Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGreta Bakker Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
de tweede Bergrede Matteüs 24/25 - deel 6
2 februari 2017 Rotterdam
2
terugblik in grove lijnen:
rede op de Olijfberg in kring van discipelen; na het officiële afscheid van Jeruzalem- ("totdat..."; 23:39) beantwoordt de vraag naar "het teken van de parousia" en "het einde van de aeon"; beschreven vanuit perspectief van Judea en Jeruzalem; eerst misleiding en ten slotte "grote verdrukking" in het land (=Israël); "grote verdrukking" begint bij het oprichten van "de gruwel der verwoesting op de heilige plaats; "het einde van de aeon" is pas wanneer "het Evangelie van het Koninkrijk" in heel de bewoonde wereld gepredikt zal zijn.
3
Matteüs 24 27 Want net zoals de bliksemflits uitkomt vanaf het oosten en verschijnt tot het westen, zo zal zijn de parousia van de Zoon van de mens zijn.
4
27 Want net zoals de bliksemflits uitkomt vanaf het oosten
Matteüs 24 27 Want net zoals de bliksemflits uitkomt vanaf het oosten en verschijnt tot het westen, zo zal zijn de parousia van de Zoon van de mens zijn. = als een bliksemflits vanuit het oosten tot het westen > op de Olijfberg die ten oosten van Jeruzalem ligt (Zach.14:4>)
5
Zacharia 14 1 Aanschouw, er komt een dag voor JAHWEH. En jouw buit zal verdeeld worden in het midden van jullie. 2 En Ik verzamel al de natiën te Jeruzalem tot de strijd. En de stad wordt veroverd en de huizen worden leeggeroofd en de vrouwen geschonden. En de helft van de stad trekt uit in ballingschap en de rest van het volk zal niet uitgeroeid worden van de stad.
6
Zacharia 14 3 En JAHWEH zal uittrekken en strijden te midden van de natiën, zoals ten dage dat Hij streed, ten dage van een aanval. 4 En zijn voeten zullen staan in die dag op de Olijfberg, die op het zicht van Jeruzalem ligt vanaf het oosten. En de Olijfberg wordt middendoor gespleten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot ravijn.
7
27 Want net zoals de bliksemflits uitkomt vanaf het oosten
Matteüs 24 27 Want net zoals de bliksemflits uitkomt vanaf het oosten en verschijnt tot het westen, zo zal zijn de parousia van de Zoon van de mens zijn. de Zoon van de mens = Ben Adam (Ps.8:5)
8
28 Waar dan ook het lijk zal zijn,
Matteüs 24 28 Waar dan ook het lijk zal zijn, daar zullen de gieren verzameld worden. "het lijk" van wie? >
9
7 En wanneer zij het getuigenis van hen tot een einde zouden brengen,
Openbaring 11 7 En wanneer zij het getuigenis van hen tot een einde zouden brengen, zal het beest dat is opkomende vanuit de afgrond, hen oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden. de twee getuigen...
10
7 En wanneer zij het getuigenis van hen tot een einde zouden brengen,
Openbaring 11 7 En wanneer zij het getuigenis van hen tot een einde zouden brengen, zal het beest dat is opkomende vanuit de afgrond, hen oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden. > de periode van 1260 dagen (11:3) = de tijd dat de vrouw in de woestijn bewaard zal worden (12:6) = de 42 maanden dat het beest zal lasteren (13:5)
11
Openbaring 11 7 En wanneer zij het getuigenis van hen tot een einde zouden brengen, zal het beest dat is opkomende vanuit de afgrond, hen oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden.
12
8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad,
Openbaring 11 8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad, die op geestelijke wijze wordt genoemd Sodom en Egypte, waar ook de Heer van hen werd gekruisigd. exact hetzelfde woord als in Mat.24:28!
