De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De toekomst van de pensioenen. Herstel de 1ste pijler.

Verwante presentaties


Presentatie over: "De toekomst van de pensioenen. Herstel de 1ste pijler."— Transcript van de presentatie:

1 De toekomst van de pensioenen. Herstel de 1ste pijler.
Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Tom Strengs - 19/04/ :40 De toekomst van de pensioenen. Herstel de 1ste pijler. Jozef Pacolet HIVA – Onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving, Katholieke Universiteit Leuven Brussel, CD&V senioren 17 oktober 2017

2 Context Wij zijn een rijk land
Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Tom Strengs - 19/04/ :40 Context Wij zijn een rijk land Wij hebben een goede sociale bescherming En wensen dat zo te houden Maar het kan en moet nog verbeterd worden

3 Een babyboom en een bevolkingsboom

4 Het begint met demografie: 1995-2015 de grootste na-oorlogse bevolkingsboom
Source: SCcV and Ageing Report

5 Wij zijn en blijven een rijk land

6 Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Tom Strengs - 19/04/2010 - 15:40
Wij zijn een rijk land, en blijven dat ook: groei BBP (prijzen van 2008) Source: NBB 7

7 Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Tom Strengs - 19/04/2010 - 15:40
Wij zijn een rijk land, en blijven dat ook: groei BBP (prijzen van 2016) Source: NBB 7

8 Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Tom Strengs - 19/04/2010 - 15:40
Wij zijn een rijk land, en blijven dat ook: groei BBP per capita, (prijzen van 2008) Source: NBB 8

9 Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Tom Strengs - 19/04/2010 - 15:40
Wij zijn een rijk land, en blijven dat ook: groei BBP per capita, (prijzen van 2016) Source: NBB 8

10 Een ‘flash back’: wat betekent in reële termen?

11 Back to the future: de toekomstverwachtingen vertellen ons dat die welvaart zal blijven toenemen
25 years to go from to Source: SCcV and Ageing Report

12 Na de financiële crisis van 2008 realiseren wij ons dat de groei ook kan haperen(2007 = 100)
Source: Eurostat database

13 Sociale bescherming: uitgaven voor de verschillende takken van de verzorgingsstaat, : bleven redelijk op peil Source: Eurostat database

14 En nu de toekomstige kosten van de vergrijzing

15 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

16 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

17 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

18 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

19 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

20 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

21 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

22 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

23 7. Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

24 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

25 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

26 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

27 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

28 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 12,7 15,1 128 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,9 24,9 125 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.445 8.539 213 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.315 14.081 208 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 27.685 42.471 156 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 6.402 13.219 230 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 33.874 55.776 172 Rest van het bbp per capita 28.299 28.598 43.333 153 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.262 56.793 165 Verhouding evolutie resources +65/65- 1,04 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

29 Wat zit er werkelijk achter die kost van de vergrijzing
AWG 2015 (prijzen 2013) 2013 2020 2060 index 2060 bbp per capita in EUR 34.054 35.000 56.552 166 Gezondheidszorg als % van het bbp 6,0 5,9 6,1 102 Langdurige zorg (LZ) als % van het bbp 2,1 2,3 3,7 176 Totaal gezondheid + LZ als % van het bbp 8,1 8,2 9,8 121 Gezondheidszorg per capita in EUR 2.043 2.065 3.450 169 LZ per capita in EUR 715 805 2.092 293 Totaal gezondheid + LZ in EUR 2.758 2.870 5.542 201 bbp- gezondheid en LZ, per capita, in EUR 31.295 32.130 51.010 163 Pensioenen als % van het bbp 11,8 13,0 110 Pensioenen + gezondheid + LZ als % van het bbp 19,9 20,0 22,8 115 Pensioenen in EUR per capita 4.018 4.130 7.352 183 Pensioenen + gezondheid + LZ per capita in EUR 6.777 7.000 12.894 190 bbp - pensioenen – gezondheid – LZ, per capita 27.277 28.000 43.658 160 Personen boven de 65 als % van de totale bevolking 17,7 18,9 23,7 134 Vergrijzingskost van 65+ in EUR per capita 5.755 5.968 11.169 194 Vergrijzingskost in EUR per persoon boven de 65 32.514 31.574 47.127 145 Rest van het bbp per capita 28.299 29.033 45.383 Rest van het bbp per persoon onder de 65 34.385 35.798 59.480 173 Verhouding evolutie resources +65/65- 0,84 Source: Own calculations on European Commission, Ageing Report 2009, 2012 en 2015

