De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Zoönosen Gezondheid V31-41.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Zoönosen Gezondheid V31-41."— Transcript van de presentatie:

1 Zoönosen Gezondheid V31-41

2 Presentation / section title
27/02/2018 Inhoud presentatie Algemeen Besmettingswegen Risicogroepen Melding en signalering Meest voorkomende zoönosen 2 Author Name Surname / date

3 Afgeleid van de Griekse woorden zoön (dier) en nosos (ziekte).
Algemeen Wat is een zoönose? Een infectieziekte die kan worden overgedragen van dieren op mensen of andersom. Afgeleid van de Griekse woorden zoön (dier) en nosos (ziekte). Toxoplasmose is een infectie ziekte die door een eencellige parasiet wordt veroorzaakt (Toxoplasma gondii). De parasiet leeft van nature in kleine knaagdieren. De parasiet plant zich gemakkelijk voort in de kat. Besmetting: Kat eet besmette prooidiertjes de mens besmet zich door oöcysten (eitjes) op te nemen uit de omgeving (mest katten) of door het opeten van de ‘larven’ die zich genesteld hebben in vlees of via ongewassen handen na tuinieren of onvoldoende afgespoelde groenten uit de volle grond. Als zwangere vrouwen besmet worden kan de foetus erfelijke afwijkingen krijgen of afsterven. Geen rauw vlees eten of rauwe groenten na onvoldoende afspoelen Niet tuinieren Niet in contact komen met de uitwerpselen van de kat

4 Toxoplasmose is een infectie ziekte die door een eencellige parasiet wordt veroorzaakt (Toxoplasma gondii). De parasiet leeft van nature in kleine knaagdieren. De parasiet plant zich gemakkelijk voort in de kat. Besmetting: Kat eet besmette prooidiertjes de mens besmet zich door oöcysten (eitjes) op te nemen uit de omgeving (mest katten) of door het opeten van de ‘larven’ die zich genesteld hebben in vlees of via ongewassen handen na tuinieren of onvoldoende afgespoelde groenten uit de volle grond. Als zwangere vrouwen besmet worden kan de foetus erfelijke afwijkingen krijgen of afsterven. Geen rauw vlees eten of rauwe groenten na onvoldoende afspoelen Niet tuinieren Niet in contact komen met de uitwerpselen van de kat

5 Presentation / section title
27/02/2018 Algemeen Zoönosen in Nederland In Nederland heersen relatief weinig zoönosen in vergelijking met Zuid-Europese en andere verre landen. Veel controle op onze dieren en ons voedsel. Intensieve bestrijdingsprogramma’s. Oorzaken nieuwe zoönosen Mensen reizen steeds meer. Veranderde voedingsgewoonten Het klimaat verandert. Mensen reizen steeds meer: Mensen nemen ziekten uit andere landen mee naar huis en deze ziekte krijgen vervolgens de kans zich opnieuw te settelen in NL. Veranderde voedingsgewoonten: Er wordt meer rauw of rosé gebakken vlees en vis gegeten (bijvoorbeeld carpaccio, vis in sushi’s, rosé gebraden lamsbout). Groenten worden vaak korter gekookt of even geroerbakken, zodat ze nog knapperig blijven. Ziektekiemen die normaal door verhitting gedood worden, zullen dan blijven leven. In rauwe melk kunnen ziektekiemen voorkomen, terwijl er geen enkel risico is wanneer je gepasteuriseerde of gesteriliseerde melk in de winkel koopt. Verandering klimaat: Door de opwarming kunnen vectoren (‘transporteurs’), die ziekten van (wilde) dieren naar mensen overbrengen, zich vestigen en uitbreiden in Nederland. Voorheen was het in ons land te koud voor die vectoren (muggen, teken, vliegen) om te overleven. Intensieve bestrijdingsprogramma’s, denk aan: leptospirose, ibr, aujeszky Author Name Surname / date

