Afstelling van de roeiboot

Presentatie over: "Afstelling van de roeiboot"— Transcript van de presentatie:

1 Afstelling van de roeiboot
RV ‘t Diep, 26 januari 2017 Paul, Reinoud, Renske

2 Agenda Inleiding (Paul) - Doelstellingen
Theorie van het afstellen (Reinoud / Paul) - wat is afstelbaar? - wat kan de roeier / instructeur zelf? - de basisprincipes van het afstellen Afstelling in de praktijk (Renske) - effect van afstelling op de roeihaal - blessures door verkeerde afstelling? - video en ergometer demonstratie; problemen herkennen

3 Doelstellingen Basisprincipes van de bootafstelling kennen en begrijpen Weten wat de afstelgroep doet en wat je zelf kan doen Afstelling kunnen aanpassen aan de roeier, een ploeg en jezelf Problemen herkennen die veroorzaakt kunnen worden door de afstelling

4 Doelstellingen Om uiteindelijk met plezier, lekker (met veel rendement) en blessure- vrij te kunnen roeien!

5 Inleiding De materiaalcommissie
Leijn de Wolff, Willem Dalstra, Paul van Seeventer Maandagavond groep (contact Willem) Afstelgroep (contact Paul) Waarom is de afstelling zo belangrijk? - roeien is een gecoordineerde beweging van boot en roeier: goede afstelling = hoger rendement - slechte afstelling kan leiden tot slechte techniek - slechte afstelling kan leiden tot blessures - geen mens is hetzelfde Vaak te weinig aandacht voor goede afstelling …goede afstelling = natuurlijke houding = meer plezier!

6 De afstelgroep Wie? Hans Naaktgeboren, Reinoud Bokhorst, Tineke Bos, Paul van Seeventer Wanneer actief? Interesse? Wat? Meet en corrigeert de vloot Regelmatig nameten noodzakelijk (schade en slijtage kunnen afstelling wijzigen) Afstelling volgens standaard gemiddelde waarden. Individuele aanpassing nauwelijks mogelijk omdat boten gedeeld worden. Bij gladde boten wordt meer rekening gehouden met de doelgroep van de boot (o.a. gewichtsklasse, dames / heren / jeugd) Verder: contact met roeigroepen (nagaan van wensen ten aanzien van afstelling, advies…) Roeiers / instructeurs hebben eigen verantwoordelijkheid! Meld mogelijke afstelproblemen.

7 Intermezzo-flip over → Wat kan er afgesteld worden?

8 Wat kan er afgesteld worden?
verzet hoogte Riemlengte Binnen- / buitenhandel /overlap Span Afstand voetenbord Positie slidings Hor. positie van de riggers Dolruimte Hoogte van de dol Hoogte van de riggers Hoogte voetenbord Dolhoek Hoek dolpen Hellingshoek voetenbord Door het werk stelling hoeken

9 Het verzet Spread (2x span)

10 Het verzet: haalsegment
Objectieve maat: Verzet = (buitenhandel / span) Kleiner span Grotere buitenhandel = groter segment = zwaarder

11 Optimale segment grootte
Grootte van het segment is begrensd, daarbuiten is de haal minder efficient

12 Beweging vh blad door het water

13 Het verzet; samenvatting
Hoe ‘licht’ of ‘zwaar’ de boot afgesteld is (groter verzet = zwaarder) Wordt bepaald door riemlengte, buitenhandel, binnenhandel, span en bladvorm Zwaarder = grotere buitenhandel, kleiner span, kleinere binnenhandel Objectieve vuistregel gebruikt bij afstellen: verzet = buitenhandel / span

14 “Door het werk” cm Bepaalt catch / finish positie: verder door het werk = zwaardere inpik Midden van de heup bij inpik gelijk met de dolpen is “op het werk”

15 Door het werk: Positie voetenbord
Drukverschillen Verschillende haalsnelheden

16 Het voetenbord: hoogte en hellingshoek
Belangrijk voor comfortabele beweging van de roeier, dwz inbuigen en oprijden: - te hoog: geen efficiente krachtoverdracht, trapt naar boven - te laag en of te steil: moeilijker om in te buigen en ver op te rijden Hoogte gemeten vanaf binnenkant hak van de schoen tot laagste punt van het bankje Kussentje heeft invloed In boten met schoenen is er meer flexibiliteit door losse hak

17 Dolhoogte Afhankelijk van gewicht en lengte roeier en draagvermogen van de boot. Belangrijk voor aanhaalhoogte (en ‘hang’) en uitzetdiepte Gemeten vanaf laagste punt van het bankje naar onderste binnenhoek van de dol (tegen de dolpen) Stuurboord 0.5 tot 1.5 cm hoger dan bakboord Clipjes!