13
8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad,
Openbaring 11 8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad, die op geestelijke wijze wordt genoemd Sodom en Egypte, waar ook de Heer van hen werd gekruisigd. = het tempelplein
14
8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad,
Openbaring 11 8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad, die op geestelijke wijze wordt genoemd Sodom en Egypte, waar ook de Heer van hen werd gekruisigd. Sodom > waar Lot uit moest vluchten Egypte > waar Israël uit moest vluchten Jeruzalem > de stad waar het overblijfsel uit moet vluchten
15
8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad,
Openbaring 11 8 En het lijk van hen [zal liggen] op het plein van de grote stad, die op geestelijke wijze wordt genoemd Sodom en Egypte, waar ook de Heer van hen werd gekruisigd. letterlijke, geografische plaatsbepaling
16
9 En degenen vanuit de volken en stammen en talen en natiën,
Openbaring 11 9 En degenen vanuit de volken en stammen en talen en natiën, bekijken het lijk, drie en een halve dag, en zij zullen niet toelaten dat de lijken van hen worden geplaatst in een graftombe. het lijk, nl. van de twee getuigen als publieksattractie
17
Openbaring 11 9 En degenen vanuit de volken en stammen en talen en natiën, bekijken het lijk, drie en een halve dag, en zij zullen niet toelaten dat de lijken van hen worden geplaatst in een graftombe.
18
10 En degenen die op de aarde wonen, verheugen zich over hen
Openbaring 11 10 En degenen die op de aarde wonen, verheugen zich over hen en zij zijn vrolijk en zij zenden elkaar naderingsgeschenken , omdat deze twee profeten, degenen die op de aarde wonen, kwellen. Openbaring 11:6 Dezen hebben de autoriteit om de hemel te sluiten, opdat geen regen zal regenen, [in] de dagen van de profetie van hen. En zij hebben autoriteit over de wateren om ze tot in bloed om te keren en om het land te slaan, zo vaak als zij zouden willen.
19
11 En na de drie en halve dag, kwam geest van leven vanuit God in hen
Openbaring 11 11 En na de drie en halve dag, kwam geest van leven vanuit God in hen en zij staan op hun voeten en grote vrees valt op degenen die hen aanschouwen. = aan het eind van de 1260 dagen = "de grote verdrukking"
20
12 En zij horen een grote stem vanuit de hemel zeggende tot hen:
Openbaring 11 12 En zij horen een grote stem vanuit de hemel zeggende tot hen: gaat hier omhoog! En zij gingen omhoog tot in de hemel, in de wolk en de vijanden van hen aanschouwen hen. = op het tempelplein
21
12 En zij horen een grote stem vanuit de hemel zeggende tot hen:
Openbaring 11 12 En zij horen een grote stem vanuit de hemel zeggende tot hen: gaat hier omhoog! En zij gingen omhoog tot in de hemel, in de wolk en de vijanden van hen aanschouwen hen. de aanduiding van de aanwezigheid van de JAHWEH (Ex.34:5; Ezech.10:4) die zal dan en daar verschijnen!
22
geschiedde een grote aardbeving en het tiende deel van de stad valt
Openbaring 11 13 En in dat uur, geschiedde een grote aardbeving en het tiende deel van de stad valt en er werden zevenduizend namen van mensen gedood in de aardbeving en de overigen werden zeer bevreesd en zij gaven heerlijkheid aan de God van de hemel. de Olijfberg splijt! Zach.14:4,5
23
geschiedde een grote aardbeving en het tiende deel van de stad valt
Openbaring 11 13 En in dat uur, geschiedde een grote aardbeving en het tiende deel van de stad valt en er werden zevenduizend namen van mensen gedood in de aardbeving en de overigen werden zeer bevreesd en zij gaven heerlijkheid aan de God van de hemel. = mensen van naam! vergadering VN?
24
geschiedde een grote aardbeving en het tiende deel van de stad valt
Openbaring 11 13 En in dat uur, geschiedde een grote aardbeving en het tiende deel van de stad valt en er werden zevenduizend namen van mensen gedood in de aardbeving en de overigen werden zeer bevreesd en zij gaven heerlijkheid aan de God van de hemel. = het overblijfsel wat vlucht naar de bergen!
