Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdVeerle Vos Laatst gewijzigd meer dan 7 jaar geleden
1
Handhaving van IE-rechten in internationale situaties
Frank Eijsvogels
2
Bewijsbeslag en inzage
A, houder van een EU merk voor whisky, heeft vermoeden dat B (NL, verkoopt in NL) en C (Belg, distributeur en leverancier van C) inbreuk maken door te handelen in parallel ingevoerde flessen whisky waarvan de code die gebruikt wordt voor recall is verwijderd. Stel u heeft bewijs nodig om de inbreuk nader te onderbouwen. Waar zou u bewijsbeslag leggen? In NL: inzagevordering na bewijsbeslag In België: beslag inzake namaak: in principe geen separate inzagevordering. HR AIB/Novisem (IEF 15425) en Synthon/Astellas (IEF 16444): is er een redelijk vermoeden van inbreuk? Niet-inbreuk en geldigheidsverweren van gedaagde voldoende weerspreken. Als ingeroepen recht evident nietig is, dient inzagevordering te worden afgewezen (Hof Den Haag Plantlab/Deliscious; IEF 16067)
3
Internationale bevoegdheid
Importeur B, gevestigd in Spanje, heeft een partij parfum waarop het bekende EU-merk van uw cliënt A is aangebracht, ingevoerd in Spanje en aan handelaar C in Rotterdam verkocht. C verkoopt deze parfum in NL. Is de NL rechter bevoegd kennis te nemen van inbreukvorderingen tegen A? Zaak C-360/12 Coty Germany/First Note Perfumes (2014) Is NL rechter bevoegd obv Art. 93 (5) GMV [oud = 97 (5) van Vo 207/2009]? Antwoord: enkel voor handelingen verricht door gedaagde in NL. 93(5) plaats waar inbreuk wordt gemaakt ≠ plaats waar schadebrengende feit zich heeft voorgedaan 5(3) BR Art. 5(3) [nu 7(2)] BR obv ongeoorloofde mededinging? Antwoord: in casus NL niet Handlungsort doch mogelijk Erfolgsort
4
Gebruik van adword online
B, gevestigd in Oostenrijk, gebruikt als adword het Beneluxmerk van uw cliënt A. Als het merk van A wordt ingetikt op www. google.at, komt B hoog in de rankings naar voren. A wil actie tegen B nemen wegens inbreuk op Benelux merk. Is NL rechter bevoegd? HvJ zaak C-523/10 (Wintersteiger): NL = Erfolgsort
5
Anti-suit injunction? B, gevestigd in NL, beschuldigt NL en in andere EU landen gevestigde klanten van A van inbreuk op model- of auteursrechten. Kan A verbod aan NL rechter vragen om rechtsmaatregelen tegen die klanten buiten NL te nemen? Inmenging in rechtsmacht van buitenlands gerecht en dus geen bevoegdheid (vergelijk HvJEG 27 april 2004, C-159/02, Turner/Grovit, r.o. 27, 29 en 31). Alternatief? Evt. bevel om als rechtsmaatregelen tegen klanten worden genomen afschrift van de beslissing van de NL rechter te verstrekken
6
Bevoegdheid om grensoverschrijdende maatregelen te nemen?
Considerans 33 Brussel Ibis Vo (1215/2012) “Wanneer voorlopige en bewarende maatregelen zijn gelast door een gerecht dat bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen, moet het vrije verkeer ervan worden gewaarborgd krachtens deze verordening. Voorlopige en bewarende maatregelen die door een gerecht als hierboven bedoeld zijn gelast zonder dat verweerder is gedaagd te verschijnen, mogen evenwel niet worden erkend en ten uitvoer gelegd, tenzij de beslissing waarin de maatregel is vervat, vóór de tenuitvoerlegging aan de verweerder is betekend. Dit laat de erkenning en tenuitvoerlegging van dergelijke maatregelen krachtens nationaal recht onverlet. Wanneer voorlopige en bewarende maatregelen zijn gelast door een gerecht van een lidstaat dat niet bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen, moeten de gevolgen van de maatregelen krachtens deze verordening worden beperkt tot het grondgebied van die lidstaat.” Heeft enkel betrekking op erkenning e.d., niet op bevoegdheid. Vzr. Rb Den Haag , IEF (I4F/Unilin). Zie ook Vzr Rb Den Haag , IEF 15835
7
Forum shopping B wordt door Duitse rechter bij wege van voorlopige maatregel veroordeeld om inbreuk op EU modelrechten van A, gevestigd in NL, te staken en gestaakt te houden, ook in hoger beroep. Wat kan B proberen om beslissing in zijn voordeel te krijgen Grensoverschrijdende verklaring voor recht van niet-inbreuk vragen aan NL-rechter (Rb Den Haag 2 mei 2011, IEF (Babywelt/Maxi Miliaan)
8
Meer gedaagden B,C en D worden beschuldigd van het maken van inbreuk op een EU-modelrecht van A. B, gevestigd in Dui, produceert. C, eveneens gevestigd in Dui, is Europees distributeur. D, gevestigd in NL, verkoopt enkel in NL. A wil B, C en D aanpakken. Welke rechters zouden bevoegd zijn en jegens wie? Zie bijv. Hof Den Haag (B&O/Loewe, IEF 12966).
