Tool WD-1: Vergelijken van opdrachten

Presentatie over: "Tool WD-1: Vergelijken van opdrachten"— Transcript van de presentatie:

1 Tool WD-1: Vergelijken van opdrachten
Beroepscontext Hoe gebruiken we opdrachten om verbinding met de beroepscontext te maken? Tool WD-1: Vergelijken van opdrachten © 2016 mascil project (G.A. no ). Lead partner University of Nottingham; CC-NC-SA 4.0 license granted. The project mascil has received funding from the European Union’s Seventh Framework Programme (FP7/ ).

2 Overzicht Doel: Nadenken over hoe en hoe goed, opdrachten authentiek zijn aan een werkomgeving. We zullen: Een specifieke opdracht bespreken; Twee andere taken vergelijken. Met deze activiteit verkent u drie Engelstalige opdrachten, twee uit de MaSciL-database en een van het Nationale STEM Centre (GB). Docenten verkennen de opdrachten en denken na over hoe, en hoe goed, deze opdrachten leerlingen ervaringen bieden die gezien kunnen worden als authentieke ‘beroeps-achtige’ activiteiten.

3 Op de schroothoop Denk na over de volgende vragen:
Hoe verhoudt deze context zich volgens u tot de beroepenwereld? Op welke manieren kunt u uw leerlingen stimuleren om het belang van deze context voor de realiteit te waarderen? Welke rol neemt de leerling op zich wanneer hij deze opdracht maakt? Is het belangrijk dat leerlingen zich bewust zijn van de rol die ze op zich nemen? Zou u deze opdracht in de klas gebruiken om verbanden tussen schoolnatuurwetenschappen en de beroepscontext duidelijk te maken? Zou u deze gebruiken in uw ‘gewone’ lessen zonder de nadruk te leggen op de connectie met de beroepscontext? Bespreek met de hele groep hoe de opdracht aansluit op de beroepscontext en op welke manieren de leerlingen mogelijk te werk zullen gaan met dit deel van de opdracht. U kunt een aantal of alle van de volgende vragen naar behoefte gebruiken: Hoe verhoudt deze context zich volgens u tot de beroepenwereld? Op welke manieren kunt u uw leerlingen stimuleren om het belang van deze context voor de realiteit te waarderen? (De groep kan bijvoorbeeld suggereren om de leerlingen foto’s of video’s te tonen van industriële contexten waarbij roest een gevaar is); Welke rol neemt de leerling op zich wanneer hij deze opdracht maakt? (In deze versie van de opdracht werkt de leerling zoals ‘normaal’ in de les); Is het belangrijk dat leerlingen zich bewust zijn van de rol die ze op zich nemen? Zou u deze opdracht in de klas gebruiken om verbanden tussen schoolnatuurwetenschappen en de beroepscontext duidelijk te maken? Zou u deze gebruiken in uw ‘gewone’ lessen zonder de nadruk te leggen op de connectie met de beroepscontext?

4 Twee andere opdrachten
Waterkwaliteit: Zwemmen zonder risico? Voyager goes interstellar. Vraag docenten om in duo’s te werken en na te denken over barrieren en dillema’s in hun eigen lespraktijk. Laat ze hun antwoorden eventueel opschrijven op een handout.

5 Twee andere opdrachten
Vergelijk de twee opdrachten: Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? Schrijf antwoorden op de handout. In kleine groepen, vergelijken docenten de opdrachten op het gebied van hun relatie met de beroepscontext. Vraag ze om hun antwoorden op onderstaande vragen te noteren. Maak hiervoor eventueel een hand-out. Welke van deze opdrachten ligt het dichtst bij de beroepscontext? Waarom? Welke opdracht zou waardevoller zijn in het bij leerlingen benadrukken van hoe de natuurwetenschappelijke vakken op school verband houden met de beroepscontext? Welke context zal uw leerlingen het meest aanspreken, en waarom? Hoe zou u hun interesse optimaal kunnen benutten om ze betrokken te krijgen bij natuurwetenschappen in het algemeen? Welke context is authentieker? Doet dat ertoe? Welke activiteit zou het beste zijn voor het lesgeven in natuurwetenschappen? Welke is het beste voor het betrokken krijgen van uw leerlingen? Welke is authentieker, en doet het ertoe? Handout engels:

6 Finishing off Kies een opdracht met een beroepscontext en maak samen een onderzoeksvraag, die jullie willen beantwoorden.. Voer de opdracht in de klas uit en reflecteer op: Hoe het is gegaan Wat jij en leerlingen geleerd hebben Vraag de docenten om een opdracht te kiezen (mag overal vandaan, maar het moet leerlingen de ruimte bieden om de link te leggen met de beroepscontext) welke zij zouden willen gebruiken met hun leerlingen. Laat de groep kan samen een of meer (onderzoeks)vragen opstellen die zij zouden willen beantwoorden over het gebruik van de opdrachten die zij gekozen hebben (bijvoorbeeld; ‘op welke manieren raken de leerlingen betrokken bij de context?’). Vraag de docenten de opdracht in de klas uit te voeren en observaties te noteren die hen in staat stellen om de (onderzoeks)vraag te beantwoorden. Vraag hen zich erop voor te bereiden om over hun bevindingen te rapporteren in de volgende bijeenkomst. Wanneer ze verslag uitbrengen, is het niet de bedoeling dat ze alleen reflecteren op ‘hoe het ging’, maar ook op wat ze denken dat de leerlingen geleerd hebben en wat zijzelf geleerd hebben