25
28 Waar dan ook het lijk zal zijn,
Matteüs 24 28 Waar dan ook het lijk zal zijn, daar zullen de gieren verzameld worden. > metafoor voor de natiën die zich verlustigen in "het lijk" van de twee getuigen
26
na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden
Matteüs 24 29 Onmiddellijk echter na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden en de maan zal het lichtschijnsel van haar niet geven... = na de 1260 dagen
27
na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden
Matteüs 24 29 Onmiddellijk echter na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden en de maan zal het lichtschijnsel van haar niet geven... beroemde markering van het einde van "de grote verdrukking"... voor Israël >
28
31 En de zon wordt gekeerd tot duisternis, en de maan tot bloed,
Joël 2 31 En de zon wordt gekeerd tot duisternis, en de maan tot bloed, vóór het komen van de grote en de gevreesde dag van JAHWEH. verduistering zon = einde grote verdrukking (Mat.24) = begin van "de gevreesde dag van JAHWEH"
29
32 En het zal zijn, ieder die de naam van JAHWEH aanroept, ontsnapt,
Joël 2 32 En het zal zijn, ieder die de naam van JAHWEH aanroept, ontsnapt, want in het gebergte van Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals JAHWEH zegt. En tot de ontkomenen behoren zij die JAHWEH roept. = door te vluchten via de gespleten Olijfberg
30
Openbaring 6 12 En ik nam waar, wanneer [het Lammetje] het zesde zegel opent, een grote aardbeving geschiedde en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed vergl. Openb.11:13!
31
Openbaring 6 12 En ik nam waar, wanneer [het Lammetje] het zesde zegel opent, een grote aardbeving geschiedde en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed = einde Israëls grote verdrukking
32
Openbaring 6 13 en de sterren van de hemel vallen in het land, zoals een vijgenboom de verschrompelde vijgen van haar werpt, wanneer zij door een grote wind geschud wordt. letterlijk maar ook aanduiding van Israëlieten? Daniël 8:10 ... ja, zijn grootheid reikte tot aan het heer des hemels, en hij deed er van het heer, namelijk van de sterren, ter aarde vallen, en vertrapte ze.
33
Openbaring 6 13 en de sterren van de hemel vallen in het land, zoals een vijgenboom de verschrompelde vijgen van haar werpt, wanneer zij door een grote wind geschud wordt. bekend symbool van Israël als natie
34
Openbaring 6 14 En de hemel wijkt terug als een boekrol, die wordt opgerold en elke berg en eiland werd van zijn plaats bewogen.
35
Openbaring 6 15 En de koningen van de aarde en de groten en de hoofdmannen over duizend en de rijken en de sterken en elke slaaf en vrije, verbergen zich tot in de grotten en tot in de rotsen van de bergen.
36
17 omdat de grote dag van hun toorn kwam en wie kan staan?
Openbaring 6 16 En zij zeggen tot de bergen en de rotsen: valt op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem die zit op de troon en voor de toorn van het Lammetje, 17 omdat de grote dag van hun toorn kwam en wie kan staan? bij de opening van het zesde zegel (=de verduistering van de zon) wordt de Heer zichtbaar!
37
17 omdat de grote dag van hun toorn kwam en wie kan staan?
Openbaring 6 16 En zij zeggen tot de bergen en de rotsen: valt op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem die zit op de troon en voor de toorn van het Lammetje, 17 omdat de grote dag van hun toorn kwam en wie kan staan? met de opening van het zesde zegel, is "de dag van toorn" begonnen! einde grote verdrukking (voor Israël) = begin "dag van toorn" (voor de natiën)
38
Matteüs 24 29 Onmiddellijk echter na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden en de maan zal het lichtschijnsel van haar niet geven...
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.