6 Presentation / section title
27/02/2018 Besmettingswegen Hoe komt de ziekte van het dier bij de mens terecht? Direct, via contact van de mens met het dier. Of door het eten van een besmet dierlijk product (zoals melk, vlees en eieren). Indirect, doordat de ziektekiemen die het dier uitscheidt (vaak in de ontlasting), een tijdje overleven in de omgeving, waarna ze bij de mens terecht komen. Indirect, via een gastheer, denk aan muggen, teken. 2. Denk ook aan bijvoorbeeld besmette voerbakken, zitstokken etc Author Name Surname / date

7 Presentation / section title
27/02/2018 Besmettingswegen Mogelijke besmettingswegen: Mest Voeding Slijm Stof Bloed Kadavers Plaagdieren Mest bron van ziektekiemen, door aaien dier, daarna eten met dezelfde vingers. (direct, indirect) Voeding  onvoldoende verhitting, bacteriën blijven leven. (direct) Slijm  op de hand door voeren van dieren, daarna eten met dezelfde vingers, slijm-slijm contact. (direct, indirect) Stof  stofdeeltjes in de lucht, huidschilfers, huidschimmels, aaien of via de lucht. (direct, indirect) Bloed  bloed op materialen, assisteren geboorte, via een vector (teek, mug etc.). (indirect, direct) Kadavers  aan de buitenkant is niet te zien hoe het dier is gestorven. (direct, indirect) Plaagdieren  ratten, vogels, insecten, katten etc. direct of indirect, contact met uitwerpselen, veren, slijm etc. Author Name Surname / date

8 Besmettingswegen Insleep Ziektekiem wordt van buiten de bedrijfsgrenzen naar binnen de bedrijfsgrenzen verplaatst. Ziektekiem was voor insleep niet aanwezig op het bedrijf.

9 Besmettingswegen Versleep Ziektekiem van ene plaats naar andere plaats verplaatsen op hetzelfde bedrijf. Ziektekiem is voor de verplaatsing op het bedrijf aanwezig.

10 Besmettingswegen Versmeren Het verspreiden van vuil met ziektekiemen over een groter oppervlak door: - banden van voertuigen - schoenzolen - voeten/hoeven van dieren Meer kans op besmetting!!

11 Wat is het effect van een Zoönosen?
De Q-koorts epidemi Wat is het effect van een Zoönosen?

12 Melding en signalering
Presentation / section title 27/02/2018 Melding en signalering Ter bescherming van de volksgezondheid is kennis, tijdige herkenning en bestrijding van de zoönosen van belang. Verantwoordelijkheid artsen en dierenartsen. Signaleringsoverleg. Onderzoek. Meldingsplicht en kennisuitwisseling op Nationaal en Europees niveau. Verantwoordelijkheid artsen en dierenartsen Artsen en dierenartsen dragen een grote verantwoordelijkheid in de herkenning van de verschillende ziektes bij mens en dier. Niet alleen ten opzichte van de individuele patiënt, maar zeker ook ten opzichte van de mogelijke risico’s voor grotere groepen dieren en mensen, moeten zij hun verantwoordelijkheden nemen. Voor sommige ziektes wordt daarom bovendien geëist dat er melding van ziektegevallen gedaan wordt. Signaleringsoverleg Om nieuwe infectieziektes tijdig op te sporen, maar ook om trends in de epidemiologie van bestaande ziektes te kunnen vervolgen en daarop in te kunnen grijpen. In dit wekelijkse overleg hebben zitting: artsen, dierenartsen, medisch microbiologen, epidemiologen en verpleegkundigen werkzaam bij het Centrum voor Infectieziektenbestrijding en de VWA. Onderzoek Onderzoek zoals uitgevoerd bij het RIVM en andere onderzoekscentra binnen Nederland, zorgt voor verdieping van kennis over de verschillende zoönosen. Meldingsplicht en kennisuitwisseling op Europees niveau Bestrijding van de zoönosen vindt in Nederland plaats, maar is bovendien in Europees verband georganiseerd. Meldingsplicht en kennisuitwisseling zijn op verschillende manieren geborgd via centers of disease control (zoals European Food Safety Autority en European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC)) en centers of excellence. Author Name Surname / date

