Over lesbrieven, inhoud en vorm

Presentatie over: "Over lesbrieven, inhoud en vorm"— Transcript van de presentatie:

1 Over lesbrieven, inhoud en vorm
Deel 3: Lesontwerpen Over lesbrieven, inhoud en vorm

2 Fusie tussen HKU en stageschool
3 leerpunten en voornemens voor je lesontwerp

3 Opdrachten met teveel / te weinig restricties
Opdrachten met teveel / te weinig restricties? David en Sumara: Het is de taak van de docent om zowel beperkingen als ruimte te geven

4 Complexe opdracht Ontwerp een lessenserie voor je stageschool op basis van auhentieke kunsteducatie Lesplan en lesbrief

5 Doelstellingen Je kunt je bevindingen van de fusie school-werk betrekken in lessen voor de onderbouw Je kunt kwalitatieve lessen ontwerpen op basis van het concept van authentieke kunsteducatie Je kunt lessen afstemmen op je stageschool en doelgroep Je hebt de verschillende producten verwerkt op het platformvan je onderwijsgroep

6 Didactisch model van Gelder

7 1.BEGINSITUATIE Wat is belangrijk te weten van de groep waaraan je gaat les geven? - Wat is het ontwikkelingsniveau? (niveau, abstractie vermogen, zelfstandigheid) - Wat hebben ze al eerder gedaan? (voorkennis) - Hoe is de motivatie? - Waar hebben de leerlingen belangstelling voor? - Wat is de samenstelling van de groep, etc? (groepsdynamiek, leerjaar, niveau, periode) Bepalen beginsituatie door: -observaties in een klas -toetsing -gesprekken met leerlingen en docenten -gebruikte methode/lesboeken/materialen/bronnen -leerling dossiers

8 2. DOELSTELLINGEN De kernvraag voor het maken van een les is: Wat wil je (de sectie, de school, de maatschappij) dat de leerlingen leren of bereiken door het uitvoeren van de les? Wat is de bedoeling van de les? Dit kan gelden voor een enkele les, een lessenserie, maar ook een lessenopbouw van jaren via een vakwerkplan. Ook de kerndoelen van het vak liggen ten grondslag aan de doelstellingen voor een les.

9 Kerndoelen beeldende vorming:
Kerndoel 48: Produceren van kunst De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. Kerndoel 49: Eigen kunstzinnig werk presenteren De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren.  Kerndoel 50: Leren kijken en luisteren naar kunst De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen. Kerndoel 51: Verslag doen van ervaringen De leerling leert, met behulp van visuele of auditieve middelen, verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten (als toeschouwer en als deelnemer). Kerndoel 52: Reflecteren op kunstzinnig werk De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder kunstenaars.

10

11 3. LEERSTOF Op basis van de doelstellingen en de beginsituatie bepaal je de leerstof. Waar gaat de les over? De leerstof is de verpakking van de doelstelling. Het is de inhoud van de les die op verschillende manieren kunt aanbieden. Let op! Bij bepaling van de inhoud komt de doelstelling kijken maar ook de beginsituatie. 4. WERKVORMEN Hoe probeer je leerstof aan te bieden bij leerlingen en hoe zet je het leerproces op gang? Daarvoor kies je bepaalde werkvormen. Het is belangrijk verschillende werkvormen tot je repertoire te laten behoren. Dat betekent dat je met een variatie aan werkvormen moet kunnen werken. Dit kan je goed oefenen tijdens een stage. (receptief, productief, reflectief)

12 5. LEERPROCESSEN Welke leerprocessen zet je opgang met de lessen? Tijdens een les zet je leerprocessen op gang. Wat leerlingen leren en hoe ze dat doen is erg verschillend. Je kunt leersituaties creëren die een bepaalde maner van leren bevorderen, zoals inzicht bevorderend leren, verwerven van feitenkennis, memoriseren, vorming van automatismen etc. Bij het lesontwerpen kun je er op letten verschillende intelligenties aan te spreken. 6. ORGANISATIE Wat heb ik nodig voor, tijdens en na de les? Wat is de benodigde voor- en nabereiding? Welk materiaal heb ik nodig? Hoe deel ik de les in in tijd? Praktische uitvoering van benodigheden en verloop van de les. Maak een overzichtelijk lesplan.

13

14 Tony Earl: Educatief ontwerp is geen (chrono)logisch proces, maar een cyclisch proces waarin intuïtief, creatief en logisch denken elkaar afwisselen

15 Voor aankomende kunstvakdocenten
LKCA Ontwerpprijs Voor aankomende kunstvakdocenten

16 Lesbrief Voorbeelden Een goede lesbrief bevat:
Heldere omschrijving van de opdracht Leerdoelen Planning/aanpak beeldmateriaal/referenties beoordelingscriteria

17 Wijzigingen programmaboekje
Stagebezoeken Terugkommomenten Aflsuiting Puber& stage op 8/9/10 januari

18 Huiswerk Verzamel in je onderwijsgroep minimaal 6 lesbrieven voor beeldend vak, mee op woe 4 oktober Uploaden portfolio op facebook of platform Start lesontwerp Beeldmateriaal voor eindwerk