9
Meer gedaagden B en C worden beschuldigd van het maken van inbreuk op auteursrechten van A in diverse landen van de EU. B, gevestigd in NL, is een afnemer van C. C produceert in en distribueert vanuit Dui. A dagvaardt B en C in kort geding voor NL rechter en vraagt grensoverschrijdend verbod. Ten tijde van mondelinge behandeling deelt A de rechter mede dat het geschil met B is geschikt. Is NL rechter nog steeds bevoegd jegens C en, zo ja, is die bevoegdheid nog steeds grensoverschrijdend? Hof Den Haag , IEF (Rhodia/Jiaxing Zhanghua en Ningbo Wanglong)
10
Online inbreuk vanuit China
B, gevestigd in China, heeft een website gericht op de EU alwaar diverse producten worden aangeboden die inbreuk maken op EU-model en EU-merkrechten van A. A vermoedt dat producten via diverse Europese havens in de EU worden ingevoerd Stel A is gevestigd in de VS. Wat kan A doen? Evt. grensoverschrijdend verbod Spaanse rechter (art. 82 lid 3 GModV, art. 97 lid 3 GMV) Evt. verzoek tot optreden obv Vo 608/2013. Kan worden opgetreden igv transit? Igv inbreuk op EU merken: optreden tegen transit mogelijk obv art. 9 lid 4 Uniemerkverordening 2015/2424 Is dit anders voor het modelrecht? Ja: Verordening 6/2002 bevat geen bepaling vergelijkbaar met art. 9 lid 4 Uniemerkverordening 2015/2424
11
Niet-ingeschreven licentie
A is houder van een ingeschreven EU modelrecht. A heeft een licentie verleend aan B. De licentie is niet in het register ingeschreven. C, gevestigd in NL, wordt beschuldigd van het maken van inbreuk op het EU modelrecht van A. Licentienemer B spreek C aan wegens inbreuk in NL. C stelt dat B niet ontvankelijk is omdat de licentie niet in het register is ingeschreven. Slaagt het verweer van C? Nee. Zie voor modelrecht: HvJ EU , C-419/15 (Thomas Philipps), IER 2016/53. Zie voor merkenrecht: HvJEU , C-163/15 (Hassan/Breiding), IER 2016/32
12
Inbreuk online. Website gericht op NL?
HvJ 21 juni 2012 (zaak C-5/11, Donner): “Een handelaar die zijn reclame richt op leden van het publiek in een bepaalde lidstaat en voor hen een specifieke wijze van levering en betaling creëert of beschikbaar stelt, of dit aan een derde toestaat, zodat deze leden van het publiek kopieën van in die lidstaat auteursrechtelijk beschermde werken kunnen laten leveren, verricht in de lidstaat waar de levering plaatsvindt “distributie onder het publiek” in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG (…) RB A´dam (Cassina/Nadomini), IER 2015/12
13
Inbreuk B, gevestigd in NL, wordt beschuldigd van inbreuk op auteursrechten van A en van slaafse nabootsing in NL en diverse andere landen in de EU. A dagvaardt B in kort geding voor NL rechter. Legt u als advocaat van A deskundigenopinies over over het toepasselijke recht? Auteursrecht: werk-begrip geharmoniseerd (HR Infopaq) Reproductie, distributie en mededelingsrecht ook (vergaand) geharmoniseerd Bewerkingsrecht ook geharmoniseerd? (Hof Den Haag 2 februari 2016, IEF (DCC c.s./Forax)(J. Becker, IEF 15668) Gelijkheidsvermoeden? Schaafsma: correctiemechanisme voor probleemgevallen waarin rechter veelheid van rechtsstelsels moet toepassen, terwijl inhoud van al die rechtstelsels niet binnen redelijke termijn kan worden achterhaald. Toepassing gelijkheidsvermoeden in kort geding: bijv. Hof Den Haag 13 augustus 2013 (Bang & Olufsen/Loewe, IEF 12966); Rb. Den Haag (Akzo/Kirs); Rb. Den Haag (Danifé c.s./Satellite) Als rechter weet dat buitenlands recht wrsch anders is dan NL recht, geen ruimte voor toepassing gelijkheidsvermoeden (bijv: naar NL recht geen inbreuk op octrooi wegens inhoud verleningsdossier; in diverse andere landen wordt verleningsdossier bij beantwoording inbreukvraag niet in aanmerking genomen). Slaafse nabootsing: HR17 april 2015, IER 2015/57 (Simba/Hasbro), r.o : recht ongeoorloofde mededinging niet geharmoniseerd
14
Anti-piraterij verordening (Vo 608/2013)
Douane heeft op basis van EU merk van uw cliënt beschikking tot optreden afgegeven. Douane in NL treft bij binnenkomst EU goederen aan waarop merk van uw cliënt is aangebracht. De goederen zijn volgens de douane bestemd voor een geadresseerde gevestigd in Oostenrijk. Welke informatie heeft u nodig om te kunnen beoordelen of sprake is van inbreuk? Antwoord: - is sprake van parallelhandel? Zo ja Vo 608/2013 nvt - is sprake van “namaakgoederen”: zijn goederen in NL douanerechtelijk in het vrije verkeer gebracht (zo ja: dan is sprake van invoeren; zo nee mogelijk geen inbreuk in NL). Pas op: douane in Rdam richt aandacht op binnenbrengen in EU (eerste douane aangifte). Binnenbrengen ≠ invoeren. Aangifte in het vrije verkeer brengen kan volgen op aangifte binnenbrengen, doch het is ook mogelijk dat goederen EU weer verlaten.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.