Nieuw Nederlands Cursus Argumentatieve vaardigheden Opdracht 13

Presentatie over: "Nieuw Nederlands Cursus Argumentatieve vaardigheden Opdracht 13"— Transcript van de presentatie:

1 Nieuw Nederlands Cursus Argumentatieve vaardigheden Opdracht 13
Argumenteren Nieuw Nederlands Cursus Argumentatieve vaardigheden Opdracht 13

2 Lesdoel: argumentatie beoordelen
Groepsopdracht: 1. Lees in stilte tekst 15 'Stoorzenders' (opdracht 13 p ) en markeer: standpunt, argumenten, subargumenten, tegenargumenten en weerleggingen. 2. Bespreek bovenstaande markeringen en maak van alinea 1 een argumentatieschema. 3. Benoem het argumentatieschema, de soorten argumenten en het type redenering. 4. Beoordeel de redenering met 5. Zet stappen 2, 3, 4 nu voor alinea 3 en 4 (dus een nieuw argumentatieschema). 6. Zet stappen 2, 3, 4 nu voor alinea 5 t/m 8 (dus weer een nieuw argumentatieschema). 5. Beantwoord samen vraag 20 en 21 = beoordelen van betoog op aanvaardbaarheid. Individueel: Maak de rest van de vragen van opdracht 13 (p.201 en 202).

3 Lesdoel: argumentatie beoordelen
Antwoorden: Argumentatieschema alinea 1 Meervoudig onderschikkend Soorten argumenten: vermoedens > Redenering op basis van (vermoedelijke) gevolgen.

4 Lesdoel: argumentatie beoordelen
Antwoorden: Argumentatieschema alinea 3 + 4 Dat het verbieden van mobieltjes gelukt is in New York en Beieren, is nauwelijks te geloven. Meervoudig onderschikkend Soorten argumenten: vermoedens > Het mobieltje betekent voor tieners veel meer dan alleen een communicatiemiddel met de buitenwereld; het is een verlengstuk van zichzelf geworden, iets waarmee de eigenaar zich zo sterk identificeert dat hij er bijna mee samenvalt. Het is niet goed voorstelbaar dat ouders zouden instemmen met een verbod. Uit het oogpunt van bereikbaarheid en veiligheid gaan de ouders ervan uit dat kinderen hun mobieltje bij zich hebben. Als het mobieltje wordt afgepakt dan is het alsof de levenslijn van de tieners wordt afgesneden of alsof hun zuurstof wordt geblokkeerd. Redenering: overeenkomst Kinderen moeten na school vaak eerst ergens anders heen voordat ze terugkeren van school naar huis. Kinderen gebruiken het mobieltje ook op weg van school naar huis. Redenering: voor-en nadelen

5 Lesdoel: argumentatie beoordelen
Antwoorden: Argumentatieschema alinea 5 t/m 8 Dat mobieltjes in de klas uit moeten staan is zo’n elementaire omgangsvorm dat daar geen mediacoach voor nodig is. Enkelvoudig onderschikkend Tijdens een klassikaal lesuur is het onbeschoft om iets anders te doen. Soorten argumenten: normen en waarden > Het is een vorm van sabotage als een van de aanwezigen zich onttrekt aan de werkzaamheden. Wie zijn bezigheden serieus neemt doet zoiets niet. Een tandarts onderbreekt de behandeling van een patiënt niet om een vrolijke tweet rond te sturen. Een notaris die een testament voorleest aan nabestaanden, gaat ook niet tussen door sms’en met zijn vrouw. Een pianoleraar maakt geen filmpjes met zijn smartphone van het gênante gepingel van een talentloze leerling. Redenering: overeenkomst