Hoofdstuk 3 De Grieken.

Presentatie over: "Hoofdstuk 3 De Grieken."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 3 De Grieken

2 Hellas

3 Leg de volgende stelling uit
Stelling: Hellas was politiek versnipperd, maar cultureel een eenheid. Antwoord: In de Griekse wereld was politieke verdeeldheid. De ene polis was een monarchie terwijl de ander een tirannie kon zijn. Op cultureel gebied waren de Grieken één volk. Alle Grieken spraken de Griekse taal, gebruikten het Griekse schrift en geloofden in dezelfde verhalen.

4 Aantekeningen § 3.3 Barbaar = Vreemdeling. Filosofie (In het oude Griekenland) = alle wetenschappen Filosofie (tegenwoordig) = wijsbegeerte Orakel = plaats waar goddelijke uitspraken gedaan worden. Mythe = Godenverhaal Sage = Heldenverhaal Legende = Wonderlijk verhaal, vaak over een held

5 Het heiligdom van Delphi

6 Zoek van de volgende personen in je informatieboek op waar ze bekend van zijn:
Hippokrates Herodotus Pythagoras Archimedes Eratosthenes Aristarchus Ptolemaeus Socrates Plato Aristoteles

7 Vader van de geschiedschrijving. De eerste historicus. Pythagoras
Antwoorden Hippokrates Filosoof. Hield zich bezig met de geneeskunde. Ziekte had geen goddelijke oorzaak, maar een arts moest een patiënt goed onderzoeken om de biologische oorzaak te vinden. Artsen leggen nog altijd de ‘eed van Hippokrates’ af. Herodotus Vader van de geschiedschrijving. De eerste historicus. Pythagoras Stelde wiskundige en natuurkundige wetten op die nog steeds gebruikt worden.

8 Archimedes wordt algemeen beschouwd als de grootste wiskundige van de oudheid en een van de grootste wiskundigen aller tijden. Eureka betekent: ik heb het gevonden De Wet van Archimedes luidt: De opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt is even groot als het gewicht van de verplaatste vloeistof of gas.

9 Eratosthenes Aardrijkskundige. Berekende met primitieve middelen de omtrek van de aarde. Aristarchus Sterrenkundige. Bedacht dat de zon stilstond en de aarde om de zon draait. Deze theorie klopt. Ptolemaeus verwierp zijn theorie. Het duurde nog jaar toen bewezen werd dat Aristarchus gelijk had. Socrates Filosoof. Bekend om zijn uitspraak: ‘Ik weet dat ik niets weet’. Filosofie was voor hem een zoektocht naar de waarheid. Plato Was leerling van Socrates. Vroeg zich af hoe je het best tot wetenschappelijke kennis kon komen. Door diep na te denken of door waarneming. Plato vond door diep na te denken. Aristoteles Was leerling van Plato. Vond dat wetenschap juist wel moest beginnen met waarnemen. Daarna moest de juiste logische conclusies worden getrokken.

10 Huiswerkopdracht Zoek op het internet naar de volgende sagen: De Ilias en de Odyssee Schrijf een kort verhaal (ca half A4-tje) over elke sage