Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAgnes Geerts Laatst gewijzigd meer dan 7 jaar geleden
1
Ontdekkers en Hervormers 1.3 De Nederlandse Opstand
Hoofdstuk 1 Ontdekkers en Hervormers 1.3 De Nederlandse Opstand
2
Wat gaan we doen vandaag?
Lezen 1.3 A Aantekeningen bestuur van Karel V en Filips II Filmpje Onrust in de Nederlanden Aantekeningen Beeldenstorm en de Nederlandse Opstand Maken vragen 1.3 A (eventueel als huiswerk)
3
Uittreksel maken: de regels
1. Kort maar krachtig: hou het kort! 2. Wees objectief: zorg dat je neutraal blijft. Vertel alleen de feiten, niks daaromheen. 3. Formuleer vragen: Stel jezelf dan vragen. Voor een samenvatting van een roman kun je de vier W’s goed gebruiken: Wie is de hoofdpersoon? Waar speelt het verhaal zich af? Wanneer speelt het verhaal zich af? Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen? Welke personen worden in de stof genoemd, welke plaatsen zijn belangrijk, welke data moet je onthouden, welke ontwikkeling vindt plaats? 4. Maak het niet te ingewikkeld: Als je je samenvatting aan je moeder/beste vriend/cavia voorleest, moeten zij gewoon snappen hoe het verhaal verloopt. 5. Begin en einde: Niet onbelangrijk: zorg in het geval van een leesboek ervoor dat je samenvatting een duidelijk begin en een einde heeft. 6. Check! Last but not least: de controle. Een samenvatting is een typische opdracht die je moet blijven nalezen en bijwerken. Kijk goed of je informatie kunt weglaten, zeker als je samenvatting voor je gevoel te lang is. Samenvatten is een kunst, maar als je kritisch blijft, je tekst blijft nalezen, schrappen, bijwerken, controleren en je aan deze regels houdt, komt alles goed. Succes!
4
Aantekeningen 1.3 A De Staten (of standen) was een standenvergadering. In de Staten waren de 3 maatschappelijke lagen van de bevolking vertegenwoordigd. De 3 Standen: Adel Geestelijkheid Burgerij Gewesten = in totaal 17 Nederlandse gewesten (bv. Graafschap Holland) Staten-Generaal = vertegenwoordigers van alle gewesten. Vaak bijeen geroepen om belasting te innen. Stadhouders = plaatsvervanger van de landsheer (Karel V) in de gewesten. Landvoogd = plaatsvervanger van de landsheer (Karel V) voor de hele Nederlanden.
5
Aantekeningen 1.3 A Hoe zag het bestuur onder Karel V eruit?
6
Aantekeningen 1.3 A Filips II (1527 – 1598)
Filips II was landsheer van de Nederlanden sinds 1555. Filips II kon minder goed opschieten met de Nederlandse edelen dan zijn vader Karel V, omdat: Filips sprak alleen Spaans, terwijl de Nederlanders Frans spraken Wilde de macht van de adel en de gewesten kleiner maken De Nederlandse steden moesten meer belasting betalen Filips was een diepgelovige katholiek die het protestantisme wilde uitroeien Filips II
7
Vernieling van Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen op 20 augustus 1566.
8
Aantekeningen 1.3 A Beeldenstorm = Heftige golf van geweld die door Nederland raasde. Protestanten sloegen schilderijen en beelden van heiligen kapot in kerken en kloosters. Nederlandse Opstand = Gewapende verzet van de Nederlanders tegen het bestuur van de Spaanse Koning Filips II vanaf Wat is het gevolg van de Nederlandse Opstand? De oorlog leidde tot het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse Republiek.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.