18 Dolhoek Dolhoek + bladhoek bepalen hoek tov. het water
Hoek staat tegenwoordig op de dol Verstelbaar met busjes 4° (+2/-1)

19 Dolhoek Streef naar een hoek voor optimale inpik, doorhaal en uitpik. Onervaren roeiers hebben baat bij grotere hoek. Te grote hoek: Blad moeilijk vast bij inpik Blad gaat ‘zagen’ Blad spoelt uit Te kleine hoek: Blad gaat diepen bij inpik en doorhaal Blad zit ‘vaster’ in het water

20 Samenvatting: basisonderdelen van de afstelling
Verzet: bepaalt of een boot ‘licht’ of ‘zwaar’ afgesteld is Hoogte + hoek voetenbord: bepaalt de aanhaalhoogte en uitzetdiepte, natuurlijke houding van de roeier voor efficiente krachtoverdracht. Dolhoek: bepaalt beweging van het blad door het water Voor/achter het werk: bepaalt waar het accent ligt in de haal; meer naar voren of naar achteren. Afstelling is geen exacte wetenschap, maar, meten is weten.

21

22 En dan nu in de praktijk! Ergometer erbij…..

23 Voetenbord Roeier fysiek afhankelijk: kuiten, vuist tussen borst en hand. Naar het hek: boot ligt achter dieper het bereik wordt groter de eindhaal wordt bekort de binnenhendel moet korter Naar de boeg: de boot ligt voor dieper het bereik wordt korter de eindhaal wordt sterker onder andere de beentrap wordt moeilijker

24 Voetenbord hoger het drukpunt op het voetenboord komt hoger te liggen
er komt meer druk op het rolbankje het bovenlichaam komt slechter over de knieen heen de lengte voor moet worden ingeperkt des te meer moet de lengte voor door het buigen van de knieen, dus met de rijafstand beperkt worden

25 Voetenbord hellingshoek
steiler: de horizontale krachtoverdracht wordt beter de eindhaal wordt beter lengte voor wordt moeilijker gehaald de hielen komen los van het voetenboord vlakker: het aantrappen voor wordt makkelijker in de eindhaal moeten de voeten verder worden gestrekt

26 Dolhoogte hoger: de balans wordt moeilijker
de bewegingsvrijheid bij het uitzetten wordt groter er wordt verder van het water afgezeten lager: de balans wordt makkelijker de bewegingsvrijheid bij het uitzetten wordt minder de hoek met het water wordt kleiner er kan meer kracht gezet worden

27 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Te weinig inbuigen Wat kan een oorzaak zijn? Voetenboordafstelling te hoog of te rechtop

28 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Extreem grote hoek voor Wat kan een oorzaak zijn? Voetenboord afstelling te vlak of te laag Voetenboord afstelling te ver van je af

29 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Blad loopt er uit Wat kan een oorzaak zijn? Dol te hoog

30 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Onderuitzakken bij de uitpik Wat kan een oorzaak zijn? Afstelling te laag Voetenboord te ver van roeier af

31 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Niet ver genoeg oprijden Wat kan een oorzaak zijn? Voetenboord te hoog of te stijl

32 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Schouders optrekken Wat kan een oorzaak zijn? Dol te hoog

33 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Slifferen of ´vlaggen´ bij inpik Wat kan een oorzaak zijn? Dol te laag

34 Wat kan er aan de hand zijn?
Wat zie je? Te ver oprijden Wat kan een oorzaak zijn? Voetenboord te laag of te vlak

35 Filmpje….

36 Bij de kennismaking met je roeier
Check fysieke zwakheden en blessures Check lengte Check flexibiliteit

37 Blessures - wervelkolom
dol niet te laag voetenboord niet te hoog segment niet te groot dolhoek niet te groot

38 Blessures - pols dol niet te hoog dolhoek goed ingesteld
aangepaste ruimte in de dol

39 Blessures - knie voetenboord niet te hoog/steil
sliding niet overmatig lang aangepaste afstelling van stuurvoetenboorden in stuurmanloze nummers

40 En bij de start van de training…
Boot voor het vlot stilleggen (niet áán het vlot!) Alle roeiers voor zichzelf de voetenboordpositie en -hoek controleren (ruimte voor en achter) Coach of instructeur controleert de parallelliteit bij inpik en uitpik Hoogtes controleren bij uitpik (eventueel tubbend)

41 En tot slot…. Vráág hoe iets voelt Vraag iemand mee te kijken
Stap zelf in de boot om zelf te voelen Better be safe than sorry (dus bij blijvende pijn: training afbreken)

42 Vragen of opmerkingen?