalde threshold bv 10% van maximale waarde c*v : te streng? bv 10 % van gemiddelde waarde c*v : te soepel ? bv volumedebiet > bepalingslimiet : te soepel ? Debietgewogen uitmiddeling van concentratie over periodes van effectieve emissies Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
14
Bepaling meetstrategie : grote lijnen
Onderscheid op basis van aard van de meetmethodes en parameters Parameters via Supa continu te meten; bv. VOC via TOC continue meting van SuPa en van debiet (of constant) discontinue meting van VOC’s via patroontjes met ≠ scenario’s start en stop pomp bij op- en afslaan ventilator; voorkeur staalname loopt door : volume verrekenen ~ periode van effectieve emissies Mogelijke fouten; kleine emissies worden bijgeteld bij periode van effectieve emissie Indien ≠ deelprocessen met ≠ debieten; meerdere patroontjes of debietgewogen staalname Indien ≠ deelprocessen met ≠ componenten; meerdere patroontjes Berekening van minuutgemiddelde waarden van massadebiet = concentratie SuPa * volumedebiet Debietgewogen uitmiddeling van concentratie over periode van effectieve emissie Bij schommelende debieten ; gemiddelde debiet Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
15
Bepaling meetstrategie : grote lijnen
Onderscheid op basis van aard van de meetmethodes Parameters discontinu te meten met nadien analyse/weging Geen verplichte online meting via bv FTIR Continue meting van debiet (of constant) Periodes van “effectieve emissies” op basis van grondige proceskennis en/of op basis van “volumedebiet” (ventilator op of af) Bij eerste meting validatie van periodes zonder “effectieve emissies” vier scenario’s analoog Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
16
Bepaling meetstrategie
Onderscheid tussen algemene/sectorale en bijzondere emissiegrenswaarden Sectorale en bijzondere milieuvergunningsvoorwaarden: doorgaans onafhankelijk van massadebiet Algemene grenswaarden van bijlage gelden bij overschrijding van een bepaalde drempelwaarde Het massadebiet wordt bepaald door de effectieve uitstoot binnen een uur. gedurende 10 minuten een uitstoot van 100mg/Nm3 (concentratie) en een volumedebiet van 1000Nm3 (ogenblikkelijk volumedebiet). De overige 50 minuten is er geen volumedebiet. Ogenblikkelijke massadebiet is dan 100*1000= 100 g/uur Reële massadebiet = 100*1000/6= 16,6 g/uur Code van Goede Praktijk Batch processen: kader
17
Vragen Voettekst invulling
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.