30 De verzorgingsstaat is niet een deel van het probleem maar een deel van de oplossing

31 ‘Can we afford to grow old’: yes, we can
Wij zijn en blijven een rijke economie, en moeten dat ook nastreven want economische vooruitgang gaat samen met sociale en maatschappelijke vooruitgang De kosten voor sociale bescherming in de toekomst zijn niet buitensporig hoog Niet ‘It is the economy, stupid’ maar ‘it is the welfare state, stupid’ De zorgsector wordt de sector van de toekomst, voor overigens alle mogelijke beroepen Wij moeten ons niet laten meesleuren door FUD: ‘fear, uncertainty and doubt’

32 Mogelijkheden om het pensioen te verzekeren
Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Tom Strengs - 19/04/ :40 Mogelijkheden om het pensioen te verzekeren Repartitie of kapitalisatie Drie mogelijkheden: premie verhogen, pensioenleeftijd verhogen (verhouding actieven/niet actieven) of pensioen verminderen Andere mogelijkheden: nataliteitspolitiek of migratie Doorgaans kiest men voor een drie-pijler stelsel 1ste pijler wettelijk stelsel, meestal op basis van repartitie 2de pijler, pensioenfondsen en groepsverzekeringen 3de pijler individueel pensioensparen, voorzorgsparen Maar nergens staat wat de precieze verhouding moet zijn tussen die drie stelsels Er is ook een vierde en vijfde pijler denkbaar

33

34

35 Optrekken wettelijke pensioenleeftijd toen en nu
Verandering wettelijke pensioenleeftijd

36 Optrekken wettelijke pensioenleeftijd toen en nu
Verandering wettelijke pensioenleeftijd

37 De eerste pijler is gedegradeerd tot een overigens niet zo slecht basisstelsel
De netto vervangingsratio, rekening houdend met de gunstige fiscaliteit, is voor de laagste inkomens 84%, voor de midden inkomensgroep 73% en voor de hoge inkomens 59%. Naar de toekomst toe daalt die vervangingsratio verder, ondermeer onder invloed van de loonplafonds De minima zijn geleidelijk verbeterd maar flirten nog steeds rond de armoedegrens Het armoederisico bij de pensioen blijft hoog maar daalt Maar een goed wettelijk pensioen moet meer zijn dan een basisstelsel: ‘designed for the poor is poorer by design’

38 Niveau van de minima in de pensioenen
Bron: Commissie Vergrijzing, Jaarlijks verslag 2017

39 Armoederisico Bron: Commissie Vergrijzing, Jaarlijks verslag 2017

40 Armoederisico Bron: Commissie Vergrijzing, Jaarlijks verslag 2017

41 Armoederisico in de toekomst
Bron: Commissie Vergrijzing, Jaarlijks verslag 2017

42 Gelijkgestelde perioden werknemers
Bron: H. Peeters, G. Van Camp, Het belang en de samenstelling van gelijkgestelde periodes in de drie pensioenstelsels, 2017

43 Gelijkgestelde perioden zelfstandigen
Bron: H. Peeters, G. Van Camp, Het belang en de samenstelling van gelijkgestelde periodes in de drie pensioenstelsels, 2017

44 Samenstelling gelijkgestelde perioden werknemers en zelfstandigen
Bron: H. Peeters, G. Van Camp, Het belang en de samenstelling van gelijkgestelde periodes in de drie pensioenstelsels, 2017

45 Argumentatie voor de 2de pijler: paragraaf 17
Argumentatie voor de 2de pijler: paragraaf 17.2 op pagina 172 van het rapport Commisie Pensioenhervorming 17.2. Op het niveau van de samenleving bestaat de beste financieringsstrategie voor een pensioensysteem uit een combinatie van repartitie en kapitalisatie. Dergelijke combinatie betekent dat een diversificatie tot stand komt van risico’s die verschillend zijn: ongunstige demografische ontwikkelingen, zoals een opaboom, en ongunstige economische ontwikkelingen van de nationale economie vormen belangrijke risico’s in een repartitiesysteem; ongunstige financiële rendementen, en onvoorziene inflatie vormen mogelijke risico’s bij kapitalisatie. Een verlenging van de gemiddelde levensverwachting vormt een risico in beide systemen. Zo bekeken, is er een natuurlijke complementariteit tussen repartitie en kapitalisatie. Daarnaast is de intergenerationele dynamiek van repartitie en kapitalisatie verschillend. Al deze argumenten pleiten voor het gelijktijdig en complementair inzetten van repartitie en kapitalisatie als financieringstechniek.