13 Melding en signalering
Presentation / section title 27/02/2018 Melding en signalering Meldingsplicht Artsen zijn, op basis van de Wet publieke gezondheid, verplicht een aantal infectieziekten te melden bij de GGD. Dierenartsen zijn, op basis van de Wet Dieren, verplicht een aantal dierziekten te melden bij de NVWA Zie overzicht Author Name Surname / date

14 Melding en signalering
Presentation / section title 27/02/2018 Melding en signalering Maatregelen Op basis van de Wet Dieren (WD) kunnen maatregelen genomen worden die de vrijheden van mens en/of dier (tijdelijk) inperken ter bescherming van de volksgezondheid en ter bestrijding van mogelijk epidemieën. Wet Dieren is vervanger voor Gezondheids-, en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) per 1 juli 2014. Author Name Surname / date

15 Brainstorm Welke preventieve maatregelen kan een verzorger nemen? Welke maatregelen m.b.t. het dier? Welke maatregelen m.b.t. publiek, klanten en bezoekers?

16 Melding en signalering
Preventieve maatregelen Verzorger Inventarisatie mogelijke zoönosen Inventarisatie besmettingswegen Vaccinaties Voorlichting en instructies m.b.t. hygiëne en zoönosen Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen Handenwasfaciliteiten Procedure m.b.t. accidenten bij personeel

17 Melding en signalering
Dier Ziektepreventie (vaccinatie) Beleid omtrent aanvoer en afvoer van dieren Quarantaineruimte Dierdossiers Beleid omtrent geboorte en abortus Dagelijkse gezondheidscontrole Preventie- en bestrijding van plaagdieren

18 Melding en signalering
Bezoekers Bezoeker/publiek/klant Informatieborden Preventieve maatregelen omtrent risicogroepen Handen was faciliteiten Procedure m.b.t. accidenten

19 Melding en signalering
Presentation / section title 27/02/2018 Melding en signalering Curatieve maatregelen Humane maatregelen De verplichte melding van een ziektegeval Gedwongen medisch onderzoek Medische behandeling (immunisatie/vaccinatie) Het plaatsen onder medisch toezicht Isolatie/gedwongen opname Quarantaine Het sluiten van huizen/gebouwen Het in beslag nemen en/of het ontsmetten van goederen/waren. Author Name Surname / date

20 Melding en signalering
Presentation / section title 27/02/2018 Melding en signalering Veterinaire maatregelen Het opstallen, ophokken of op een plaats houden van zieke en verdachte dieren (quarantaine ruimte) Desinfecteren of steriliseren van besmette materialen Het plaatsen van waarschuwingsborden Het verbieden van vervoer van ziektegevoelige dieren en producten Het dragen van beschermende kleding, handschoenen en eventueel stofmasker tijdens contact met dieren of organen Het doden van zieke en verdachte dieren Author Name Surname / date

21 Veel voorkomende zoönosen
Presentation / section title 27/02/2018 Veel voorkomende zoönosen Q-koorts  hoofdzakelijk herkauwers, bacterie Vogelgriep  vogels (virus) Salmonellose  vrijwel alle diersoorten, bacterie E. Coli  hoofdzakelijk herkauwers, bacterie Schurft (scabiës) vrijwel alle diersoorten, ectoparasiet (mijten) Echtyma  Vooral schapen en geiten, virus Spoelworm  vrijwel alle diersoorten, endoparasiet (spoelworm) Toxoplasma  hoofdzakelijk katten, endoparasiet Bron voor info over zoönosen Author Name Surname / date


Download ppt "Zoönosen Gezondheid V31-41."

Verwante presentaties


Ads door Google