46 In werkelijkheid ziet de 2de pijler er zo uit
Steeds meer mensen genieten van een tweede pijler, maar voor velen is het omgerekend naar een rente redelijk mager: in 2010 was het voor 30% van de mannen en bijna 50% van de vrouwen beneden de 100 euro per maand. Tweede pijler komt ondanks decennialange inspanningen niet van de grond Toch blijft men wedden op dit paard: bijvoorbeeld ook voor de lokale besturen, voor de zelfstandigen Pensioenfondsen zijn de beste formule maar zijn nog altijd amper 5% van het BBP en zijn één van de laagste in de OESO-landen Samen met de groepsverzekeringen zijn zij amper 15 % van het BBP De overheid vraagt de sociale partners, die aanvaardden, om het minimumrendement, gezien de situatie in de financiële markten, …verder te verlagen De minister van pensioenen heeft in het zomerakkoord ‘een idee om nu een vrij aanvullend pensioen te voorzien dat zou gefinancierd worden door middel van bijdragen die door de werkgever op vraag van de werknemer van het loon worden ingehouden’ De wanhoop nabij?

47 Belang gekapitaliseerde pensioenstelsels in Europa

48 Belang gekapitaliseerde pensioenstelsels in Europa: aanzienlijke bijdragen in tweede en derde pijler

49 Belang gekapitaliseerde pensioenstelsels in Europa: tanend?

50 En de 3de pijler? De 3de pijler heeft geen genade in de ogen van de pensioenexperten: het is sparen; zij stellen voor de middelen te gebruiken voor een gekapitaliseerde 1ste pijler bis Wij waren er in het verleden al tegen, maar toch heeft het meer genade in onze ogen omdat het democratischer verspreid is; men had er in het verleden ook een uitkeerbaar belastingkrediet er kunnen van maken Maar de inspanningen van de huidige minister van financiën (meer sparen, maar minder fiscaal voordeel) tonen aan dat de grenzen zijn bereikt; en misschien is het fiscaal voordeel net voldoende om de commissie van de banken te compenseren Ook Groen wenst het te gebruiken om zijn pensioenhervorming te financieren Telkens blijkt: er is geen gratis lunch

51 Ondertussen: wat met het ambtenarenpensioen?
Komt steeds meer onder druk Reductie pensioenbonus Gelijkstelling van studiejaren afgeschaft Berekening op basis van laatste 10 jaar in plaats van 5 Voorstellen om het in te perken tot een beperktere groep Is in feite een combinatie van een 1ste en 2de pijler Zal meer en meer verdwijnen als referentiepunt voor een volwaardig pensioen

52 Voorstel Stop de erosie van het wettelijk stelsel: stop de ‘privatisation by default of the public system’ De tweede en derde pijler hebben hun kans gehad: ‘default of the private system invites for a new socialisation’ Maak van de eerste pijler een volwaardige pensioenverzekering voor alle inkomensgroepen Er is geen gratis lunch Wij stellen een ‘stand still’ (als die er al niet is) te organiseren in al die formules van tweede en derde pijler en zich te focussen op het herstel van de eerste pijler, door de minima te verbeteren maar ook de plafonds op te trekken opdat ook de middengroepen zich goed verzekerd voelen door het wettelijk stelsel. Vroeg of laat kan men hiervoor de wettelijke pensioenbijdragen verhogen, middelen die men anders ook zou moeten vinden voor een tweede of derde pijler

53 Pleidooi voor een hoogwaardige sociale bescherming: de Lucas-optie
Lucas 6,38: ‘Geef en u zal gegeven worden: een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat zal men u in de schoot storten. De maat die gij gebruikt zal men ook voor u gebruiken’

54 Referenties en contact
Pacolet J., (2017), Groei en verdeling. De Lucas-optie, Afscheidscollege 18 september Pacolet J., Vanormelingen J. & De Coninck A. (2014), Tempus Fugit. Een aggiornamento van toekomstverkenningen voor de zorgberoepen in de Vlaamse Gemeenschap, Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Leuven,207 p. Pacolet, J. en De Wispelaere F., De staat van de verzorgingsstaat in België omstreeks 2015 (2015), Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 2015/4 Pacolet, J., & De Coninck A. (2015) Financiering van de residentiële ouderenzorg. Het perspectief van de voorzieningen, Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Rapport 31, Leuven, 195 blz. Contact: (016/ )


Download ppt "De toekomst van de pensioenen. Herstel de 1ste pijler."

Verwante presentaties


Ads door Google